Koppige CDA’ers

Koppige CDA’ers

bart tromp

ALS HET GAAT om financieel-economisch beleid, is Jan Peter Balkenende de domste minister-president sinds Andries van Agt. Van Agts belangstelling voor dit betwiste terrein was even groot als zijn kennis van zaken ervan. Van 1977 tot 1981 presideerde hij over een financieel-economische catastrofe, standvastig terzijde gestaan door zijn plaatsvervanger, Hans Wiegel. Minister Frans Andriessen van Financiën nam tussentijds ontslag vanwege de onverantwoordelijke koers van het tweetal, dat tot op de dag van vandaag doet alsof zij bekwame en succesvolle bewindslieden zijn geweest. De puinhopen die zij veroorzaakten, zijn daarna door VVD, CDA en de hen welgezinde media tot op de dag van vandaag toegeschreven aan het voorafgaande kabinet-Den Uyl.

De kardinale fout van het kabinet-Van Agt/Wiegel was dat het niet onder ogen zag dat de economische neergang van die jaren het gevolg was van een structurele crisis, met als voornaamste oorzaken de oliecrisis en het uit de hand lopen van de verzorgingsstaat.

Er waren drie kabinetten-Lubbers voor nodig om de puinhopen die Van Agt en Wiegel hadden aangericht, weg te werken. Dat Ruud Lubbers als fractieleider van het CDA nu juist degene was geweest die de twee vermeende staatslieden had opgejuind in hun onverantwoordelijke beleid, is overigens nooit in het collectieve politieke geheugen beklijfd.

Deze keer bevindt Nederland zich in een normale, conjuncturele, recessie; abnormaal alleen voor de omvangrijke sekte van de jaren negentig die geloofde dat een Nieuwe Economie was uitgebroken, waarin alleen nog opgaande bewegingen voorkwamen. De begrotingsvoornemens van het kabinet-Balkenende staan echter maar ten dele in het licht van een anticyclisch beleid, dat de werking van een recessie tegengaat. Inmiddels zijn de oorspronkelijke uitgangspunten van het regeringsbeleid alweer achterhaald door nieuwe bezuinigingsvoorstellen. Het lijdt weinig twijfel dat de wijze waarop Balkenende en minister Gerrit Zalm van Financiën deze willen effectueren, de economische neergang versterkt. Deze bezuinigingen leiden immers zonder meer tot vermindering van de koopkrachtige vraag en zijn in dit opzicht te zien als antistimuleringsmiddelen voor de economie. Bovendien verminderen ze ook de belastingopbrengst en vergroten ze zo de financiële problemen van de overheid, met als uitkomst de noodzaak van nog meer ontslagen en bezuinigingen in de publieke sector.De basis van dit desastreuze beleid is het feit dat Balkenende en het CDA het terugbrengen van de staatsschuld en het begrotingstekort hebben geproclameerd tot een politieke doelstelling waarvoor alle andere moeten wijken. Hoewel dit uitgangspunt door sommigen wel als ‘ orthodox financieel-economisch’ is betiteld, bestaat grote eensgezindheid onder economen dat dit een onzinnig streven is, zeker in de huidige economische situatie. Ook economen van CDA-huize, zoals Lans Bovenberg en Ad Kolnaar, worden niet moe uiteen te zetten dat het elimineren van de staatsschuld een even onzinnige als verkeerde doelstelling van economische politiek is. Verkeerd, omdat het geld dat wordt gebruikt om de staatsschuld te verkleinen, niet kan worden gestoken in veel nuttiger zaken. Onzinnig, omdat de staatsschuld een onmisbaar element in een gezonde economie vormt.

Ik hoorde professor Kolnaar dat vorige week nog eens helder uiteenzetten. De staatsschuld bestaat uit niets anders dan leningen die Nederlanders en Nederlandse instellingen – vooral pensioenfondsen – de staat hebben verstrekt, in de wetenschap dat ze daar een redelijk stabiel rendement op zullen behalen. Was de staatsschuld er niet, dan zou het spaaroverschot van Nederland compleet over de grens verdwijnen. Wie schiet daar wat mee op in ons land? Ook voor het terugdringen van het begrotingstekort leert de economische orthodoxie dat dit juist tijdens een recessie onverstandig is, omdat het ten koste gaat van uitgaven die de economie kunnen stimuleren.

Maar Balkenende is te koppig of te dom om te luisteren, laat staan om te beredeneren waarom hij met alle geweld de staatsschuld wil terugdringen ten koste van het versterken van de economie en het hervormen van de publieke sector. In zijn als ‘ programmatisch’ aangeduide campagnebundel Anders en beter (2002) postuleert hij wel de noodzaak van het afschaffen van de staatsschuld, maar voert hij er geen enkel argument voor aan.

Het is verbijsterend dat het CDA als partij achter de gevaarlijke onzin van Balkenende staat. Verbijsterender nog is dat Zalm en de VVD dat ook doen. De enige plausibele verklaring werd vorige week door fractievoorzitter Wouter Bos van de PvdA geopperd: natuurlijk weet Zalm heel goed dat Balkenende een onzinnig doel nastreeft. Maar dat maakt het wel mogelijk eindelijk de bezuinigingen in de sociale sector door te zetten waar de VVD tot dusver noch bij de PvdA noch bij het CDA ooit steun voor kon vinden.

Ik ben benieuwd wie na het mislukken van dit kabinet de rol van Lubbers in 1982 zal spelen.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
28-08-2003

« Terug naar het overzicht