Leren van Amerika!


Elsevier 20-08-2005


In Nederland staat al sinds jaar en dag vrijwel vast wie kampioen zal worden in de eredivisie voetbal: Ajax, PSV of Feijenoord. Deze clubs profiteren immers van wat bekend staat als het Mattheüs-principe: ‘geeft aan wie gegeven is’. (Het gaat hier om de evangelist van het Nieuwe Testament, niet om de Duitse topvoetballer in ruste.) Omdat ze altijd aan de top van de competitie eindigen, krijgen deze clubs ook de beschikking over de middelen om de beste spelers te kopen.

In de Amerikaanse football-competitie gaat heter heel anders toe. Daar is sprake van een veel grotere spreiding in winnaars van de Superbowl . Dat komt door ‘The Draft’, het systeem waarbij football- clubs nieuwe topspelers kiezen. In dit systeem heeft de club die geëindigd is op de laagste plaats in de competitie de eerste keus onder de ‘rookies’. De ‘rookies’, dat zijn de op een lijst geplaatste beste jonge spelers die het College Football heeft opgeleverd. Daarna komt de op de voorlaatste plaats geëindigde club aan de beurt, enzovoorts. Heeft een club eenmaal een speler gekozen, dan moet hij minimaal drie jaar blijven. Het resultaat is een veel spannender competitie dan in Nederland. 

Daar zouden wij van kunnen leren, betoogt een aantal in Amerika werkzame Nederlanders. Zij vullen dit ene voorbeeld van het succesvol en praktisch regelen van kwesties die allerminst alleen in de VS spelen met ruim een dozijn andere aan, van de organisatie van daklozenzorg en parkpoortjes die publieke ruimten beschermen, tot vrijwilligerswerk.

Rond de twintig grote steden in de VS hebben nu het centrale telefoonnummer 311, waar burgers terecht komen voor de meest uiteenlopende zaken en in de meeste gevallen binnen vijf seconden een levend iemand aan de lijn krijgen die hen helpt of doorverbindt met een specialist. In New York kun je in 170 verschillende talen te woord worden gestaan en in die stad heeft ‘311’ de 4000 afzonderlijke telefoonnummers van afzonderlijke gemeentelijke instellingen vervangen. Doordat de aard van de klachten wordt bijgehouden, heeft de gemeente een even goedkoop als effectief inzicht gekregen welke problemen waar leven. ‘311’ heeft gemeentelijke diensten tot veel meer samenwerking gedwongen en de papierwinkel van de bureaucratie sterk teruggebracht, dankzij computerisering van allerlei procedure’s. Tenslotte is zo sprake geworden van een veel rechtstreeksere invloed van burgers op de kwaliteit van het bestuur.

In een mij wat te optimistisch verhaaltje over de strengheid van ‘corporate governance’ in Amerika in vergelijking met de – vrijwillige – code Tabaksblat in ons land, vond ik de mededeling dat als de Sarbanes Oxley-wet (in de VS aangenomen na het Enron-schandaal) in Nederland van kracht was geweest, Nina Brink en Cees van der Hoeven nu in de gevangenis zouden zitten.

Een ander voorbeeld is de wijze waarop in de VS leeftijdsdiscriminatie bij sollicitaties geregeld is, nadat in de jaren tachtig een aantal rechtszaken op basis van de in 1967 onder president Johnson opgestelde Age Discrimination in Employment Act het bedrijfsleven op grote kosten had gejaagd. De regels luiden nu dat cv’s van sollicitanten waarop de leeftijd vermeld staat zonder meer worden afgewezen, en dat wie bij een sollicitatiegesprek naar de leeftijd van de sollicitant vraagt ontslagen kan worden. Aanbevelingsbrieven en referenties zijn uit den boze, om bevoordeling van werkzoekenden met goede relaties tegen te gaan. 

In New York, althans in Manhattan, barst het van de kinderspeelplaatsen, 255 – waarvan overigens slechts één in Harlem, dat uitsluitend door zwarten werd bewoond toen ze werden aangelegd. Projectontwikkelaars hebben niet de kans gekregen de peperdure grond waarop ze liggen onder handen te nemen en de meeste hebben een beheerder, meestal iemand met een uitkering die zo iets extra’s verdient. Hondenpoep is er geen probleem: ’s nachts gaan de hekken op slot.

Gesignaleerd wordt ook dat de sfeer in Amerikaanse football-en honkbalstadions toch een heel andere is dan die bij Europese voetbalwedstrijden. De fans zitten er door elkaar en de ME ontbreekt; één zwaarlijvige agent is genoeg om de orde te handhaven. Hoe dat verschil kan worden verklaard (en uit de wereld geholpen), dat staat jammer genoeg niet te lezen in het alleraardigste boekje waaraan ik dit alles ontleen, Amerikaanse toestanden. Zeventien succesverhalen uit de V.S., geschreven door leden van de PvdA-afdeling New York.

Bart Tromp

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Elsevier
Datum verschijning
20-08-2005

« Terug naar het overzicht