Het lijkt 1914 wel

Het lijkt 1914 wel

De enige troost is dat Bush jr en de zijnen af moeten zien van hun voorgenomen vervolgoorlogen.

bart tromp

De historicus Golo Mann sprak van ‘ Duitslands oercatastrofe’ en hij bedoelde daarmee het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Zijn vader, Thomas Mann, had, als toen zovelen, die oorlog verwelkomd als een morele en spirituele bevrijding uit een wereld van burgerlijkheid en bekrompenheid.

De Eerste Wereldoorlog was niet alleen een catastrofe voor Duitsland. Hij vernietigde de wereld van de negentiende eeuw en maakte een gruwelijk einde aan het Duitse, het Oostenrijks-Hongaarse, het Russische en het osmaanse rijk. Zonder Eerste Wereldoorlog geen Hitler en Stalin, geen fascisme en geen communisme. De gevolgen ervan doen zich tot op de dag van vandaag voelen, of het nu om de Balkan gaat, of om het Midden-Oosten.

De even desastreuze als verreikende gevolgen staan in schrille tegenstelling tot de lichtzinnigheid waarmee een handjevol mannen in juli 1914 de stappen nam die begin augustus tot een wereldoorlog leidden. Sindsdien woedt het debat over wie verantwoordelijk waren voor het uitbreken van die oorlog. Lang overheerste de opvatting dat dit eigenlijk niemand was. ‘ We glibberden er allemaal in,’ vatte de Britse oorlogspremier David Lloyd George dit standpunt in zijn memoires samen. De oorlog zou deels zijn uitgebroken als gevolg van diepliggende structurele oorzaken, zoals wapenwedlopen en geopolitieke tegenstellingen, deels moeten worden opgevat als een geheel uit de hand gelopen verkeersongeluk, dat niemand had gewild.

Deze visie is langzamerhand, ook door nieuw bronnenonderzoek, terzijde geschoven. Als het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog al een diplomatiek verkeersongeval was, is dat dan toch bovenal zo omdat Duitsland en Oostenrijk-Hongarije een volstrekt onverantwoorde roekeloosheid aan de dag legden. Dat is nog de welwillendste voorstelling van zaken. De alternatieve verklaring luidt dat Duitsland al geruime tijd op een geschikte gelegenheid zat te wachten om een ‘ preventieve’ oorlog tegen Rusland en Frankrijk te beginnen, vóórdat de militaire krachtsverhoudingen een Duitse overwinning onmogelijk of in elk geval onzeker zouden maken. In dit verhaal zijn ‘ Duitsland’ en ‘ Oostenrijk-Hongarije’ abstracties. Het gaat in beide gevallen om een kleine groep van de hoogste politieke en militaire leiders, die in het geniep een oorlog voorbereidden en hun burgers daarover in het ongewisse lieten. Negentig jaar later is het onmogelijk geen parallellen te zien met het heden, waar een kleine groep rond en met de Amerikaanse president al vanaf diens merkwaardige aantreden aan oorlogen tegen ‘ schurkenstaten’ dacht. Naar buiten toe bleef dat onzichtbaar. Alleen het proclameren van de ‘ preemptieve oorlog’ in een officieel regeringsdocument deed vermoeden waaraan in het meest gesloten Witte Huis van na de Tweede Wereldoorlog werd gewerkt. De aanslagen van ‘ 9/11’ verschaften het voorwendsel een al lang voorgenomen oorlog tegen Irak te beginnen, zoals de moord op aartshertog Frans Ferdinand en zijn echtgenote in 1914 door de Oostenrijks-Hongaarse leiding werd gebruikt om met Servië af te rekenen. Net als in 1914 dachten de aanstichters dat de oorlog het eigen morele gelijk zou vestigen, Duitse Kultur toen, Amerikaanse ‘ democratie’ nu. Ze misrekenden zich. De oorlog was niet binnen een paar maanden beslecht. Ook nu zijn de resultaten averechts.

Het Internationaal Instituut voor Strategische Studies stelt in zijn pas verschenen jaaroverzicht vast dat als gevolg van de aanval op Irak het er nu wemelt van buitenlandse terroristen en dat de kans op terreurdaden in het Westen erdoor is vergroot. De enige troost is dat Bush jr en de zijnen af moeten zien van hun voorgenomen vervolgoorlogen, omdat de Amerikaanse strijdkrachten met de bezetting van Irak overbelast zijn.

Nederland bleef in 1914 buiten de wereldoorlog, dankzij een wijziging in het Duitse aanvalsplan. Nu meldde het zich vrijwillig, toen het dacht dat de oorlog in Irak was afgelopen, om mee te doen aan de bezetting. Zo mocht het officieel natuurlijk niet heten, net zoals het ook niet de bedoeling was dat de Nederlandse eenheden in Irak wapens zouden gebruiken, of op zouden treden tegen guerrillero’s.

Deze veel te rooskleurige voorstelling van zaken vormt de context waarin het openbaar ministerie tot een lomp uitgevoerde vervolging van sergeant-majoor Eric O. besloot. De Kamerleden die daar moord en brand over schreeuwen, doen er beter aan de regering ter verantwoording te roepen voor de ondoordachte en steeds meer foutief gebleken vooronderstelling op grond waarvan zij troepen naar Irak heeft gestuurd.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
21-10-2004

« Terug naar het overzicht