Het gelijk van Frans Verhagen’, Het Parool, June 19, 2003
Als een drenkeling die zich vastklampt aan een strohalm beriep president George Bush jr zich op twee in Irak aangetroffen trucks met opleggers. Dit waren, na wekenlang zoeken, eindelijk de bewijzen dat Saddam Hoessein bezig was met de productie van massavernietigingswapens. De opleggers zouden rijdende productielaboratoria voor biologische wapens zijn. Maar na min of meer onafhankelijk onderzoek blijkt het om installaties te gaan die gas voor weerballonnen produceren – zoals de Irakezen zelf hadden beweerd. Voor de zoveelste keer is een zogenaamd bewijs voor de aanwezigheid van parate Iraakse massavernietigingswapens ontmaskerd als een poging tot misleiding. Eerder was daarvan al sprake toen minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell in de Veiligheidsraad beweerde dat Irak uit Nigeria uraniumerts ten behoeve van zijn nucleaire programma had gekregen en dat aan Irak geleverde aluminium buizen bestemd waren geweest voor een nucleaire opwerkingsfabriek. In het eerste geval ging het om documenten waarvan de CIA en het State Department toen al wisten dat ze vervalst waren. In het tweede geval betrof het, zoals het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie IAEA vaststelde, onderdelen voor raketten.
Terwijl de Amerikaanse regering, gevolgd door de Britse (en na september 2002 ook door de Nederlandse) vanaf januari 2002 hamerde op het onmiddellijke gevaar van Iraakse nucleaire, biologische en chemische massavernietigingswapens en deze onmiddellijke dreiging – Tony Blair waarschuwde dat Saddam Hoessein binnen 45 minuten toe kon slaan (op de Britse bases in Cyprus) – aanvoerde om tot oorlog over te gaan, is tot nu toe daarvoor geen enkel, maar dan ook geen enkel bewijsstuk gevonden. Minister van Defensie Rumsfeld heeft als verklaring al geopperd dat Saddam Hoessein ze vóór de oorlog heeft vernietigd. Een verklaring die onverklaard laat hoe het mogelijk is dat dezelfde VS die beweerden over harde bewijzen voor het bestaan van die massavernietigingswapens te beschikken, kennelijk niet in staat waren hun vernietiging vast te stellen.
Daarnaast is er een algeheel revisionisme onder de voorstanders van de oorlog ontluikt. Daarin heet het dat die massavernietigingswapens helemaal niet zo belangrijk waren, want dat de oorlog eigenlijk uit humanitaire motieven is gevoerd, om het geknechte Iraakse volk van zijn wrede tiran te bevrijden.
Tot deze revisionisten behoort niet George Bush jr zelf. Eergister legde hij het nog eens uit aan zakenlui in New Jersey: de oorlog tegen Irak was gevoerd omdat Saddam Hoessein de Verenigde Staten en de vrije wereld bedreigde en de massavernietigingswapens waaruit deze dreiging bestond zullen opgespoord worden.
Daarmee zet hij zijn revisionistische verdedigers voor schut. Neem nu Frans Verhagen, Amerikakenner, altijd bereid om onnozele Nederlanders bij te brengen hoe het er in de Verenigde Staten écht toegaat. Vorige week legde hij in de Volkskrant (13 juni) uit dat het gezanik over die ontbrekende massavernietigingswapens de plank volledig misslaat. Daar was het de Amerikaanse regering nooit om gegaan! Die wilde Saddam Hoessein weg hebben voor hij op lange termijn over zulke wapens zou gaan beschikken. En na 11 september ontstond ‘een opening waarin het mogelijk was steun te krijgen van de Amerikaanse bevolking voor optreden tegen Irak’.
Inderdaad heeft Bush jr er alles aan gedaan om die bevolking voor te spiegelen dat er een alliantie tussen Osama bin Laden en Saddam Hoessein bestond. Dat er geen enkel bewijs voor zo’n band bestaat, dat bewijzen van het tegendeel zijn achtergehouden, dat doet er voor onze vriend van Amerika niet toe. Die betreurt het dat de VS de oorlog tegen Irak onder invloed van Blair via de Verenigde Naties, wapeninspecties en de beginselen van de ‘internationale rechtsorde’ (zijn aanhalingstekens) heeft proberen te organiseren.
Van volksverlakkerij met die massavernietigingswapens is volgens Verhagen echter geen sprake geweest. Iedereen had kunnen weten wat Bush jr in het geniep werkelijk aan het voorbereiden was: de eliminatie van Saddam Hoessein om strategische redenen. (Verhagen gunt de president zelfs niet de reddingsgordel van humanitaire interventie.)
Hij rept er ook niet van dat de president van de Amerikaanse volksvertegenwoordiging de ruimte kreeg om tot oorlog tegen Irak over te gaan op grond van zijn stelling dat de Verenigde Staten rechtstreeks en onmiddellijk bedreigd werden door de Iraakse massavernietigingswapens.
Deze kenner van Amerika wil ons laten geloven dat de Amerikaanse regering willens en wetens het Amerikaanse volk, de Amerikaanse volksvertegenwoordiging en rest van de wereld een heel ander motief voor deze oorlog heeft voorgehouden dan het echte, en dat Congres, bevolking en wereldopinie zichzelf hebben bedrogen door de Amerikaanse president op zijn woord te geloven.
Ik denk dat Frans Verhagen gelijk heeft.
Bart Tromp
- Auteur
- Bart Tromp
- Verschenen in
- Het Parool
- Datum verschijning
- 17-06-2003