ISRAEL-LOBBY

John Mearsheimer en Stephen Walt publiceerden hun artikel uiteindelijk in de London Review of Books. Zij hadden het geschreven voor The Atlantic Monthly, maar dit Amerikaanse tijdschrift weigerde het. Daarop kozen de twee Amerikaanse academici voor een Brits tijdschrift, omdat het klaarblijkelijk twijfelachtig was dat een ander gerenommeerd blad in de Verenigde Staten het artikel zou durven publiceren.

Het stuk begint met de constatering dat Amerika Israel al jaren op ongekende wijze politiek en materieel steunt. Israel is veruit de grootste ontvanger van Amerikaanse hulp, met jaarlijks zo'n 500 dollar per inwoner. Terwijl het toch geen ontwikkelingsland is. Het is daarbij het enige land dat niet hoeft te verantwoorden waaraan de hulp wordt besteed. Ook in andere opzichten geniet Israel unieke privileges. Zo heeft het toegang tot geheime informatie die de Verenigde Staten de NAVO onthouden en keek Washington de andere kant op bij de bouw van de Israelische atoombommen. Sinds 1982 heeft Amerika in de Veiligheidsraad 32 keer zijn vetorecht gebruikt ten gunste van Israel. Dat is vaker dan dat alle andere permanente leden bij elkaar een veto uitbrachten.

Ondanks dit alles toont Israel zich allesbehalve een dankbare en trouwe bondgenoot. Keer op keer negeert het Amerika's wensen. Het verkoopt gevoelige militaire technologie die het van Amerika kreeg zonder toestemming door aan staten als China. En geen ander bevriend land spioneert zo agressief in Amerika als Israel.

De ruimhartige politieke, militaire en economische steun van Amerika zou verklaarbaar zijn als Israel van vitaal belang was voor Amerika of als er overweldigende morele gronden voor die steun bestonden. Geen van beide is het geval. De relatie met Israel bemoeilijkt juist de positie van Amerika in het Midden-Oosten en in de wereld als geheel. De wijze waarop Israel omgaat met zijn oorspronkelijke bewoners is van dien aard dat het elke aanspraak op morele superioriteit ten opzichte van zijn buurlanden heeft verloren.

De Amerikaanse Israel-politiek kan dus niet worden verklaard uit Amerikaanse nationale belangen. Zij is daarmee juist in strijd, zo concluderen de auteurs. Hoe kan dit beleid dan worden verklaard, als daaraan geen ratio van buitenlandspolitieke aard ten grondslag ligt? Er is kennelijk sprake van wat de Duitse historicus Eckart Kehr (1903-1933) 'das Primat der Innenpolitik' noemde: het primaat van de binnenlandse politiek bij de bepaling van de buitenlandse. De binnenlandse factor is in dit geval de 'Israel-lobby', een verzameling individuen en organisaties die zich inspannen om de Amerikaanse buitenlandse politiek in pro-Israelische richting te sturen. De auteurs benadrukken dat deze lobby niet representatief is voor de opvattingen van alle Amerikaanse joden, noch alleen uit joodse Amerikanen bestaat. Fundamentalistische christenen, en rechts-conservatieve politici en publicisten maken er ook deel van uit. De belangrijkste lobby-organisatie is het American-Israel Public Affairs Committee, dat geldt als de op een na invloedrijkste pressiegroep in Washington, nog voor de National Rifle Association. Die zorgt ervoor dat in Amerika snelvuurgeweren vrijelijk kunnen worden verkocht. De American Association of Retired People staat op de eerste plaats.

De effectiviteit van de lobby komt naar voren in het feit dat geen enkel lid van het Congres zich een kritische opstelling tegenover Israel kan veroorloven. Dit heeft als gevolg dat over de Amerikaanse Israel-politiek in de volksvertegenwoordiging geen debat mogelijk is. Voor de regering geldt hetzelfde, en de invloed van de lobby strekt zich uit tot de media en de universiteiten. Zo komen we terecht bij Mearsheimer en Walt. Beiden zijn gerespecteerde hoogleraren en vertegenwoordigers van de 'realistische' school in de analyse van buitenlandse politiek.

Zij beschrijven hoe de beschuldiging van anti-semitisme een machtig instrument van de lobby is. Dat wordt nu overdadig aangetoond door de vele reacties op hun artikel, waarvoor de typering 'hysterisch' lang niet altijd overdreven is. De schrijvers worden zwartgemaakt en afgeschilderd als lieden die alles toeschrijven aan dat vaste bestanddeel van het anti-semitisme, 'de joodse samenzwering' (iets wat ze nu juist expliciet niet doen), en zich baseren op neo-nazistische bronnen. De campagne tegen Mearsheimer en Walt heeft zo het onbedoelde effect dat de juistheid van het artikel erdoor wordt bevestigd: in Amerika is geen open academische discussie over de Amerikaanse Israel-politiek mogelijk, laat staan een politieke.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Elsevier
Datum verschijning
10-06-2006

« Terug naar het overzicht