Kapitaal en Arbeid

VORIGE WEEK werden zoekers naar politiek asiel in Nederland ingevolge de laatste instructies ondergebracht in legertenten bij Ermelo. Sommige daarvan lekten, waarvan televisiebeelden akte gaven.

Daarna beoordeelde de Tweede Kamer deze 'sobere opvang', eerder oogmerk van het regeringsbeleid, als beneden peil. Wat Nederlandse beroepssoldaten in het veld moeten ondergaan, kan volgens deze maatstaf niet worden opgelegd aan vluchtelingen van elders. Alleen zonderlingen zullen dit oordeel uitleggen als een pleidooi voor verhoging van het defensiebudget, ter verbetering van de kwaliteit van tenten van de Koninklijke Landmacht.

Het is een ongehoord vraagstuk. Van enkele tientallen politieke vluchtelingen per jaar een kwart eeuw geleden is de stroom nu gerezen tot vele tienduizenden. Een dergelijke toename van het aantal asielzoekers is niet te verklaren uit een verergering van de toestand in de wereld. Hier zijn andere mechanismen werkzaam, gemakzuchtig samen te vatten onder de noemer 'mondialisering'.

Op zichzelf is de verplaatsing van miljoenen mensen over grote afstanden in de wereldeconomie niet nieuw. In de negentiende eeuw emigreerden tientallen miljoenen bewoners van Azie en Europa, door economische en politieke nooddruft gedwongen, naar Amerika. Het grote verschil met de veel kleinere volksverplaatsingen van nu is dat de reizigers toen meestal welkom waren en tegenwoordig meestal niet.

Ooit bestonden er geen staten en als het aan mensen had gelegen, waren ze er ook nooit gekomen. De socioloog Michael Mann heeft het ontstaan van de eerste staten, zo'n zesduizend jaar geleden, in de stroomdalen van grote rivieren in Azie verklaard als gevolg van geografische 'inkooiing': de bewoners konden daar geen kant meer uit. In zijn ogen is er niets vanzelfsprekends aan een wereld opgedeeld in territoriale staten en een overeenkomstig ingedeelde wereldbevolking.

Toch heeft het nog lang geduurd voordat het vrije verkeer van mensen door staten aan banden werd gelegd. In de late negentiende eeuw kon een politieke vluchteling als Karl Marx zonder paspoort en zonder probleem van zijn standplaats Londen, hoofdstad van het kapitalisme, naar het kuuroord Karlsbad in het toenmalige Oostenrijks-Hongaarse keizerrijk reizen. Onderweg werd hij door niets anders gehinderd dan door de toen alomtegenwoordige muziek van Richard Wagner.

Dat ligt nu anders. Zonder paspoorten en visa is het passeren van grenzen moeilijk, zo niet onmogelijk. Iedereen is gekooid op een of andere manier. Alleen zijn sommige kooien verguld en de tralies van andere roestig of van prikkeldraad.

Daar valt meer over te zeggen, maar hier gaat het mij om het verschil dat in de huidige wereldeconomie bestaat tussen de bewegings- en vestigingsmogelijkheden van mensen en van kapitaal. Terwijl het verkeer van mensen (van de factor arbeid, om het anders uit te drukken) aan steeds meer belemmeringen wordt onderworpen, is het kapitaal sinds de jaren zeventig in zijn bewegingsvrijheid aan niets gebonden.

Dat is wel eens anders geweest, want het hedendaagse onbelemmerde kapitaalverkeer, 'het flitskapitaal' dat in een nanoseconde van Tokio naar Frankfurt verhuist, is geen vanzelfsprekend en onvermijdelijk gegeven. Het is het resultaat van bewuste politieke beslissingen in de jaren zeventig, op basis van de neoliberale ideologie die toen in het Westen dominant begon te worden. Daarmee kwam een eind aan de internationale economische orde die in 1944 vorm had gekregen in de overeenkomsten van Bretton Woods.

Door die overeenkomsten werd de ongekende naoorlogse groei van het internationale handelsverkeer mogelijk, niet in de laatste plaats dankzij het toen overeengekomen stelsel van vaste wisselkoersen. Van het vrije internationale verkeer sloten de architecten van Bretton Woods kapitaal welbewust uit. 'Om woekerende geldverleners uit de tempel van de internationale financien te verdrijven,' zoals de toenmalige Amerikaanse minister van Financien, Henry Morgenthau, verklaarde.

De voornaamste architect van Bretton Woods, John Maynard Keynes, insisteerde op beheersing van het kapitaalverkeer, die hij noodzakelijk achtte om de opbouw en het functioneren van de verzorgingsstaat mogelijk te maken. Het om politieke of speculatieve redenen onttrekken van grote hoeveelheden kapitaal aan nationale economieen zou de stabiliteit van die staten ondermijnen, evenals hun vermogen een macro-economische politiek te voeren.

De dertig jaar dat het systeem van Bretton Woods werkte, gaven een in de wereldeconomie ongekende groei te zien. De deregulering van het kapitaalverkeer die aan dat systeem een eind maakte, kan niet op overeenkomstige successen bogen. Maar de voorspellingen van Keynes over de nadelige gevolgen van het vrije kapitaalverkeer zijn uitgekomen, voor wie alleen al kijkt naar de crisis in Oost-Azie.

Volgens de neoliberale leer zou het vrije verkeer van mensen in de wereldeconomie in principe even onbelemmerd moeten zijn als van kapitaal. Maar daarvan is geen sprake, althans niet als bewust beleid. Toch zijn de stromen asielzoekers een even vanzelfsprekend als onvermijdelijk effect van de keuzes van de laatste jaren voor financiele mondialisering. Het is nog maar de vraag of deze ongewilde deregulering van arbeid even destructief zal uitvallen als die van het kapitaalverkeer.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
21-10-1998

« Terug naar het overzicht