Islamologie en terreur

Sinds 11 september valt er van alles te vernemen over de relatie tussen Islam en politiek, en in het bijzonder die tussen Islam en terrorisme. In de afgelopen weken is van allerwegen betoogd dat het terrorisme van bin Laden niks met de Islam te maken heeft, in gaat tegen de leer van de profeet, die bovendien een zachtaardig mens moet zijn geweest, terwijl zelfmoord als die van Palestijnse extremisten en van net opgeleide piloten geheel en al in strijd is met de Koran.

Daarnaast is benadrukt dat de Islam geen kerkgenootschap is, waarin de geloofsinhoud precies is omschreven, en is vastgelegd volgens welke procedure deze tot stand komt en kan worden veranderd. 'De' Islam bestaat daarom niet, wat in Nederland alleen al gedemonstreerd wordt door de versplintering in Surinaamse, Turkse en Marokkaanse moskeeën, die elk weer ook eigen varianten hebben. Vervolgens volgt een beroep op verdraagzaamheid.

Deze onschadelijke versie van de Islam overtuigt mij niet. Als de terreuracties van bin Laden zo in strijd zijn met de algemeen erkende beginselen van de Islam, waarom hebben die dan niet heftig bestrijding ondervonden van - laat ik maar zeggen - de bona fide islamieten? Zeker, de terreuraanslagen zijn meestal officieel afgekeurd, maar dat gebeurde op nogal plichtmatige wijze. In Nederland is indertijd wel - ongestoord - gedemonstreerd ten gunste van de aanzegging tot moord op de schrijver Salman Rushdie (waarvan een Groenlinks kamerlid zich toen niet duidelijk distantieerde), maar nu is van geen enkele islamitische beweging het initiatief uitgegaan om demonstratief bin Laden en zijn bentgenoten buiten de gemeenschap der gelovigen te sluiten.

In tegendeel, het is onmiskenbaar dat bin Ladens beroep op de Islam als rechtvaardiging van de moord op duizenden en de zelfmoord van de daders in de islamitische wereld aanzienlijke weerklank vindt.

Hoe deze discrepantie te verklaren? Daarvoor moet je niet te rade gaan bij sommige Nederlandse universitaire islamologen. Een dieptepunt in de publieke discussie over het thema Islam, politiek en terrorisme registreerde ik in een uitzending van Nederland I (radio) op 8 oktober, waar de als Islamkenner aangekondigde Amsterdamse hoogleraar Peter van der Veer de vraag kreeg voorgelegd in hoeverre bin Ladens pretentie dat hij de moslims in de wereld vertegenwoordigde steekhoudend was. Van der Veer beantwoordde niet de vraag, maar deelde mee dat bin Laden precies hetzelfde deed als George Bush als die beweerde dat hij namens het Westen sprak. Daarna bracht hij als zijn mening naar voren dat bin Laden geheel en al een creatuur van de CIA was, een stelling waarvan hij niet was af te brengen door de journalist Michael Stein, iemand die wel verstand van het Midden-Oosten heeft. De enige verdienste van Van der Veers prietpraat, bedacht ik later, bestond eruit dat deze aantoonde - voor wie dit niet mocht weten - dat de functie van hoogleraar niet noodzakelijkerwijs kennis van zaken, gezond verstand en politiek oordeelsvermogen met zich mee brengt.

Toch is Van der Veer geen uitzondering. Er bestaat bij veel islamologen de neiging om de politiek problematische kanten van de islam te verdoezelen. In de kern gaat het daarbij om twee zaken. De eerste behelst de scheiding tussen geloof en politiek, tussen religie en staat. Voorzover die in de islamitische wereld bestaat - eigenlijk alleen in Turkije - is deze politiek afgedwongen. De Islam kent dit onderscheid niet en erkent het niet.

Verwant daaraan is de verwerping van levensbeschouwelijk pluralisme. Een mooi voorbeeld daarvan is het standpunt van de Katholieke Kerk - alweer enkele tientallen jaren geleden ingenomen - dat Islam en Jodendom zich tot dezelfde God richten als wat vroeger 'de enig ware kerk' heette. Van een principiële aanvaarding van religieus pluralisme is in de Islam (letterlijk 'het juiste pad') echter geen sprake.

De Islam is daarom geen religie die naast het maatschappelijk en politiek leven bestaat, maar een leer die in tendentie juist het alleenvertoningsrecht voor politiek en maatschappij opeist.

Zo'n pretentie botst met de werkelijkheid zoals die zich voordoet aan de islamitische bewoners van de Arabische wereld. De 'fundamentalistische' reactie komt neer op een 'des te erger voor de werkelijkheid' en het projecteren van de schuld voor de stand van zaken op 'het Westen'. Kenmerkend is het veelgebruikte voorbeeld van de sancties tegen Irak en de slachtoffers die deze hebben geëist: nooit wordt aangevoerd dat deze het gevolg zijn van de nietsontziende wijze waarop Saddam Hoessein de eisen van de Verenigde Naties negeert en zichzelf verder verrijkt en bewapent ten koste van zijn eigen bevolking.

In de gemakzucht waarmee de eigen achterlijkheid en gebrek aan welvaart en democratie altijd maar weer kritiekloos aan 'het Westen' toe te schrijven, vormt de voedingsbodem van het islamitisch terrorisme.

Bart Tromp

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
11-10-2001

« Terug naar het overzicht