Het evangelie van de marktwerking

Wetten zijn niets anders dan regels en verbodsbepalingen die ernaar tenderen de natuurlijke logica van de markt tegen te werken. Ziehier de basisgedachte van de neoliberale economie, zozeer omarmd door dit kabinet. Maar deze regering is niet recht in de leer, betoogt Parool-columnist Bart Tromp. Een beschouwing met een vakantieopdracht.

EEN VAN DE mythen van de jaren negentig is dat het 'paarse' kabinet het initiatief heeft genomen voor privatisering, deregulering en marktwerking. Minister Wijers van Economische Zaken is in deze mythe de held die in het vorige kabinet korte metten begon te maken met Nederland als kartelparadijs. In werkelijkheid kwam Wijers terecht in een bedje dat al helemaal tijdens het laatste kabinet-Lubbers was gespreid.

De neoliberale ideologie van marktwerking was in Nederland niet het bezit van een partij, maar werd in meerdere of mindere mate door de vier grootste partijen in het begin van de jaren negentig overgenomen. Dat verklaart voor een deel de onmachtige oppositie van het CDA tegen 'paars' - dit voert immers een beleid dat niet verschilt van wat het CDA in de regering voorstond.

Deze neoliberale ideologie is echter pas in tweede instantie in politieke partijen terecht gekomen. In eerste instantie vond deze vaste voet bij een nieuwe generatie economen, waarvan vertegenwoordigers in de jaren negentig ministeries als Economische Zaken gingen bevolken. De neoliberale economische theorie was komen overwaaien uit de Verenigde Staten.

Elegantie

De aantrekkingskracht was groot: met behulp van geavanceerde wiskundige modellen kon een grote mate van nauwkeurigheid en theoretische elegantie worden bereikt. Het natuurwetenschappelijk ideaal van de economische wetenschap leek eindelijk realiseerbaar. Een ander voordeel, waarmee de aanhangers van het neoliberalisme begrijpelijkerwijs niet te koop liepen, was dat je er niet veel kennis van de feitelijk bestaande samenleving en de geschiedenis voor nodig had, omdat de neoliberale theorieen abstraheren van tijd en plaats, zoals het een 'echte' wetenschap betaamt.

De absurditeit van de neoliberale economie blijkt pas goed als de axioma's ervan werkelijk systematisch tot beleid zouden worden verheven. Die gedachte kwam bij mij op toen ik kennis nam van het laatste schandaal in de varkenssector. Een drietal Belgische dierenartsen en 120 varkenshouders worden verdacht van fraude met gezondheidsverklaringen. Die Belgische dierenartsen leverden namelijk beneden de in Nederland geldende prijs entstof tegen de ziekte van Aujeszky aan Nederlandse varkenshouders, die dan zelf hun varkens ermee enten. Volgens de wet had dat gedaan moeten worden door een dierenarts.

Volgens de neoliberale theorema's is hier echter helemaal niet sprake van fraude, maar van door de overheid bevorderde kartelvorming en regulering die transparante marktwerking in de weg staat. Wat is er mis mee als dierenartsen hun werkzaamheden tegen een lager tarief willen verrichten dan de meerderheid? Dat is toch in het belang van de klant, in dit geval de Nederlandse varkenshouder? Dat Nederlandse dierenartsen tegen een vaste prijs dezelfde dienst verrichten, wijst erop dat zij een kartel vormen. Bij dat woord gaan bij Economische Zaken en bij de meelopers ervan in de Tweede Kamer de haren recht overeind staan. Weg ermee! Waarom een kartel van dierenartsen geaccepteerd als dat van notarissen gebroken is. (Dat de tarieven van notarissen sindsdien, in tegenstelling tot de neoliberale theorie, gestegen zijn in plaats van gedaald, zegt niets over de waarde van de theorie, alleen maar wat over de slimheid van notarissen - in mijn tijd de domste universitaire opleiding.)

Ja maar, er is toch de wet die inenting door een dierenarts verplicht stelt? Zeker, maar wat dan nog? De bakermat van de neoliberale economie is Chicago, en daar werd veertig jaar geleden al bedacht dat wetten niets anders zijn dan regels en verbodsbepalingen die ernaar tenderen de natuurlijke logica van de markt tegen te werken. Ronald Coase schreef hierover in 1960 een invloedrijk artikel; later kreeg hij de Nobelprijs voor de economie.

Zo gezien helpt deze wet aan de ene kant het kartel van dierenartsen en verleent hij aan de andere kant deze beroepsgroep een monopolie op bepaalde verrichtingen. Diploma's, vestigingsvoorwaarden en dat soort dingen, dat zijn immers allemaal verkapte belemmeringen van een vrije markt. Een prikje toedienen kan toch iedereen, zeker als het om varkens gaat.

Ja maar zulke regels en wetten en diploma's zijn toch niets anders dan middelen waarmee de Nederlandse overheid ervoor wil zorgen dat de consument in de winkel gezond varkensvlees kan kopen? Hier past voor de liefhebbers van marktwerking slechts een honend gelach. Waarom zou de overheid zich moeten bemoeien met iets dat de consumenten zelf veel beter uit kunnen maken? En dat gebeurt alleen bij vrije marktwerking. Zonder overheidsdwang nemen de consumenten de goederen die zij prefereren tegen de prijs die zij ervoor over hebben.

Vrijheid

Goed, dat er bedorven vlees tussen kan zitten is bij afwezigheid van toezicht en controle een mogelijkheid. Maar een varkenshouder die zulke waar aan de man brengt, prijst zichzelf uit de markt. Dat daarvoor eerst een aantal consumenten aan vergiftiging is gestorven doet hieraan niets af. Bovendien mag men best wat over hebben voor de Onverstoorbare Markt als belichaming van de Vrijheid.

Langs dezelfde lijnen uit Chicago valt ook te betogen dat de Nederlandse overheid marktwerking ernstig heeft verstoord door indertijd tegen de verspreiding van varkenspest op te treden. Het verbod op het vervoer van varkens werd bovendien massaal ontdoken, want de varkensboeren wilden volkomen begrijpelijk doorgaan met geld verdienen. Als de epidemie zijn natuurlijke gang had kunnen gaan, was de varkenssector zonder overheidsingrijpen volledig gesaneerd. De miljarden die de bestrijding van de varkenspest heeft gekost, hadden dan aan nuttiger zaken besteed kunnen worden.

Wie nu denkt dat het bovenstaande in Nederland gelukkig niet gerealiseerd kan worden, vergist zich. Het zou een aardige vakantieopdracht zijn om voorbeelden in het beleid van de laatste tien jaar te vinden die geheel en al gebaseerd zijn op de axioma's die ik hier met de varkenssector heb ingevuld. Uitzonderingen zijn er ook: uiteindelijk heeft de toenmalige regering ervan afgezien de Keuringsdienst van Waren te privatiseren en onder toezicht te stellen van de bedrijven waarvan de dienst de producten moest beoordelen. Toch zou ook zo'n privatisering geheel in overeenstemming met de logica van de neoliberale economische theorie zijn geweest.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
03-08-2000

« Terug naar het overzicht