Het engagement van Joris Ivens met de communistische regimes
Nijmegen heeft een groots eerbetoon in petto voor cineast Joris Ivens die honderd jaar geleden geboren werd. Daarbij wordt ten onrechte geen aandacht besteed aan Ivens rol in de politiek van de twintigste eeuw, meent Paroolcolumnist Bart Tromp. Als geengageerd documentarist heeft Ivens tenslotte de ene totalitaire heilstaat na de andere gediend.
DE HONDERDSTE geboortedag van Joris Ivens wordt in Nijmegen overdadig gevierd, na alle eerbetoon dat de gemeente al bij zijn leven aan hem heeft besteed. Het naar hem genoemde plein is daarvan het blijvende teken.
Mij doet het denken aan het standbeeld van Stalin in Tiflis, dat lang nadat deze officieel in de Sovjet-Unie als moorddadig tiran aan de kaak was gesteld, overeind bleef; eigenlijk alleen maar omdat Stalin in die streek was geboren. Zo gezien mis ik in Nijmegen nog een Marx-monument. Tenslotte was diens moeder een geboren Nijmeegse.
Het symposium, dat van 30 november tot en met 2 december aan Ivens en de documentaire in de 20e eeuw wordt gewijd, besteedt, afgaande op het programma, geen aandacht aan Ivens en de politiek van de 20e eeuw. Dat is alsof Hamlet wordt opgevoerd zonder de Geest. De status van Ivens als filmmaker is immers allereerst gebaseerd op zijn reputatie als geengageerd documentarist.
Vanaf Lied van de helden, zijn film uit de jaren dertig over de opbouw van de Sovjetrussische industriestad Magnitogorsk, heeft Ivens zijn leven lang de ene totalitaire heilstaat na de andere gediend.
Het Lied van de helden is de eerste van een lange reeks politieke propagandafilms die volgens een nooit weerlegde berekening van Michel Korzec 79 procent van zijn oeuvre beslaat.
Van de opbouw van Magnitogorsk maakte Ivens een frisse voorstelling, vol enthousiaste jonge communisten van wie het geloof bergen kon verzetten.
Dat die opbouw plaats vond midden in de campagne om de landbouw te collectiviseren, de eerste massamoord van Stalin, en dat Magnitogorsk voornamelijk werd gebouwd door nog overlevende slachtoffers van die campagne, dat wist Ivens, blijkens zijn autobiografie, heel goed. Maar in zijn film is van die wetenschap geen spoor terug te vinden. In dit concentratiekamp heeft 'Arbeit' cinematografisch 'frei' gemaakt.
Manipuleren
Als het om een 'documentaire' gaat, zoals zijn bewonderaars altijd stellen, dan is het opmerkelijk wat hier is gedocumenteerd. Niet de opbouw van Magnitogorsk. Gedocumenteerd is hier de bereidwilligheid en het vermogen van Ivens 'de werkelijkheid te manipuleren tot een wenselijk geachte werkelijkheid' (Ivens-bewonderaar Jan Blokker).
Het is een mooie formulering waarachter een eenvoudige waarheid schuil gaat: vrijwel alle films van Ivens zijn leugenachtige propagandafilms, waarin serviel geofferd is aan het communistisch totalitarisme.
Als ze al artistieke betekenis hebben, dan blijft die ver achter bij hun morele en politieke schandelijkheid. Vanuit dit gezichtspunt is hun saaiheid er de voornaamste deugd van.
Het merkwaardige is nu dat dit in Nederland nooit gezegd is bij al die festiviteiten die voorafgingen aan zijn dood en ook niet daarna. Neem de Scherpenzeelprijs, die Ivens in 1978 werd toegekend vanwege zijn 12-urige epos uit 1976 Hoe Yugong de bergen verzette, integraal uitgezonden door de NOS.
Deze 'documentaire' over het China van de Culturele Revolutie, door Ivens gemaakt om 'de leugens over China te ontmaskeren', had volgens de jury grote verdiensten voor de ontwikkelingssamenwerking en vormde het hoogtepunt in het oeuvre van Ivens.
Ivens maakte Hoe Yugong de bergen verzette met toestemming van China's toenmalige culturele dictator, Jiang Qing, de echtgenote van Mao Zedong. Hij voltooide zijn film pas in 1976, na de dood van Mao.
Toen hij zich later in het Westen beklaagde over 'censuur' van de Chinese autoriteiten, was dat nadat hij door de nieuwe machthebbers was gekritiseerd omdat hij zich volledig aan de wensen van Jiang Qing had aangepast.
Tien jaar later lieten Marceline Loridan en Joris Ivens, de makers van de film, weten wat zij er zelf van vonden. Loridan: 'De crisis begon eigenlijk al bij de premiere van 'Yugong', die een geweldig succes was. Ik wist me geen raad en had willen roepen: ga die films niet zien, ze zijn verschrikkelijk.' Wat een manier om de jury van de Scherpenzeelprijs te blameren!
De volgende prijs die Ivens in Nederland kreeg was het Gouden Kalf. Minister Brinkman gebruikte de uitreiking voor de zoveelste min of meer officiele rehabilitatie van Ivens.
Van 1947 tot 1957 had deze het immers, zo luidde de legende, zonder een Nederlands paspoort moeten stellen, als straf voor Indonesia Calling, de film die hij stiekem in Australie begon te maken toen hij nog als Film Commissioner verbonden was aan het Nederlands-Indische Gouvernement; een functie die hij in 1944 naar eigen zeggen aanvaardde 'gedeeltelijk (uit) ijdelheid, natuurlijk, gedeeltelijk ook (uit) opportunisme'.
In zijn voortreffelijke biografie Gevaarlijk leven. Een biografie van Joris Ivens (1995) maakte Hans Schoots een einde aan deze en andere mythen, door Ivens zelf in het leven geroepen en jarenlang kritiekloos door de Nederlandse media verbreid.
Ivens bleek bijvoorbeeld al in de jaren dertig stiekem gewoon lid van de communistische partij te zijn geweest.
Paradox
Schoots wees ook op de paradox dat alle Nederlandse media, tot en met De Telegraaf, jarenlang schreven dat de Nederlandse media Ivens miskenden evenals 'de Nederlandse politiek', terwijl achtereenvolgende bewindslieden (Klompe, De Koning, Brinkman) en instanties (de gemeente Rotterdam, de gemeente Nijmegen, de VARA - en vele andere) over een periode van meer dan twintig jaar zich uitsloofden om hem met ordonnanties en opdrachten te prijzen voor - nu laat ik Korzec aan het woord - 'bijvoorbeeld de film die hij maakte over de communistische machtsovername in Bulgarije na de Tweede Wereldoorlog, waarin de (sociaal-democratische) oppositie in een gespeelde documentaire voor de uiteindelijke executie wordt voorgesteld als een stel belachelijke, seniele en alcoholische reactionairen'.
Is die documentaire ook te zien op het symposium?
De vraag die uit dit alles naar voren komt is deze: waarom is Joris Ivens zo uitbundig geeerd als een politiek geengageerd filmer? Waarom kan niet volstaan worden met de prozaische waarheid dat Ivens' bijdrage aan de film bestaat uit zijn vroege documentaires als Zuiderzee en De Brug, en dat hij daarna zijn talent weloverwogen en systematisch heeft gebruikt om saaie en valse propagandafilms te maken.
'Naiveteit' is de verontschuldiging die hiervoor het meest wordt aangevoerd. Het is een in twee opzichten dubieus excuus. In de eerste plaats omdat het niet waar is. Ivens wist - dat blijkt onder andere uit zijn autobiografie - vrijwel altijd beter dan wat hij in zijn films liet zien. Maar laat het waar zijn, die naiveteit - wat blijft er dan over van dat politieke engagement? Wie daarvoor geprezen wordt, moet toch over politiek onderscheidingsvermogen beschikken en over de moed daarnaar te handelen?
- Auteur
- Bart Tromp
- Verschenen in
- Het Parool
- Datum verschijning
- 20-11-1998