Journalistiek en complotten

HET DENKEN IN termen van complotten is van de politieke wetenschap de geestelijke armeluisvorm. Het complot vormt altijd een sluitende verklaring, terwijl er nauwelijks bewijsmateriaal bij nodig is. Het kenmerk van het complot is immers dat degenen die er deel van uitmaken, dat geheim houden.

Eind jaren zeventig deed hardnekkig het gerucht de ronde dat PvdA-leider Joop den Uyl over een bungalow in Belgie beschikte. Wat de Amsterdamse workaholic, die zijn vakanties altijd kamperend in familieverband doorbracht, daarmee aan moest, bleef in deze eenmanscomplottheorie duister. Wel stond vast dat het bezit van dit bouwwerk om de een of andere reden een ongunstig licht op de politieke integriteit van de socialistenleider moest werpen.

Het bewijsmateriaal? Dat was natuurlijk die bungalow.

Ik woonde toentertijd in Eindhoven, enkele kilometers van de Belgische grens. Over die grens lagen ten minste een dozijn bungalows waarvan in de volksmond bekend was dat het 'de bungalow van Den Uyl' was. Vaak wist men te vertellen van mensen die mensen kenden die Den Uyl in zo'n bungalow naar binnen hadden zien gaan, ook al kon niemand ooit zo'n getuige bij naam noemen. Het bewijs voor de juistheid van deze complottheorie berustte niettemin op die bungalow: die bestond toch echt? Dat het er niet een was, maar veel meer, ondersteunde in de ogen van degenen die in dit complot geloofden eerder de overtuigingskracht ervan, dan dat dit feit de geloofwaardigheid van dit gerucht ondermijnde.

Vorige week kwam Jan Nagel, voorzitter van Leefbaar Nederland, met een hedendaagse complottheorie. In het tv-programma Buitenhof stelde hij dat de val van Pim Fortuyn toegeschreven moest worden aan een complot van een 'denktank' van de PvdA, waarvan een van de journalisten die het Volkskrant-interview met Fortuyn hadden gemaakt, lid was.

Het interview dat Fortuyn noodlottig was geworden.

Ten bewijze wapperde Nagel met een document. Net Joe McCarthy, die bij zijn anticommunistische hetze in de jaren vijftig altijd met een papier voor de dag kwam, waarop, zo hield hij zijn gehoor voor, de namen van 57 (of 73) card-carrying members van de Communistische Partij stonden, die als ambtenaar werkzaam waren op het State Department. In werkelijkheid was dat papier blanco. Nu zoomde de camera op Nagels document in, maar dat maakte het nog niet leesbaar.

Nagel legde niet uit wat voor document dit was, evenmin wat erin stond.

Interviewer Peter van Ingen vroeg hem er niet naar, zoals hij in het geheel niet de moeite nam om Nagel over deze ongehoorde beschuldiging aan de tand te voelen. Wat voor complot was dan wel geweest? Had de gewraakte Volkskrant-journalist, Hans Wansink, van de 'denktank' instructie gekregen Fortuyn door middel van een interview ten val te brengen? Zo ja, wat moeten wij ons daarbij voorstellen? En als het zo gegaan is, waaraan viel dat dan in het interview af te lezen? En waarom was de tekst van dat interview door Fortuyn zelf, in gezelschap van campagneleider Kay van de Linde, voor publicatie goedgekeurd?

Allemaal vragen die een serieuze journalist onmiddellijk aan Nagel zou hebben gesteld, maar Van Ingen stelde er niet een. Vragen die ook achterwege bleven toen in de dagen daarop de media uitvoerige aandacht aan de zaak besteedden.

Wat toen wel duidelijk werd, was dat het gezelschap waar Nagel het over had helemaal niet een 'denktank' van de PvdA was, maar een gespreksgroep van de Wiardi Beckman Stichting (WBS). Besluiten worden daar niet genomen, adviezen niet opgesteld of verstrekt en het lidmaatschap houdt geen enkele politieke verplichting in. Het document waar Nagel mee wapperde, was het ook naar hem toegestuurde verslag van de bijeenkomst van 25 september vorig jaar, waar hij als inleider over Leefbaar Nederland was opgetreden.

Toen het complot tegen Fortuyn in rook was opgegaan, verplaatste de discussie zich naar de vraag of politieke commentatoren wel in zo'n discussiegezelschap plaats mochten nemen.

Zelden zo veel schijnheiligheid ontmoet.

Een dieptepunt was het RTL5-programma Nieuws aan tafel op vrijdagavond. Daar verklaarde VVD-leider Hans Dijkstal dat het 'niet aanvaardbaar was dat we dit niet weten', alsof het hier om een geheim genootschap ging, in plaats van om een werkgroep waarvan de leden, de doelstelling en de besproken onderwerpen in het openbare jaarverslag van de WBS staan afgedrukt.

Nog bonter maakte het Frits Barend, die bleef spreken over een denktank en die in het midden hield of hier nu wel of niet een complot was onthuld, maar graag had willen weten wat er op dat papiertje van Nagel had gestaan en het betreurde dat de zaak journalistiek geen discussie had losgemaakt.

Leest zo'n man wel eens een krant?

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
21-02-2002

« Terug naar het overzicht