IN IRAK BEGINT HET NU PAS

De gevechtshandelingen in Irak zijn - voorlopig? - voorbij, maar de werkelijke problemen beginnen nu pas. De eerste - uit Londense ballingschap - ingevlogen sjiitische leider, sjeik Abdul Majid al- Khoei, is al door rivaliserende sjiieten in stukken gehakt, nota bene in de moskee in Najaf waar zich het graf bevindt van Ali, de schoonzoon van Mohammed en de grondlegger van de sjiitische islam. Wie de recente beelden uit de heilige plaats Kerbela zag van de immense stoet sjiitische pelgrims die zichzelf met messen en kettingen tot bloedens verwondden bij de eerste processie van deze aard sinds die vanaf 1977 was verboden, kon enig besef krijgen van de complicaties bij de geplande invoering van 'democratie' in dit land.

Dat is ook voor Nederland van belang, want de demissionaire regering overweegt aan een internationale vredesmacht een eenheid van zeshonderd tot duizend man toe te voegen, op kosten van de begroting van Ontwikkelingssamenwerking (wat ik overigens juist zou vinden.) Voorlopig is echter nog helemaal niet duidelijk of zo'n vredesmacht er komt, onder welke auspicien deze zou opereren, laat staan wat zij er precies zou moeten doen.

Hier doet zich een kwestie voor waar nog niet veel op is gewezen. Het gewapend optreden van de Verenigde Staten en Groot-Brittannie heeft naar de mening van vrijwel alle volkenrechtgeleerden geen basis in de internationale rechtsorde. Daarvoor was een uitdrukkelijke resolutie van de Veiligheidsraad noodzakelijk geweest en die is nooit in stemming gebracht.

President George W. Bush heeft zich vervolgens enerzijds beroepen op een rechtstreekse bedreiging van de Verenigde Staten door Irak, anderzijds heeft hij zich, evenals de Britse premier Tony Blair, beroepen op resolutie 1441 van de Veiligheidsraad, waarin Irak in scherpe termen werd gemaand zich aan de verplichting te houden massavernietigingswapens op te geven. Dit beroep op resolutie 1441 als een rechtvaardiging om tot oorlog over te gaan was voos. In paragraaf 12 ervan staat dat de Veiligheidsraad bijeen dient te komen nadat de wapeninspecteurs rapport over de uitvoering van de resolutie hebben uitgebracht om dan de situatie te beoordelen en daaruit consequenties te trekken.

Maar goed, de Verenigde Staten en Groot-Brittannie beroepen zich nochtans op resolutie 1441 om hun oorlog te kunnen voeren. De Nederlandse regering heeft zich daarbij aangesloten en gesteld dat dit beroep de oorlog tegen Irak inderdaad legitimeert. Zoals gezegd, volkenrechtelijk en feitelijk een niet houdbaar standpunt. Maar wie dat standpunt niettemin accepteert en dus beweert op basis van een resolutie van de Veiligheidsraad te handelen, die dient logischerwijs vervolgens aan diezelfde Veiligheidsraad rapport uit te brengen en de verdere afhandeling van wat er met Irak gebeurt onder diens verantwoordelijkheid te houden.

De Verenigde Staten doen dat niet en zijn dat duidelijk ook niet van plan. Premier Blair, die deze consequente lijn kennelijk wel wil volgen, kreeg zijn Amerikaanse vriend in een gezamenlijk communique bij hun bespreking op 8 april in Noord-Ierland niet verder dan de zinsnede dat de Verenigde Naties een 'vitale rol' moeten spelen bij de wederopbouw van Irak. Terwijl Blair erop uit was dat een interimbestuur voor Irak zou worden gevormd onder auspicien van de Verenigde Naties, legde Bush journalisten uit dat de Verenigde Naties zich mochten concentreren op hulpverlening aan de bevolking. Ook mochten ze namen noemen voor zo'n interimbestuur. Maar dat bestuur wordt benoemd en geleid door de Verenigde Staten. Voor alle zekerheid heeft minister Colin Powell van Buitenlandse Zaken twee dagen later uitgelegd dat de term 'vitale rol' welbewust door de Verenigde Staten was gekozen als aanduiding dat het om niet meer dan humanitaire hulp mocht gaan.

Hieruit valt weinig anders op te maken dan dat het beroep van president Bush op resolutie 1441 als legitimatie voor zijn oorlog tegen Saddam Hoessein niet alleen geen basis vindt in de tekst van die resolutie, maar ook niet eerlijk en ernstig gemeend was.

Ik ben benieuwd of de demissionaire regering van Nederland nu weer net zo slaafs achter dit Amerikaanse beleid aansloft als ze dat bij alle belangrijke beslissingen over Irak in de afgelopen maanden heeft gedaan. Als ik op recente uitlatingen van minister van Buitenlandse Zaken Jaap de Hoop Scheffer (CDA) afga, zal dat deze keer niet gebeuren. Nederland zou, zo zei hij in een interview, aan een internationale 'stabilisatiemacht' kunnen deelnemen, maar die zou dan wel op basis van een machtiging van de Veiligheidsraad in het leven moeten zijn geroepen.

Intussen is van massavernietigingswapens die de Verenigde Staten kunnen bedreigen - dat andere argument van president Bush om tot oorlog over te gaan - nog steeds geen spoor gevonden. Nu zegt Washington dat het wel een jaar kan duren voor het zover is. De inspectieteams van de Verenigde Naties moesten het van de Amerikaanse regering in weken doe. Nu mogen ze, net als onder Saddam Hoessein voor resolutie 1441, Irak niet in.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Elsevier
Datum verschijning
03-05-2003

« Terug naar het overzicht