Merkwaardig incident met Clinton
OP ZATERDAG 20 oktober 1974 besloot de Amerikaanse president Nixon de speciale openbare aanklager in de zaak-Watergate, Archibald Cox, te laten ontslaan.
Nixons minister van justitie, Richardson, weigerde dit doen en nam liever ontslag. Daarop weigerde Richardsons plaatsvervanger Ruckelshaus eveneens en kreeg toen zelf ontslag. Uiteindelijk tekende de derde in de hierarchie op het departement de ontslagbrief, advocaat-generaal Robert Bork. Meer nog dan zijn extreem-conservatieve opvattingen is die handtekening er debet aan geweest dat er geen meerderheid in de Senaat was te vinden, toen president Reagan Bork in 1987 tot lid van het Hooggerechtshof wilde benoemen.
De gebeurtenissen van die avond staan bekend als de Saturday Night Massacre. Dit 'bloedbad' heeft rechtstreeks tot het huidige 'schandaal' in het Witte Huis geleid. Om een nieuw uit te sluiten, werd daarom in 1988 het ambt van 'onafhankelijk aanklager' gecreeerd. Drie jaar geleden werd Kenneth Starr op deze post benoemd, om onderzoek te doen naar mogelijke betrokkenheid van het echtpaar Clinton bij dubieuze transacties met onroerend goed bij Whitewater, Arkansas, in de tijd dat Bill Clinton gouverneur van deze staat was.
Zijn vooronderzoek duurde tot nu toe drie jaar en kostte dertig miljoen dollar.
Het heeft niet geresulteerd in zelfs maar een redelijke verdenking van crimineel gedrag van de Clintons, laat staan in een aanklacht. Het enige wat nu vaststaat, is dat zij enkele tienduizenden dollars zijn ingeschoten bij hun mislukte belegging. Het deert Starr niet. Hij is niet bezig de dader van een aangetoond vergrijp voor te geleiden, maar om uit te zoeken of hij de president van iets kan beschuldigen.
Ook bij een andere gerechtelijke procedure, waarbij het draait om de beschuldiging van Paula Jones (drie jaar na dato) dat Clinton haar een oneerbaar voorstel heeft gedaan, is van een zaak tegen hem geen sprake. Alle bimbo-verhalen ten spijt, zijn de advocaten van Jones er in al die jaren niet in geslaagd een vrouw te vinden die bereid is onder ede te verklaren dat ze geslachtsgemeenschap (of wat daar verder ook voor moet doorgaan) met hem heeft gehad.
Het 'schandaal in het Witte Huis' doet daarom denken aan het 'merkwaardige incident met de hond 's nachts', waarvan Sherlock Holmes vaststelde dat dit eruit bestond dat de hond 'niets had gedaan'. Hier hebben naargeestige ontwikkelingen in de Verenigde Staten elkaar gekruist.
De eerste is een steeds verder gaande juridificering van het maatschappelijk leven, waarbij elke handeling, van het morsen van een beker hete koffie in een restaurant tot een mislukte verleidingspoging, onderwerp van civiel-rechtelijke procedures kan worden. Zo wordt in een staat die meer advocaten dan juristen telt, het normale menselijke verkeer, met al zijn fysieke en morele risico's, verwrongen tot een aaneenschakeling van juridische stappen.
Dat telt nog meer waar het prive-leven van politici politiek wordt gemaakt, onder het mom dat dit een sleutel is tot hun politiek functioneren. De 'karakterfactor' heet dat in de Verenigde Staten.
Die these klopt niet. Hitler was in zijn prive-leven een keurige man. Over zijn politiek hoef ik niets te zeggen. Aangaande het liederlijke en in veel opzichten verachtelijke prive-leven van president Kennedy is boek na boek verschenen. Een groot president is hij niet geweest. Maar de dit jaar gepubliceerde bandopnamen van de discussies van Kennedy en zijn adviseurs tijdens de Cuba-crisis laten horen dat hij in zijn ambtsuitoefening een heel andere man was dan een oppervlakkige en roekeloze rokkenjager. Hij bewees toen een verstandig en verantwoordelijk staatsman te zijn.
Maar los daarvan zijn politici mensen als alle andere. William Pfaff, de verstandigste van de Amerikaanse politieke columnisten, schreef vorige week dat er maar weinig mensen zijn die geen dingen hebben gedaan waarvoor ze zich achteraf schamen, die ze voor zich willen houden en waarvoor ze desnoods zouden liegen. Thijs Woltgens - hij kan het weten - merkte in diezelfde week op dat een van de grootste leugens in de politiek is, dat politici zich als heiligen moeten gedragen.
In dit alles spelen de media een geheel nieuwe rol. Onder de druk van de commercie verliezen ook kwaliteitskranten hun oordeelsvermogen en publiceren geruchten, roddelpraatjes en ongeverifieerde nieuwsfeiten, waarvan de rechtzetting achteraf een nieuw onderdeel van de mediamolen vormt. Voor wie recente commentaren las in serieuze kranten en tijdschriften, varierend van de Volkskrant tot The Economist, was de impeachment van Clinton zo nabij, dat hij maar beter meteen kon aftreden - op een moment dus dat er, net als nu, alleen maar sprake was van geruchten.
Een aparte rol in dit alles speelt Internet, waar allerlei halvegaren en idioten hun eigen nieuws verzinnen en verzenden, aldus demonstrerend dat dit medium uitermate geschikt is voor de democratisering van de domheid.
Het verontrustende in dit alles is dat de scheiding tussen serieuze nieuwsgaring en berichtgeving enerzijds en roddeljournalistiek aan de andere kant, nagenoeg is verdwenen. Het resultaat is in de ogen van Pfaff een rechtstreekse bedreiging van de democratie in Amerika. Wanneer een president systematisch wordt blootgesteld aan inquisitie van zijn prive-leven en politieke campagnes het karakter krijgen van wederzijdse pogingen tot karaktermoord, verliest politieke democratie zijn betekenis.
- Auteur
- Bart Tromp
- Verschenen in
- Het Parool
- Datum verschijning
- 04-02-1998