Het slagveld
DRIE EN EEN HALVE MAAND na de Londense vredesconferentie over Joegoslavie komen de deelnemers eraan opnieuw bijeen. Zij zullen in Geneve vaststellen hoe het nu staat met de dertien principes die toen werden aanvaard als basis voor een vredesregeling in Joegoslavie. Dat is geen moeilijk karwei.
Van geen enkel principe is ook maar iets terecht gekomen. De strijd is niet gestaakt, de mensenrechten worden niet geeerbiedigd, de kampen zijn niet gesloten, de 'etnische zuiveringen' gaan onverminderd door, geen enkele oorlogsmisdadiger is in staat ven beschuldiging gesteld, de grenzen en onafhankelijkheid van de Joegoslavische staten worden niet gerespecteerd en de resoluties van de Verenigde Naties worden niet nageleefd.
Geen wonder dat de VN-commandant in Sarajevo, de Egyptische brigade-generaal Hoessein Ali Abdoel Razek, vorige week verklaarde dat de inspanningen van de VN 'volledig mislukt' waren. Naar zijn mening zouden de VN duidelijk moeten maken dat zij bereid zijn in te grijpen om een eind aan de oorlog te maken. Dat is andere taal dan die van zijn VNsuperieur, de Franse generaal Philippe Morillon. Die zei twee weken eerder, na afsluiting van het zoveelste bestand, dat het de goeie kant uitging en dat de oorlog in Bosnie zo goed als voorbij was. Hij is nog steeds op zijn post.
Het lijkt erop dat er nu een VN-resolutie komt die kracht bijzet aan het vliegverbod over Bosnie. Als die er komt en als die wordt uitgevoerd, mede door Nederlandse F-16s, dan zal dat op zijn best een gebaar en op zijn ergst een domme politiek-militaire zet zijn.
Om deze stelling uit te leggen, is het nodig eerst in te gaan op aard en karakter van de oorlog die nu in Bosnie woedt. Over de militair-technische aspecten van de oorlog verneemt men eigenlijk weinig in de media, maar na wat sprokkelwerk kom ik tot het volgende beeld:
Aan Servische zijde opereren in totaal ongeveer 90.000 man geregelde troepen, georganiseerd in vijf legerkorpsen (die echter ver beneden hun organieke sterkte zijn, anders zou het om 200.000 man gaan). Het grootste daarvan is het Sarajevo-Romanija-korps, dat zo'n 19.000 man en 60 tanks telt. In totaal beschikken de Serviers over 200 tanks en enkele honderden stukken geschut. Vooral in het weekeind worden zij versterkt met duizenden vrijwilligers, die erop uit zijn te roven, te moorden en te verkrachten.
Het lijdt geen twijfel dat de Servische troepen vanuit Belgrado geleid worden en dat er sprake is van een systematisch plan om de niet-Servische bevolking van Bosnie te liquideren en te verjagen. Het lijdt ook geen twijfel dat de autonomie van lokale commandanten om zich van bestanden niks aan te trekken, niet inhoudt dat ze zonder toestemming van hun superieuren handelen.
De Serviers beschikken over enorme voorraden (gedeeltelijk verouderde, maar nog bruikbare) munitie, uit de oorlogsdepots van het Joegoslavische leger in Bosnie. Geschat wordt dat zij daaraan genoeg hebben om nog vijf jaar op Sarajevo te schieten. Zij opereren niet in grote verbanden, maar voornamelijk op compagniesterkte, of in nog kleinere eenheden van twintig man. Artillerie wordt niet ingezet in batterijen, maar veelal als afzonderlijke vuurmonden. Tanks worden niet als tanks, dat wil zeggen als gepantserde aanvalsspitsen gebruikt, maar als rijdend geschut.
Deze Servische tactiek is mogelijk omdat hun tegenstanders niet beschikken over tanks, geschut en vliegtuigen, waardoor zij gedwongen zouden zijn zich meer te concentreren en meer troepen voor defensieve doeleinden te reserveren. De vliegbewegingen die in strijd met het VN-verbod door Serviers worden uitgevoerd, bestaan voornamelijk uit helikoptervluchten, waarmee voorraden en hoge officieren worden getransporteerd. De Servische tactiek lijkt ook voort te komen uit een geringe bereidheid echte risico's te nemen, zoals bij voorbeeld een gecombineerde pantser- en infanterie-aanval op een stad, of een militaire tegenstander. Het is gemakkelijker om onbedreigd kannonnen of mortieren op burgers af te vuren.
De Bosnisch-Kroatische troepen tellen ongeveer 80.000 man, maar zij beschikken niet over tanks en vliegtuigen en nauwelijks over geschut. Ook zij opereren, noodgedwongen, in kleine verbanden. De Serviers zijn niet in staat het territorium dat zij veroverd hebben, geheel te beheersen. Daarvoor zijn ze met te weinigen en missen zij het voordeel van lokale kennis. Zodoende zijn ze niet bij machte een werkelijk veilige corridor in stand te houden tussen het eigenlijke Servie en de door de Serviers bezette gebieden in Kroatie.
Wat betekent in deze situatie naleving van het vliegverbod? Houden de Serviers zich eraan, dan verandert dat militair weinig aan de oorlog op de grond. Houden zij zich niet eraan en worden enkele Servische helikopters neergeschoten, dan worden de (licht bewapende) VN-troepen in Bosnie zonder twijfel doelwit. Dan zal de VN daar niet meer als neutrale partij kunnen opereren, zonder dat duidelijk is in dienst van welke politiek zij nu gedwongen zijn gewapenderhand op te treden.
Daar gaat het nog steeds om: het politieke doel. Als dat er niet is, treedt het 'Vietnamscenario' immers in werking, zegt iedereen al een hele tijd. Maar in feite werken de Europese Gemeenschap en Verenigde Naties al meer dan een jaar volgens dat scenario. Anderhalf jaar geleden was een commentator voor gek verklaard, als hij had voorspeld dat nu meer dan 20.000 man VN-troepen zonder enige duidelijk politiek doel in het voormalige Joegoslavie gestationeerd zouden zijn, terwijl de burgeroorlog daar alleen maar gruwelijker was geworden.
- Auteur
- Bart Tromp
- Verschenen in
- Het Parool
- Datum verschijning
- 16-12-1992