Miezerige winnaar?

Bij de presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten gaat het om twee zaken die goed van elkaar moeten worden onderscheiden. De eerste is dat een zo nauwe race leidt tot problemen bij het stemmen tellen die zich anders niet voordoen.

De tweede zaak is van een andere orde. Daar gaat het om de kwaliteit van de democratie in de VS, met als even simpel als duidelijk criterium: tellen alle stemmen die geldig zijn uitgebracht? Tot mijn verbijstering is dit criterium in de VS niet onomstreden. Maar ook niet in Nederland, waar verschillende commentatoren sussende verhalen schrijven over wat zij in Servië of Rwanda als een grove aantasting van de democratie aan zouden merken. De domste van hen is Dirk-Jan van Baar (HP/De Tijd, 24 november)) die zonder enige vorm van bewijs ('mijn politieke instinct zegt mij') schreef dat de Democraten altijd knoeien, omdat zij links zijn, en dat daarom maar het best de 'oorspronkelijk uitslag van 7 november' in Florida moest gelden. Drie weken na de verkiezingen was het tot deze expert kennelijk nog niet doorgedrongen dat er helemaal geen 'oorspronkelijke uitslag' bestaat, alleen maar gissingen van televisiezenders.

Maar waarom een onbenul uit Nederland op de korrel nemen als kandidaat Bush jr. zich vanaf 7 november ging gedragen alsof hij gekozen was, maar door een technische bijkomstigheid - het tellen van stemmen! - nog niet officieel bevestigd kon worden als president-elect?

Amerika-kenners in de media, van wie Van Baar slechts één voorbeeld is, hebben ons, vooringenomen Nederlanders, steeds voorgehouden dat Bush jr veel beter is dan wij denken.

Dat Bush jr niet kan bogen op ernstig te nemen prestaties in de politiek, en daar trouwens nog maar een half dozijn jaren actief in is, dat was, zo zeiden deze kenners, niet werkelijk van belang. Minder dan ervaring telde zijn oordeelsvermogen, terwijl hij als leider niet alleen de route uit kon zetten, maar ook een bruggenbouwer zou zijn tussen Republikeinen en Democraten. Dat hij inhoudelijk een lichtgewicht was deerde evenmin, gezien de uitmuntende en beproefde adviseurs die hij had aangetrokken.

De verkiezingscrisis biedt nu de gelegenheid om te beoordelen uit wat voor hout een mogelijke president Bush jr. is gesneden. Het begon ermee dat hij zich ging gedragen alsof hij al was gekozen, daarmee suggerend dat niet alle kiezers gezamenlijk de uitslag bepalen. Hij ging niet in op het genereuze aanbod van zijn tegenstander Al Gore om gezamenlijk een algehele hertelling in Florida te aanvaarden en zich bij de uitslag daarvan neer te leggen. Zelf deed hij geen poging om tot een gemeenschappelijk standpunt te komen. Wel begonnen zijn adviseurs stemming te maken tegen pogingen van de Democraten om bij stopzetting (door Republikeinse ambtsdragers) van de tellingen een beroep op de rechter te doen. Maar het was Bush die als eerste bij de rechter aanklopte - met het verzoek een eind aan het handmatig hertellen te maken. Die techniek zou niet deugen. Bush werd vervolgens in zijn hemd gezet, omdat in zijn eigen staat Texas handmatig hertellen juist als de beste methode was vastgelegd om onduidelijkheden weg te nemen. (In Texas mag ook tot dertig dagen na de verkiezingsdag worden doorgeteld, in plaats van de zeven in Florida.) De meeste rechtszaken die het kamp van Bush heeft aangespannen hebben tot doel te voorkomen dat geldig uitgebrachte stemmen worden geteld. Daarnaast probeert het kamp van Bush om ongeldig uitgebrachte stemmen van overzees dienende militairen toch mee te laten tellen.

De adviseurs van Bush jr, voorop James Baker III, minister van Buitenlands Zaken onder president Reagan, spannen zich in om het tellen van stemmen als een ontoelaatbare en illegitieme gang van zaken voor te stellen en rechtbanken die hen hun zin niet geven als partijdig aan te vallen. Zij bezinnen zich openlijk op de mogelijkheid om verkiezingsuitslagen die hun niet uitkomen onacceptabel te laten verklaren door de volksvertegenwoordiging van Florida en het Amerikaanse Congres, waar de Republikeinen over een meerderheid beschikken.

Na de mislukte poging president Clinton via een impeachment-procedure af te zetten, spelen de Republikeinen dus andermaal met de mogelijkheid via een staatsgreep - want dat zou het zijn - de wil van de kiezers te negeren. Dat Republikeinen geen Democraten zijn, was bekend; zij tonen nu aan ook geen democraten te zijn

Prospectief president Bush laat deze ongehoorde aantasting van de constitutionele verhoudingen door zijn adviseurs begaan. Hij wordt op zijn best een miezerige winnaar, die volkomen gefaald heeft bij zijn eerste vuurproef. En ook nog al die Amerikakenners in hun hemd heeft gezet.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
30-11-2000

« Terug naar het overzicht