Het pionierswerk van Stakhanov

OH, IF I WERE a rich man, of in ieder geval een ambtenaar van Financien die bezuinigingen moest verzinnen bij andere departementen.

(Barse stem) 'In een zich globaliserende wereldeconomie zijn steden als Amsterdam, Den Haag en Rotterdam qua schaalgrootte te klein. Zij dienen te worden samengevoegd tot een gemeente, ten einde het beoogde en noodzakelijke draagvlak te verkrijgen dat vereist is om de concurrentie op wereldniveau aan te gaan en vol te houden. Als vestigingsplaats van de nieuwe gemeente 'Romsterhaag' schrijven wij voor: het voormalige 's-Gravenhage, omdat dit tussen Amster- en Rotterdam in ligt.'

'Deze concentratie levert bovendien aanzienlijke besparingen op: een burgemeester in plaats van drie; dezelfde inkrimping van wethouders en gemeenteraden; integratie van gemeentelijke vervoersbedrijven door invoering van dezelfde bussen, trams en metrostellen, en ga zo maar door. De kosten van de gedwongen verhuizingen kunnen worden betaald uit de verkoop van het daardoor vrijkomende onroerend goed, waarbij het te verwachten batig saldo wordt ingezet voor de verlaging van het financieringstekort.'

Geen normaal mens zal dit verhaal serieus nemen. Maar als men dit scenario vertaalt naar het hoger onderwijs, dan wordt het in alle ernst naar voren gebracht, bij voorbeeld door voor te stellen universitaire opleidingen in de sterrenkunde ('wie verdient daar wat mee,' lees je ze denken) in een universiteit bij elkaar te brengen. Ambtenaren denken nu eenmaal - zeker bij Financien - dat iets goedkoper wordt door kleine zaken samen te voegen tot grote, door ze te 'concentreren'.

Dit bestuurskundige bijgeloof is heden ten dage vrijwel onuitroeibaar. Alleen daardoor is het mogelijk dat halverwege de jaren tachtig een universitaire tandartsenopleiding wordt gesloten, ten koste van enkele honderden miljoenen guldens kapitaalvernietiging, en dat nog geen tien jaar later, geheel volgens voorspellingen die indertijd genegeerd werden, een nieuwe universitaire tandartsenopleiding moet worden opgebouwd, wat opnieuw honderden miljoenen kost.

In de politiek roept zoiets niet eens verbazing op, laat staan verontwaardiging of een woedend zoeken naar hoe dit mogelijk is geweest en wie ervoor verantwoordelijk zijn. De Nederlandse politiek krijgt immers steeds vaker absurde trekken, zeker als het om onderwijspolitiek gaat. Men wordt gedwongen daaraan gewend te raken.

Verzet helpt niet. Het educatief-politieke complex dat hier de dienst uitmaakt, gaat gewoon zijn gang en op elke mislukte vernieuwing volgt een verbetering die nog meer kost en nog minder aantoonbaars opbrengt. De ene onderwijsvernieuwing volgt op de andere onderwijshervorming, zonder dat ooit duidelijk wordt of het onderwijs erdoor verbeterd wordt.

Sinds met de invoering van de Mammoetwet het zogenaamde 'constructieve onderwijsbeleid' van de grond kwam, zijn vele tientallen miljarden belastinggeld hier over de balk gesmeten. Als een parlementaire enquete ergens goed voor zou zijn, dan is het wel om uit te zoeken wat nu eigenlijk de opbrengst van dit beleid is geweest. Maar daarvoor heeft geen enkele politieke partij belangstelling; alle zijn zij medeplichtig en alle weten in hun hart dat het meeste weggegooid geld is. Dat hoeven ze niet uit te zoeken, en dat willen zij niet.

Het enige voordeel van elke nieuwe absurditeit is, dat deze steeds weer feilloos past in mijn these dat het onderwijs de Sovjetzone van de Nederlandse samenleving vormt. Hier staat de Muur nog recht overeind.

Een paar jaar geleden leefde hij nog, maar als ik rondvraag, zegt niemand de naam nog iets: Alexej Stakhanov. Deze dolf in het Donetzbekken in september 1935 in een werkperiode 102 ton kolen; dat was meer dan veertien keer de normale hoeveelheid per mijnwerker. Stakhanov werd met eerbewijzen overladen en tot voorbeeld gesteld aan alle werkenden. Overal werden 'stakhanovistische brigades' opgericht om werktempo en produktie te verhogen. Daarna werd de arbeidsnorm omhooggeschroefd. Wat Stakhanov had gekund, moest nu iedere arbeider presteren. Zo vond Stalin een vorm van uitbuiting uit waaraan Marx nog geen aandacht had kunnen besteden, en moesten de Russen harder werken voor minder geld.

Aan Nederlandse universiteiten werd, zo vonden de ambtenaren van Onderwijs in het begin van de jaren tachtig, te weinig aan onderzoek gepresteerd en zij vonden allerlei stakhanovistische technieken uit om daaraan wat te veranderen. Gevolg daarvan is dat er steeds meer wordt gepubliceerd en steeds minder gelezen, en dat volgens sommige berekeningen de Nederlandse universiteiten nu meer wetenschappelijke artikelen per onderzoeker produceren dan waar ook ter wereld.

Men zou denken dat dit bij de politiek en de ambtenaren tot grote tevredenheid zou hebben geleid. Deze beleidsdoelstelling is dan toch maar gehaald. Maar wordt van het Amerikaanse academische leven gezegd dat het gebaseerd is op het dreigement 'publish or perish', (publiceer of ga ten onder), in Nederland is een variant bedacht: 'publish and perish'.

In de ambtelijke notities die nu rondgaan ter voorbereiding van de vijfhonderd miljoen gulden aan bezuinigingen die het hoger onderwijs in het regeerakkoord in rekening zijn gebracht voor een stelselwijziging, wordt voorgesteld zestig miljoen te bezuinigen op universitair onderzoek, omdat er zoveel aan onderzoek wordt gepubliceerd.

Alexej Stakhanov is al bijna zestig jaar Held van de Sovjetunie. Dat is te min: de ministeries van onderwijs en financien dienen hem alsnog eer te bewijzen voor zijn pionierswerk ten behoeve van de Sovjetzone van Nederland.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
09-11-1994

« Terug naar het overzicht