In Genua alleen maar verliezers

Per saldo is het resultaat van de top in Genua mager. Dat geldt zowel voor de regeringsleiders en hun gevolg als voor de demonstranten, concludeert Parool-columnist Bart Tromp. Beide vormen van politiek zijn op een dood spoor geraakt.

DE TWEE GROTE demonstraties die het afgelopen weekeinde in Genua werden gehouden, waren even kostbaar als massaal. Aan de ene namen bijna 2500 activisten deel. Volgens sommige schattingen bedroegen de kosten van deze demonstratie 270 miljoen dollar. De andere, die honderdduizend deelnemers telde, richtte in de binnenstad van Genua voor ongeveer zeventig miljoen dollar schade aan.

Beide demonstraties moeten uiteindelijk als mislukt worden beschouwd, in zoverre ze niet voor herhaling vatbaar zijn.

De eerste was die van de G 8, de topontmoeting tussen de politieke leiders van de zeven rijkste industrielanden in de wereld, plus de president van Rusland en de voorzitter van de Europese Commissie. Deze topontmoeting begon een kwart eeuw geleden op initiatief van de Franse president Valery Giscard d'Estaing en de West-Duitse kanselier Helmut Schmidt als een informeel samenzijn.

Dat initiatief demonstreert overigens dat de revolutie in communicatietechnieken de behoefte aan rechtstreekse contacten in de politiek eerder heeft vergroot dan achterhaald gemaakt. Terwijl die technieken, varierend van e-mail tot videoconferenties, overleg op grote afstand mogelijk hebben gemaakt, is tegelijkertijd het gereis en rondtrekken van regeringsleiders en ministers de afgelopen jaren alleen maar toegenomen. (In het bedrijfsleven is het niet anders.)

Onderonsje

Maar in de afgelopen 25 jaar is dit informele samenzijn geritualiseerd tot een manifestatie die tot uiting moest brengen dat hier de echte wereldleiders de werkelijke wereldproblemen onder ogen zagen en daarvoor gezamenlijk wereldoplossingen bedachten. Dit zijn pretenties die alleen al vanuit democratisch gezichtspunt - de G 8-staten zijn allen democratieen - als verwerpelijk moeten worden beschouwd. Op grond van welke kiezersbeslissingen zouden zij immers gemachtigd zijn in zo'n onderonsje tot verdragende beslissingen te komen?

Niet het democratisch tekort, maar de realiteit van de politieke machtsverhoudingen stond er echter borg voor dat deze topontmoetingen nooit meer opleverden dan communiques vol goede voornemens en vage beloften, die iedereen alweer vergeten was voor de volgende top plaatsvond.

Daar gaat het dan ook niet om: het gaat om een demonstratie van macht, ook wat betreft de onderlinge verhoudingen. De belangrijkste opbrengst van de top in Halifax (juni 1995) was de foto, waarin het leek of alle anderen aandachtig naar de Franse president, Jacques Chirac, stonden te luisteren, behalve president Clinton, die achteraf stond en in de lucht staarde. Sindsdien is het protocol kennelijk veranderd: in Genua poseerden de wereldleiders netjes in de rij, zoals vroeger de Sovjetleiders op het mausoleum van Lenin bij de 1 mei-parade.

Het slotcommunique waar de 2500 deelnemers aan hadden gewerkt, was vooral opmerkelijk omdat het duidelijk uitsprak dat er verschil van mening bestond tussen de Amerikaanse president Bush en de rest. Het besluit 1,2 miljard dollar ter beschikking te stellen voor een gezondheidsfonds waaruit aids, malaria en andere besmettelijke ziekten moeten worden bestreden, is niet bijster royaal - nog afgezien van het feit dat de G 8 niet over een eigen budget beschikken en de regeringsleiders dat bedrag toch eerst via het normale democratische traject moeten zien vrij te maken. Het bedrag kan natuurlijk ook worden verkregen door vier topontmoetingen a la Genua niet te houden en de kosten te besparen.

Maar al in Genua is besloten dat demonstraties van dit type niet meer zullen worden georganiseerd. In het vervolg is alleen nog plaats voor topontmoetingen die een informeel karakter dragen en niet langer pogen de indruk te wekken dat hier een wereldregering bij elkaar komt.

Massaal

Dat is zonder twijfel voor een groot deel het gevolg van de tegendemonstratie in Genua, die zich richtte tegen de wijze waarop de mondialisering economisch, politiek en cultureel destructief uitwerkt voor het grootste deel van de wereldbevolking. Het succes van deze tegenbeweging berust erop dat ze werkelijk transnationaal is, pluriform en massaal. Maar in Genua bereikte ze de grenzen van haar mogelijkheden. Ondanks pogingen daartoe was men niet in staat de orde in eigen gelederen te handhaven en een kleine gewelddadige minderheid buitenspel te zetten.

Wat eerst een voordeel was, slaat om in een nadeel: het quasi-spontane, veelvormige karakter van de transnationale tegenbeweging. Nu komt aan de orde het vraagstuk van organisatie en program, precies zo als dat halverwege de negentiende eeuw het geval was bij de sociale bewegingen die toen op nationaal niveau ontstonden. De modieuze gedachte dat zulke klassieke politiek-sociologische problemen niet meer bestaan dankzij internet en e-mail is verwaaid met het traangas in de binnenstad van Genua.

Wanneer de tegenbeweging er niet in slaagt zich zo te organiseren dat extremisten niet meer namens haar de toon kunnen proberen te zetten, verliest ze het kapitaal dat ze zich heeft verworven in de publieke opinie nog sneller dan KPN het zijne op de beurs.

Het organisatieprobleem hangt echter ten nauwste samen met het programmatische: organisatie is immers alleen maar mogelijk op basis van gedeelde uitgangspunten. Een program dat als grootste gemene deler niet meer bevat dan verzet tegen de wijze waarop mondialisering politiek en economisch (de 'Washington-consensus') de laatste twintig jaar is vormgegeven, schiet dan te kort.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
26-07-2001

« Terug naar het overzicht