Het gelijk van Taylor
IK PROBEER MIJ altijd te houden aan het advies van A. J. P. Taylor: never, never, write about the Middle East. De excentrieke historicus had gelijk en dat is na zijn dood niet anders geworden.
Het Midden-Oosten is een van de twee treurige erfenissen van het Osmaanse Rijk. De andere is de Balkan. Zij worden van elkaar gescheiden door het moderne Turkije, het enige deel van het voormalige wereldrijk dat de ontwikkeling naar een redelijk stabiele staat heeft doorgemaakt.
Vanaf het begin van de negentiende eeuw heette het Osmaanse rijk 'de zieke man van Europa'. Interne zwakte gaf vanaf 1800 ruimte aan de opkomst van etnisch nationalisme op de Balkan. Langzamerhand verviel het nominale gezag van de sultan feitelijk en daarna ook formeel. Nieuwe staten ontstonden, die vervolgens met elkaar overhoop gingen liggen, omdat ze allemaal vonden dat hun natie zich voor een groot deel nog binnen de grenzen van een andere nieuwe staat bevond. Griekenland streefde dus naar een Groot-Griekenland; Servie, Roemenie, Bulgarije wilden dat bijvoeglijk naamwoord eveneens inhoud geven, desnoods met militair geweld. Aangezien er maar een gebied in de wereld bestaat waar staat en natie elkaar volmaakt overlappen - IJsland - is het recept van staatsvorming op basis van etnisch nationalisme uitermate geschikt om de ontwikkeling naar een stabiele staat te frustreren. Dat is precies wat de twintigste eeuw, vooral in zijn eerste en laatste decennium, te zien heeft gegeven.
In het Midden-Oosten was geen sprake van nationalistische bewegingen die ten koste van de sultan eigen staten wilden vormen. Alleen Egypte maakte al in de negentiende eeuw de ontwikkeling naar een onafhankelijke staat door. De rest van het Midden-Oosten is na de Eerste Wereldoorlog op willekeurige wijze opgedoekt in staten en toegewezen aan Arabische vorstenhuizen. Zo is Irak samengesteld uit drie Osmaanse wilaya's (provincies), een Koerdische, een soennitische en een sji'itische. Dat Saddam Hoessein na de verloren Golfoorlog mocht blijven zitten, had onder meer te maken met de westerse schatting dat zonder zo'n ploert Irak snel uiteen zou vallen, waardoor de macht van Iran in het Golfgebied te groot zou worden. Staatsvorming in het Midden-Oosten is eerder gevolg geweest van dan veroorzaakt door Arabisch nationalisme. Dit is niet uit op de vorming van staten, maar gebaseerd op een taal, het Arabisch, en daardoor ook op de islam. Daarin bestaat geen ruimte voor scheiding tussen godsdienst en politiek.
Een vreemde eend in deze bijt werd Israel. Deze immigrantenstaat op etnisch-religieuze grondslag ontwikkelde zich, naast Turkije en Egypte, tot de derde stabiele staat in de regio.
De leiders in het Midden-Oosten hebben nu allemaal belang bij voortgang van het 'vredesproces' tussen Israel en zijn Arabische buren. Niet bij vrede. Het 'vredesproces' is immers bij uitstek het mechanisme waarmee zij hun gebrek aan legitimiteit bij de eigen bevolking kunnen goedmaken, door de Israelische kwestie centraal te stellen. Vrede in het Midden-Oosten zou de meeste regimes daar in waarschijnlijke onoverkomelijke moeilijkheden brengen. Ook Israel zelf, de enige democratie in dit gebied.
Deze staat is echter al evenzeer gebaseerd op etnisch-religieus nationalisme als die op de Balkan. Het oorspronkelijk zionistische idealisme heeft allang plaatsgemaakt voor een onaangename realiteit: de joodse identiteit is verdeeld over verschillende, elkaar soms negerende geloofsopvattingen, die gepaard gaan met politieke scheidslijnen tussen van afkomst westerse, oosterse en Russische groeperingen. Daarnaast bestaat een groeiende minderheid van de Israelische bevolking uit niet-joden, Arabieren, die als tweederangsburgers worden behandeld. Nu al wordt Israel politiek verscheurd door dergelijke tegenstellingen. Een echte vrede zou de spanningen in Israel tot een rampzalige uitbarsting kunnen brengen. De kans op overleving van Israel acht ik gering zonder zijn transformatie in een staat waarin 'ras' en religie niet meer politiek van belang zijn. (De kruisvaardersstaten van de Middeleeuwen hebben het zo'n honderd jaar uitgehouden.)
Het bestaan van Israel blijft het belangrijkste instrument van Arabische machthebbers om democratisering en maatschappelijke modernisering in eigen domein tegen te houden. Werkelijke vrede in het Midden-Oosten ligt pas in het verschiet als Israel een niet-religieus-etnische staat wordt en de Arabische staten - inclusief de nog niet bestaande Palestijnse - dit voorbeeld volgen en zich democratiseren. Niets wijst op een ontwikkeling in deze richting. Nu ik mijn gedachten op een rijtje heb gezet, kan ik alleen maar het postume gelijk van Taylor beamen.
- Auteur
- Bart Tromp
- Verschenen in
- Het Parool
- Datum verschijning
- 19-10-2000