Het einde van de Navo?

Komende dagen beraadt de NAVO zich in Praag over zijn toekomst.Op het programma staat de uitbreiding van het bondgenootschap met zeven nieuwe leden in Oost-Europa. Het wordt geen vrolijke bijeenkomst.

            De NAVO werd in 1949 het leven geroepen als een maatschappij van onderlinge waarborg tegen een Sovjetrussische aanval op West-Europa. Met de desintegratie van de Sovjet-Unie in 1991 verviel het oorspronkelijke bestaansrecht van het bondgenootschap. Het militaire vermogen van het nieuwe Rusland zakte als een mislukte soufflé in elkaar en met een bruto nationaal product niet veel groter dan dat van België vormt Moskou niet meer een serieuze militaire bedreiging van  Oost-Europa  – waaraan het sinds de onafhankelijkheid van Wit-Rusland en Oekraïne nauwelijks meer grenst.

            Helemaal aan het begin vatte de toenmalige secretaris-generaal van de NAVO, Lord Ismay, de  eigenlijke doelstellingen van het nieuwe bondgenootschap kordaat samen. De NAVO was er ‘to keep the Russians out, to keep the Americans in, and to keep the Germans under’. Dat is verleden tijd. De Russen zijn geen bedreiging meer, Duitsland is de grootste democratie van Europa, en de transatlantische binding van Europa met de Verenigde Staten heeft zijn noodzakelijk karakter verloren..

            Na de Koude Oorlog kreeg de NAVO nieuw leven ingeblazen, nu als een geïntegreerde internationale militaire organisatie, geschikt voor vredesoperaties al dan niet in het kader van de Verenigde Naties. ‘Crisisbeheersing’ werd het sleutelwoord. Maar in de militaire operaties boven Kosovo traden politieke en militaire tegenstellingen tussen de VS en Europese lidstaten aan het licht. De politieke besluitvorming die zich uitstrekte tot de keuze van bombardementsdoelen verliep moeizaam. In militair opzicht bleken de Europese bondgenoten technologisch achter te lopen. De Koninklijke Luchtmacht kon met één operationeel squadron een disproportionele grote rol spelen, dankzij het feit dat zijn gemoderniseerde F-16s op het niveau van US Airforce mee konden doen.

            11 september 2001 dreef de onderliggende spanningen op de spits. De NAVO-Raad  beriep zich voor het eerst op artikel 5 van het NAVO-verdrag, dat een aanval op één lidstaat proclameert tot een aanval op alle andere. Het verdrag werd toen te ver opgerekt – het ging hier immers niet om agressie van een staat, maar om misdaden van een terroristische organisatie. 

            Dit gebaar van internationale solidariteit bleek onverwacht de neergang van de NAVO te markeren. Want vervolgens speelde de NAVO in de zogenaamde oorlog tegen het terrorisme geen enkele rol. De Verenigde Staten kozen ervoor deze buiten het bondgenootschap om te voeren en militaire bijstand van lidstaten op bilaterale basis te regelen. Op het niveau van de politiek heeft de regering Bush de NAVO evenzeer gemarginaliseerd. In de afgelopen jaar heeft de NAVO niet dienst gedaan als  het transatlantische forum voor overleg over wezenlijke kwesties als  het Amerikaanse raketschild, nucleaire politiek, de verhouding met Rusland en de voorgenomen actie tegen Irak. De Amerikaanse regering deed geen enkele moeite haar bondgenoten  - uitgezonderd de Britse premier Blair – te betrekken bij haar politiek, maar verwachtte wel dat diezelfde bondgenoten zonder mankeren de Amerikaanse lijn zouden onderschrijven, zoals pijnlijk duidelijk werd toen Bondskanselier Schröder zich een paar maanden geleden tegen de voorgenomen Amerikaanse aanval op Irak keerde.

            Minder belangrijk dan de toetreding van zeven nieuwe leden is in Praag het besluit een snelle interventiemacht van 21.000 man uit de Europese lidstaten op te richten. Dit gebeurt op aandringen, om niet te zeggen, onder druk van Washington. Zo’n interventiemacht zou wereldwijd moeten kunnen opereren. En als de NAVO dat niet kan opbrengen, houdt het bondgenootschap op van belang te zijn – voor de VS.

            Maar er is niets afgesproken over de politieke condities waaronder zo’n snelle interventiemacht zou opereren. De NAVO is opgericht als organisatie voor collectieve verdediging. Met de oprichting van zo’n snelle interventiemacht dreigt zij echter te veranderen in een militair uitzendbureau voor operaties ver buiten het NAVO-verdragsgebied. De Amerikaanse columnist William Pfaff schreef al over een Europees vreemdelingenlegioen ten dienste van de Verenigde Staten.

            De VS zijn zonder twijfel altijd de belangrijkste partner in het bondgenootschap geweest. Maar zij hebben zich voor de zonderlinge benoeming van George Bush, jr. tot president altijd opgesteld als eerste onder hun gelijken. Hun leiderschap was gebaseerd op het rekening houden met de belangen en de gevoeligheden van de andere lidstaten en het verkreeg daardoor zijn legitimiteit. De regering Bush behandelt de andere lidstaten echter steeds minder als bondgenoot en steeds meer als vazal. Dát zet de bijl aan de wortel van de NAVO, veel meer dan de militair-technologische afstand tussen Europa en Amerika, die overigens minder relevant is dan het nu wordt voorgesteld.

Bart Tromp

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
21-11-2002

« Terug naar het overzicht