Misdaad goed voor Rusland?

DE WETENSCHAP van het niet-klaarblijkelijke: dat vind ik wel een mooie typering van de sociologie. Een klassiek voorbeeld van sociologische analyse die hierin past, is Robert Mertons onderzoek van de traditionele 'partijmachines' die tot voor kort de politiek in de grote Amerikaanse steden beheersten. Hun wijze van opereren was corrupt: de politieke organisatie verleende gunsten en baantjes in ruil voor stemmen.

Al vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw verhieven 'muckrakers' - 'mestharken', een bijnaam die beklijfde voor schrijvers die misstanden aan de kaak stelden - hun stem tegen de partijmachines en de ene golf van hervormers na de andere zwol aan. Maar de partijmachines bleven, soms tot in de jaren zestig.

Merton verklaarde dat door erop te wijzen dat die machines, hoe corrupt en politiek verderfelijk ook, een aantal functies uitoefenden, waarvoor de 'muckrakers' geen oog hadden. De partijmachines deden dienst als mechanismen waardoor de arme, veelal pas aangekomen immigranten uit Europa, die vaak nog niet eens het Amerikaans meester waren, en die het leeuwedeel van de bevolking in de grote steden vormden, economisch en sociaal werden geintegreerd in de Amerikaanse samenleving, terwijl de partijmachine hun ook sociale zekerheid verschafte. Vanwege deze 'latente functies' bleven de partijmachines onuitroeibaar, totdat een formeel stelsel van sociale zekerheid tot stand kwam, en er een eind was gekomen aan grootschalige immigratie.

Een heel recente bijdrage aan sociologie als de wetenschap van het niet-klaarblijkelijke is afkomstig van de Amerikaanse strategisch denker Edward Luttwak. In een artikel in de London Review of Books (van 3 augustus) trekt hij van leer tegen het algemeen verbreide geloof dat de ontwikkeling van de Russische economie steeds meer bedreigd wordt door de georganiseerde misdaad.

De omvang van de laatste is zonder meer immens. Om maar een getal te noemen: sinds 1990 hebben Russische gangsters en corrupte ambtenaren naar schatting ruim honderd miljard dollar naar hun buitenlandse bankrekeningen overgemaakt. Daarmee onttrokken zij meer harde valuta aan de Russische economie dan het totaal aan westerse hulp.

De politieke gevaren van de criminalisering van de Russische economie mogen niet worden onderschat, meent Luttwak. Maar economisch gezien is de Russische mafia eerder een zegen dan een vloek. Dat dit niet gezien wordt, komt doordat economen vergeten zijn hoe het kapitalisme zich heeft ontwikkeld.

Dat gebeurde niet door nette ondernemers die op tijd belasting betaalden en zich aan de wet hielden en culturele festivals of voetbalclubs sponsorden. Het herstel van de naoorlogse economieen van Italie, West-Duitsland en Japan was alleen maar mogelijk door 'ondernemende hyena's', die stalen en bedrogen waar ze konden, ondermaatse produkten leverden en via de zwarte markt opereerden. Orson Welles als Harry Lime in The Third Man zou model kunnen staan voor zo'n hyena, als hij toen al niet te gevuld was geweest.

Zo werd het kapitaal geaccumuleerd dat de hyena's in staat stelde zich te transformeren in 'eerlijke wolven', en daarna in de 'vette koeien' die ze nu zijn. Wanneer in de eerste naoorlogse jaren de politie effectief was opgetreden tegen de criminele 'hyena's', dan was er geen Wirtschaftswunder geweest. Aldus Luttwak.

De Russische economie was er na de ineenstorting van het communisme erger aan toe dan de Duitse en Japanse in 1945. De immense produktie ging grotendeels verloren aan militaire inspanningen en aan haar eigen tegenstrijdigheden. De Sovjet-economie was uniek in het gegeven dat de meeste eindprodukten ten opzichte van grondstoffen geen toegevoegde, maar verminderde waarde bezaten. Uitstekend katoen, dat op de wereldmarkt een goede prijs zou hebben gemaakt, werd verwerkt tot kleren van zulke slechte kwaliteit, dat men ze zelfs in de Sovjet-Unie niet wilde kopen.

In zo'n systeem is diefstal zeer nuttig. Gestolen kunstmest zorgde ervoor dat een groot deel van het verkrijgbare voedsel in de Sovjet-Unie werd voortgebracht op het kleine areaal aan prive-stukjes grond. De illegale markt, beheerst door de Russische mafia's, was in de Sovjet-Unie onmisbaar om in de meeste dagelijkse behoeften te voorzien.

Nu is de Russische economie voor de helft geprivatiseerd. Maar de andere helft is nog in handen van de staat en veel van de zogenaamd geprivatiseerde bedrijven zijn gewoon overgenomen door de ambtenaren die ze vroeger ook al bestuurden. De zogenaamde liberalisering en privatisering heeft tot allerlei monopolistische situaties geleid, die door de vroegere partijbonzen op alle mogelijke manieren wordt uitgebuit. Er is geen Russische overheid die daartegen optreedt.

In deze toestand vervult de georganiseerde misdaad een uiterst nuttige functie: zij biedt het enige tegenwicht tegen de mafia van ex-partijbonzen. Luttwak geeft het voorbeeld van een buitenlandse onderneming die door een geprivatiseerd staatsbedrijf plotseling werd geconfronteerd met een verhoging van vijfhonderd procent van de energieprijzen. Kapitalisme is een kwestie van vraag en aanbod en wij beheersen het aanbod, luidde de uitleg. De dienstdoende manager, die ervaring in Sicilie had opgedaan, nam contact op met de lokale mafia, welke onder dreiging van fysiek geweld de leiding van het energiebedrijf tot een redelijk compromis bewoog.

Ooit zal Rusland over een functionerend rechtssysteem beschikken, waarin burgers tegen malafide praktijken van corrupte overheidsinstanties en prive-ondernemingen en tegen monopolistische uitbuiting worden beschermd. Dan moet er opgetreden worden tegen de mafia. Maar zolang dat nog niet geval is, concludeert Luttwak, vormt deze de enige kracht tussen de nieuwe economische bojaren en de weerloze burgers en ondernemers van Rusland.

Het is een prikkelende en in veel opzichten overtuigende analyse. Maar er is ook een tussenzin in het artikel die op een heel andere mogelijke uitkomst wijst: wat als de mafia van criminelen en de mafia van ex-partijbonzen het op een akkoordje gooien? Een 'latente functie', dat wist Merton al, levert nog niet altijd een positieve bijdrage aan het functioneren van de maatschappij.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
16-08-1995

« Terug naar het overzicht