Het vrije woord bedreigd

BART Tromp

Het vrije woord bedreigd

Wat mij trof was dat niemand had uitgezocht wat er aan de hand was.

Het vrijwilligE vertrek van Paul Cliteur als columnist van Buitenhof heeft potsierlijke kanten, maar ook verontrustende. Over de eerste schreef ik hier twee weken geleden. Deze keer de verontrustende kanten. Terwijl ik het vorige artikel schreef, werd ik gebeld door de redacties van drie tv-actualiteitenprogramma’s en een half dozijn kranten. Zij wilden allemaal dat ik met Bart Jan Spruyt zou discussiëren (de tv-redacties) dan wel reageerde op zijn beschuldigingen aan mijn adres.

Paul Cliteur mag dan lid zijn van het comité van aanbeveling van de Edmund Burke Stichting, Spruyt is de directeur van deze conservatieve, door rechtse Amerikanen gefinancierde ‘ denktank’. Spruyt schrijft geen column, maar beweert dat hij al sinds januari 2003 zodanig wordt bedreigd dat hij door lijfwachten bewaakt moet worden. Aangifte van die bedreiging heeft hij overigens nooit gedaan. Voor die bedreiging stelt Spruyt vooral mij verantwoordelijk. Natuurlijk zwaaien de extremisten die hem een kopje kleiner willen maken, niet schuimbekkend met mijn uitgeknipte columns. Maar mijn geschrijf heeft wel mede het klimaat geschapen waarin zij op het idee waren gekomen de directeur van de Edmund Burke Stichting te bedreigen. Aldus Spruyt.

Ik heb de laatste jaren een paar keer met Spruyt en zijn inmiddels ontslagen mededirecteur Joshua Livestro in het openbaar gedebatteerd. Nog in juni nodigde Spruyt mij uit voor een reeks discussies op het hoofdkantoor van de Burke Stichting. In oktober heb ik voor het eerst iets geschreven over die stichting, een inhoudelijke kritiek op haar eerste geschrift. De naam Spruyt is toen niet eens gevallen.

In februari verscheen in Vrij Nederland een giftige, van haat doordesemde ‘ brief aan mijn vijand’ van de hand van Spruyt, gespeend van enige inhoudelijke argumentatie, gericht aan mij persoonlijk. En een maand later was ik dus verantwoordelijk voor een klimaat waarin hij al meer dan een jaar bedreigd zegt te worden, ook al heb ik pas op 26 februari voor het eerst zijn naam genoemd in een artikel, dat een reactie was op zijn scheldstuk tegen mij. Wat mij trof was dat al die redacties die mij opbelden, de beweringen van Spruyt voor zoete koek hadden geslikt en dat niemand de moeite had genomen uit te zoeken wat er feitelijk aan de hand was. “Gaat u door zo te schrijven? ” informeerde de interviewer van Twee Vandaag , die voorzover ik kon nagaan nooit een letter van mij had gelezen, op beschuldigende toon. Bij Cliteur ging het niet anders. Die klaagde over ‘ de aanvallen’ van Piet Grijs, Marcel van Dam en Thijs Wöltgens. Algemeen is die klacht overgenomen door kranten, politici en columnisten, alsof het uiten van kritiek op iemands standpunt hetzelfde is als iemand bedreigen. Van Piet Grijs spraken ze algemeen schande, omdat hij geschreven had Cliteur graag ‘ onder de tram te zien’. Piet Grijs is mijn vriend niet, maar het ging wel om een volledig uit zijn verband gerukt citaat. Marcel van Dam blijkt 2,5 jaar geleden één zin met kritiek op Cliteur te hebben geschreven. Dat hij, zoals door een tv-redactie beweerd, Spruyt had ‘ gedemoniseerd’, viel moeilijk vol te houden, aangezien hij nog nooit een letter aan de man had besteed. De gewraakte column van Wöltgens in De Limburger, stelden grachtengordeldieren meesmuilend vast, was een inhoudelijke kritiek op standpunten van Cliteur.

Maar het grote koor van napraters vindt het schande. In een zelden vertoonde mengeling van hysterische opgewondenheid kon je van allerlei columnisten vernemen dat het vrije woord wordt bedreigd door ‘ oud-linkse dinosauriërs’ (Dick Pels, zelf 56), het ‘ dino-terrarium’( Joost Zwagerman) en nog vele anderen, waarna Wouter Bos het veilig genoeg vond een duit in het zakje te doen: ‘ linkse mastodonten’. Femke Halsema wierp zich op tot hoedster van het vrije woord, maar waarschuwde dat ‘ een paar oude, dogmatische mannen niet met links moeten worden verward’. In Elsevier kreeg Leon de Winter zo’n waas voor de ogen dat hij ‘ individueel’ las waar Wöltgens ‘ universeel’ had geschreven, met desastreus gevolg voor zijn betoog. Gemeenschappelijk aan al deze reacties is dat auteurs verdacht worden gemaakt in plaats van dat op hun betoog wordt ingegaan. Dat is de ware bedreiging van het vrije woord.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
15-04-2004

« Terug naar het overzicht