Humanitaire interventie

VORIGE WEEK overleed Bob van der Stok, van wie ik nooit meer iets had gehoord sinds ik heel lang geleden The Great Escape van Paul Brickhill las. Bob van der Stok was een van de drie geallieerde piloten die de grote ontsnapping overleefden uit Stalag Luft, het kamp in Silezie waar de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog gevangen genomen luchtmachtofficieren opsloten.

Alle boeken die ik daarover heb gelezen, kan ik niet meer vinden. Veel ervan kwamen uit als Prismapockets, in de tijd dat die vijf kwartjes per exemplaar kostten. Deze oorlog was niet echt onaangenaam, herinner ik mij. Als je met je Spitfire of Hurricane was neergehaald, werd je door je overwinnaar uitgenodigd om in de mess te dineren, voordat je werd afgevoerd naar Stalag Luft nummer zoveel. Daar was het zonder meer gezellig. Je kon er talen leren, stukken van Noel Coward opvoeren, cricket spelen en bewakers voor de gek houden. Elke maand kwam er een Rode-Kruispakket, met lekkernijen en post.

Maar de voornaamste ontspanning bestond uit het voorbereiden van ontsnappingspogingen. En de mooiste ontsnappingspoging was die door het graven van een tunnel, die liefst onder de kachel in de barak begon. Bij de grootste poging met de langste tunnel ontsnapten meer dan vijftig krijgsgevangenen.

De meesten werden snel weer gepakt. Maar ze keerden nooit terug naar Stalag Luft. Een kwaad geworden Hitler liet ze allemaal doodschieten. Een oorlogsmisdaad die, geloof ik, nog onderdeel uitmaakte van de aanklachten in Neurenberg. Want dat doodschieten was in strijd met de Conventie van Geneve, die Duitsland ook had getekend.

De Sovjet-Unie had dat niet gedaan; er waren dan ook geen Russische piloten in Stalag Luft. Die krepeerden in de speciale kampen die Hitler voor Sovjet-Russische krijgsgevangenen had ingericht. Daar hoefde men zich aan niet de Conventie van Geneve te houden.

Dit herinnert ons eraan wat een nette oorlog de Tweede Wereldoorlog was, althans die tussen Hitler en de westelijke geallieerden. Alleen omdat beide partijen zich goeddeels hielden aan de voorschriften van het oorlogsreglement, maakten inbreuken daarop, zoals de moord op de ontsnapte luchtmachtofficieren, zo'n indruk. Uitsluitend onder die omstandigheden was humanitaire hulp, door het Rode Kruis bij voorbeeld, niet alleen mogelijk, maar ook zinvol, omdat geen van beide partijen er politiek voordeel aan kon ontlenen.

Vanaf het moment dat het eerste Rode-Kruisvoertuig opzettelijk werd beschoten en vanaf het moment dat de eerste vertegenwoordiger van het Rode Kruis in functie werd vermoord, was duidelijk dat in de oorlog die in ex-Joegoslavie wordt gevoerd, geen ruimte is voor humanitaire interventie in de eigenlijke zin. Die is alleen maar mogelijk als de hulp door allen als politiek neutraal wordt beschouwd en de strijdende partijen een aantal principiele beperkingen in de oorlogvoering accepteren, zoals het ongemoeid laten van de burgerbevolking en het in acht nemen van afspraken zoals die van de Conventie van Geneve.

Deze twee voorwaarden grijpen in elkaar en in het voormalige Joegoslavie zijn ze niet vervuld. De strijders storen zich niet aan God en gebod en de burgerbevolking is welbewust doelwit van hun acties, niet een toevallig slachtoffer omdat ze in de weg stond.

In zo'n situatie is 'humanitaire interventie' onmogelijk. Als de ene partij de burgers van de andere wil uitmoorden of verhongeren, is het sturen van voedsel aan de bedreigde burgers onherroepelijk een zet in de oorlogvoering. Nog merkwaardiger wordt het als, alleen maar vanwege mediamieke redenen, sommige bedreigde plaatsen wel worden geholpen en andere niet.

Volslagen idioot is het die transporten te laten uitvoeren onder 'bescherming' van VN-troepen, die vervolgens op geen enkele manier bescherming bieden. Waarom die transporten dan niet zonder militaire begeleiding uitgevoerd? Nu is een van de argumenten om militair niets te doen, de aanwezigheid van VN-militairen die niets doen behalve schietschijf zijn.

Humanitaire hulp van dit kaliber komt neer op het gerieflijker maken van de treinreis naar Auschwitz, dat ook weer niet zo ver aflag van het gezellige Stalag Luft nummer zoveel.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
24-02-1993

« Terug naar het overzicht