MEER KERNWAPENSTATEN
Het nucleaire akkoord dat de Verenigde Staten vorige week met India sloten betekent het einde van de internationale pogingen de verspreiding van kernwapens aan banden te leggen. De hoeksteen daarvan pogingen is het Nonproliferatieverdrag (NPV) van 1968.
Dit verdrag is gebaseerd op een afruil tussen de vijf toen erkende kernwapenstaten (de VS, Groot-Brittannië, Frankrijk, de Sovjet-Unie en de Chinese Volksrepubliek) en de andere ondertekenaars, waarvan ruim veertig in staat geacht worden zelf kernwapens te kunnen ontwikkelen.
De laatsten zagen daar bij het NPV vanaf op basis van twee beloften van de kernwapenstaten. In de eerste plaatsen zegden deze toe uiteindelijk – uiteindelijk! – tot nucleaire ontwapening over te gaan. In de tweede plaats kregen de staten die bij verdrag beloofden geen kernwapens te bouwen in ruil daarvoor de toezegging dat zij van de kernwapenstaten medewerking konden krijgen bij de invoer en ontwikkeling nucleaire technologie voor vreedzame doeleinden.
India heeft het NPV nooit ondertekend. Het vond het onaanvaardbaar dat vijf staten zo een rechtmatig monopolie op kernwapens werd toegekend en het nam in 1998 een ondergrondse kernproef, waarmee het zelf een kernwapenmogendheid werd. India heeft verklaard slechts uit te zijn op een kernarsenaal dat niet groter is dan om een mogelijke tegenstander van een nucleaire aanval af te schrikken. Maar het weigert zich te houden aan de bepalingen van het NPV.
Nu heeft president Bush jr. de Indiase minister-president, Mammohan Singh, toegezegd dat India kan rekenen op volledige steun van de VS bij de ontwikkeling van vreedzame nucleaire technologie en brandstof. Dat is meer dan waarop de ondertekenaars van het NPV die van kernwapens hebben afgezien – variërend van Brazilië en Turkije tot Zuid-Afrika en Japan – ooit mochten rekenen.
Deze Amerikaanse stap komt nauwelijks een maand nadat de vijfjaarlijkse toetsingsconferentie van het NPV in New York op een volkomen mislukking is uitgelopen, niet in de laatste plaats omdat de VS deze feitelijk hebben gesaboteerd.
Dat past in de politiek van de regering Bush, die internationale verdragen openlijk beschouwt als vodjes papier waarvan de inhoud naar believen kan worden genegeerd. Zelfstandig optreden, liefst met een flinke knuppel in de hand, wordt in Washington als een veel effectievere aanpak van nonproliferatie-problemen gezien. Na vijf jaar getier en gedreig tegen Noord-Korea, die alleen maar een versnelling en versterking van de constructie van atoombommen daar heeft opgeleverd, heeft Bush echter eieren voor zijn geld moeten kiezen en wordt er nu weer met de naargeestige communistische dictatuur onderhandeld.
Aan het begin van deze onderhandelingen legde de vertegenwoordiger van Noord-Korea voor de zekerheid nog eens uit waarom zijn land atoomwapens wil hebben: om er zeker van te zijn dat het niet door de Verenigde Staten wordt aangevallen. Wie kan de logica van dat standpunt onderuit halen? De lering die veel landen in de wereld hebben getrokken uit de oorlog van Bush tegen Irak is immers deze: de VS hebben Irak niet aangevallen omdat het over kernwapens beschikte, maar juist omdat dit niet het geval was. In dit opzicht is deze oorlog een sterke stimulans voor het streven naar een eigen kernwapen geweest.
De overeenkomst tussen de VS en India maakt het nog erger. Hiermee heeft de Amerikaanse regering duidelijk gemaakt dat zij het Nonproliferatieverdrag niet meer serieus neemt.
Dat is een pijnlijke les voor de ondertekenaars zonder kernwapens, die zien dat ze in feite gestraft worden voor hun verdragstrouw omdat een staat die het NPV negeert nu door Washington beloond wordt zonder daarvoor iets terug te hoeven doen. Het kan niet anders of de gedachte zal bij hen opkomen dat het volgen van het voorbeeld van India voor hen voordeliger is dan vast te houden aan de bepalingen van het NPV.
Bijna veertig jaar is het aantal kernwapenstaten beperkt gebleven. Feitelijk zijn er in deze periode maar drie bijgekomen, alledrie buiten het NPV, Israel Pakistan en India. Zuid-Afrika heeft zijn kernwapen afgeschaft en andere landen, zoals Brazilië, zijn ermee opgehouden het te ontwikkelen. Dat is voor een groot deel toe te schrijven aan het Nonproliferatieverdrag.
Nu de VS van de tekst een dode letter hebben gemaakt zonder over een aanvaardbare alternatieve strategie van nonproliferatie te beschikken, is het nagenoeg onvermijdelijk dat er in de komende veertig jaar een dozijn of meer kernmachten bijkomen.
Bart Tromp
- Auteur
- Bart Tromp
- Verschenen in
- Elsevier
- Datum verschijning
- 06-08-2005