Huichelarij over dualisme

Het bestuur roept Bos op zijn woord te breken: de politiek leider in het kabinet garandeert een gedweeë PvdA-fractie.



Vooral voorstanders van politieke vernieuwing hebben altijd de mond vol van dualisme. Er moet een duidelijke scheiding bestaan tussen degenen die het bewind voeren – regering, college van burgemeester en wethouders – en de gekozen volksvertegenwoordigers. Alleen dan werkt democratie.

D66 had daar heel lang zelfs een formule voor. De kiezer moest een stem op de macht uitbrengen, maar ook een stem op de controle op de macht. In 2003 was D66 bereid Balkenende nogmaals als leider van een rechts kabinet in het zadel te helpen. Tegenprestatie: de instemming van VVD en CDA met bestuurlijke vernieuwingen. Weliswaar in strijd met wat de burger vóór de verkiezingen was verzekerd, maar ná de verkiezingen heeft die niets meer te vertellen.

Over politieke vernieuwing heeft D66 het al veertig jaar. Andermaal trad echter aan het licht dat de partij geen enkel idee had wat die feitelijk in moest houden. Het programma van D66-minister Thom de Graaf had niettemin als motto ‘ nu of nooit’.Alles moest democratisch vernieuwd zijn vóórdat de kiezer zich daarover uit kon spreken.
Deze bruutheid brak hem op. Zijn poging de burgemeester te vervangen door een rechtstreeks te kiezen functionaris met onduidelijke bevoegdheden kreeg in de Eerste Kamer geen enkele steun van de oppositiepartijen, uitgezonderd de overgebleven senator van de LPF.

Gewezen D66-Kamerlid Bert Bakker zette zaterdag in de Volkskrant uiteen wat er daarna was gebeurd. De Graaf had van de regeringspartijen geëist dat ze zijn ongelofelijk ingewikkelde wetsvoorstel voor een nieuw kiesstelsel zouden steunen. Maar zelfs de D66-fractie was niet bereid die garantie te geven. De Graaf trad af en D66 gaf de PvdA de schuld.

Vervolgens onthult Bakker de gang van zaken rond het D66-standpunt over Nederlandse deelname aan de militaire missie in Afghanistan. De fractie was tegen. Maar Brinkhorst en Pechtold waren niet van zins hun ministerszetel op te geven. Volgens Bakker is de fractie daarna niet alleen door de bewindslieden, maar ook door de D66-aristocratie (elders spreekt men van partijbaronnen) gedwongen tot een terugtocht die fractieleider Dittrich de kop kostte.
Aangenomen dat Bakker niets heeft gelogen – waarom zou hij? – zien we dat de kampioen van het dualisme het in de praktijk zo regelt dat niet de Kamerfractie de regering controleert, maar dat de D66-ministers en niet-gekozen partijbonzen het standpunt van de fractie afdwingen.

Wij zien nu hetzelfde gebeuren. Wouter Bos beloofde vóór de verkiezingen als politiek leider van de PvdA in de Tweede Kamer te blijven, tenzij hij premier kon worden.

Eergister riep het bestuur van de PvdA hem op zijn woorden in te slikken. Zwaargewichten met grote politieke ervaring als Han Noten (fractievoorzitter Eerste Kamer) en Michiel van Hulten (voorzitter partijbestuur) betoogden dat Bos als minister van Financiën en vicepremier zijn bestuurlijke kwaliteiten zou kunnen demonstreren en de stabiliteit van dit kabinet garanderen. De fractie volgde. Bos toonde zich onder de indruk.

Onwillekeurig moest ik denken aan scène 7, derde bedrijf, van Shakespeares Richard III, waarin Richard zogenaamd tegen zijn zin door het volk van Londen bewogen wordt de troon te aanvaarden.

De oproep aan Bos zijn woord te breken houdt in: met de politiek leider in het kabinet is een gedweeë PvdA-fractie gegarandeerd. Dualisme, een kritische opstelling ten opzicht van dit rare kabinet (als het er komt), moet van tevoren worden uitgesloten.

Een kwart eeuw geleden maakte ik deel uit van het PvdA-bestuur, toen daar de vraag aan de orde kwam of partijleider Joop den Uyl onder Dries van Agt, vier jaar zijn politieke opponent, minister moest worden. Iedereen, ook Joop, was voor. Ik was de enige tegenstemmer. Negen maanden later lag het kabinet in puin en was de reputatie van Den Uyl danig aangetast.

Acht jaar later werd Wim Kok  vicepremier en minister van Financiën onder Lubbers. Vier jaar later verloor de PvdA twaalf zetels.

Zijn ministeriële kwaliteiten heeft Bos allang geëtaleerd toen hij in het laatste paarse kabinet erin slaagde de rechtse belastingherziening door te voeren. De huidige formatie bevestigt mijn stelling: gesteld voor de keuze tussen regeermacht en dualisme kiezen de elites van politieke partijen blindelings voor het eerste. Dualisme is een lied voor verliezers. Maar regeren levert vaak meer verlies.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
01-02-2007

« Terug naar het overzicht