Het moeras
TOT HOEVER is het Westen bereid de Servische agressie te tolereren? Duidelijk is inmiddels wat allemaal onder die agressie moet worden verstaan. De Bosnische Serviers onder de veronderstelde leiding van de enigszins op een gevulde Lubbers lijkende Radovan Karadzic en het Klein-Joegoslavische Servie van Slobodan Milosevic spelen onder een hoedje.
Het leger van Milosevic helpt openlijk de Bosnische Serviers en frustreert even openlijk de hulpkonvooien van de Verenigde Naties. Waarom ook niet? Alle Servische grofheden en vertrouwensbreuken zijn tot nu toe lankmoedig genegeerd. Sterker nog: na het twee jaar stelselmatig niet nakomen van overeenkomsten door Milosevic, roepen de VN hem nog steeds aan om zijn pion Karadzic tot rede te brengen - alsof die niet door Belgrado gestuurd wordt.
Het antwoord op de eerste vraag schijnt te zijn, na misschien wel tweehonderdduizend doden, dat alles mag, maar een officiele opsplitsing van Bosnie-Hercegovina, lidstaat van de VN, tussen Kroatie en Servie onaanvaardbaar is. Op die minimale basis is het 'vredesplan' van Cyrus Vance en Lord Owen gebaseerd. Zij moesten een constructie bedenken die Bosnie laat bestaan, maar tegelijkertijd zo weinig mogelijk onmiddellijke problemen voor de buitenwereld inhoudt. Onmiddellijke problemen: dat is de definitie van daadwerkelijk gewapend optreden tegen de Servische agressie.
Het 'vredesplan' is nu door twee van de drie betrokken partijen getekend. De Bosnische Serviers willen niet tekenen. Sterker nog, zij gaan door Moslims te verdrijven uit gebieden waarop de laatsten volgens dat plan recht houden. Niettemin is het de tactiek van Owen en Vance de druk op de Serviers zover op te voeren dat zij alsnog tekenen. Dit moet binnen tien dagen gebeuren, anders vervalt de instemming van de officiele regering van Bosnie-Hercegovina. Over wat er dan gaat gebeuren, wil men liever niet nadenken op de plaatsen waar erover zou moeten worden nagedacht. De staatslieden van Europa hopen nog steeds dat het vanzelf overgaat, daar op de Balkan, terwijl het bloed al over hun drempels binnendruipt.
Als de Serviers alsnog tekenen, verwacht niemand dat zij zich aan het akkoord zullen houden. Het is alleen van belang, omdat het de VN de mogelijkheid geeft een vredesmacht in Bosnie te stationeren om op de overeenkomst toezicht te houden. Zo kan andermaal de keus voor gewapend ingrijpen worden ontlopen.
Maar niet heus. Onder deze omstandigheden is er geen sprake van dat VN-troepen 'toezicht' houden op de naleving van het akkoord. Die naleving zal moeten worden afgedwongen. Dat kan alleen door een grote, goedgeorganiseerde en zwaarbewapende legermacht, die het mandaat heeft terstond militair op te treden tegen elke schending. De enige instantie die daarin kan voorzien, is de Navo. Nu al kunnen de VN-troepen in Bosnie alleen maar opereren, omdat commando en verbindingen bemand zijn met soldaten uit Navo-lidstaten, die in onderlinge samenwerking zijn geoefend.
Maandenlang is in Brussel op dit scenario geoefend, waarbij een rituele dans tussen militairen en diplomaten eindeloos is herhaald. De militairen leggen steeds uit wat er nodig is voor zo'n operatie. De diplomaten worden dan verschrikkelijk zenuwachtig en roepen dat dat politiek niet kan. Zij zijn de echo van onze Westeuropese leiders, die nu al een jaar hun koppen in het zand steken. Wat willen zij die graag weer aan het daglicht tonen en dan zien: het is over! Er is vrede!
Maar deze vrede vergt volgens de meest optimistische schatting een langdurige presentie van zestigduizend man troepen. Dan doen zich meteen al praktische problemen voor. De Fransen willen graag meedoen, maar niet als onderdeel van een Navo-operatie. De Grieken, Turken en Italianen mogen vanwege de geschiedenis niet meedoen. De Duitsers hebben zich op (overigens dubieuze) constitutionele gronden buitengesloten. Groot-Brittannie beschikt na de incassering van het vredesdividend nauwelijks over beschikbare eenheden van enige omvang. Nederland wil niet (kan wel) meedoen vanwege de motie-Frinking, of liever gezegd omdat de legerleiding de vorming van vrijwilligersbataljons voor VN-taken om politieke redenen heeft nagelaten. Spanje is militair niet in de Navo geintegreerd. De Navo-VN-vredesmacht zou dus in theorie bestaan uit Belgische, Deense, Noorse, Portugese en Luxemburgse eenheden (de Navo-lidstaat IJsland heeft geen leger). Tenzij de Amerikanen op grote schaal meedoen, maar daarover is de regering-Clinton verdeeld.
De militaire logica stelt dat de enige kans op vrede in Bosnie is gelegen in de aanwezigheid van een overweldigende militaire aanwezigheid van de VN. De politieke logica wijst in de richting van een minimale inzet, in de futiele hoop dat de wapenstilstand wel zal worden nageleefd. Als opnieuw voor de laatste wordt gekozen, leidt dat tot precies die uitkomst die het Westen nu al bijna twee jaar probeert te vermijden: militair verzeild raken in een oeverloos moeras. Het is wel een moeras dat met grote zorg en inventiviteit is aangelegd en wordt bewaterd door EG en VN - alsof zij een zo aangenaam mogelijke leefomgeving hebben willen scheppen voor de Milosevics en Karadzics van deze wereld.
- Auteur
- Bart Tromp
- Verschenen in
- Het Parool
- Datum verschijning
- 31-03-1993