Misrekening
HET MERKWAARDIGSTE is dat iedereen zich zo misrekend heeft. Niet alleen de publieke opinie in het Westen, waar sussende commentaren voor de zoveelste keer in een jaar het einde van de oorlog aanstaande achtten.
Niet alleen de staatslieden van het Westen, die vorige week bij monde van de Amerikaanse minister van defensie, William Perry, weer eens een scheut olie op het Servische vuur gooiden, toen deze verklaarde dat voor zover Gorazde bedreigd werd, de Verenigde Staten daartegen niet gewapenderhand zouden optreden. Niet alleen generaal Rose, die Unprofor commandeert en eveneens vorige week de Servische aanval bagatelliseerde.
Even verrast waren de Russen, die door hun Servische vrienden geheel in het ongewisse waren gelaten over het grootscheepse offensief van de Bosnische Serviers, dat is voorbereid en uitgevoerd terwijl onder Amerikaans-Russische supervisie de besprekingen over een algemeen en serieus staakt-het-vuren in Bosnie resultaat gingen boeken. Althans volgens de gelovigen van het 'vredesproces'.
Pas toen het al te laat was, toen Servische tanks point blank de stad in schoten en het schamele aantal waarnemers van de Verenigde Naties dekking zocht in een RodeKruisbunker, kwam het tot een wel zeer beperkte luchtaanval, die een dag later werd herhaald.
Tot het verzoek van de VN aan de Navo om zulke luchtaanvallen en tot het uitvoeren van dat verzoek door Navo-vliegtuigen waren VN en Navo zonder meer gemachtigd op grond van resoluties van de Veiligheidsraad. De woede van Boris Jeltsin is dan ook misplaatst, zij het verklaarbaar. Alleen dank zij de bizarre (en historisch weinig steekhoudende) Russofilie van de Serviers kan Rusland zich nu verbeelden een grote mogendheid te zijn.
Maar onduidelijk is tot nu toe gebleven onder welke titel de luchtaanvallen zijn uitgevoerd. Bescherming van de twaalf VN-waarnemers? Of die van de safe haven Gorazde, althans het overgebleven deel daarvan? De resoluties 824 (6 mei 1993) en 836 (4 juni 1993) van de Veiligheidsraad laten beide mogelijkheden open: zelfbescherming van Unprofor, en reactie op bombardementen op en een militaire opmars naar safe havens.
De eerste titel zou een trieste onderstreping zijn van het cynisme waarmee de VN in Bosnie optreden. Dat er elke dag mensen in Gorazde worden gedood en gewond, al een jaar lang, en dat de Bosnische Serviers zich niets gelegen laten liggen aan resoluties van de Veiligheidsraad en de buitenwijken binnentrekken - dat geeft allemaal niets. Pas als VN-waarnemers risico lopen, wordt er wat gedaan.
Minstens zo vreemd zou het echter zijn als de luchtaanvallen wel ter bescherming van Gorazde en zijn bewoners werden ondernomen. Want dan dringt de vraag zich op: waarom nu? Gorazde werd op 6 mei 1993 door de Veiligheidsraad tot safe haven uitgeroepen, en daarbij ging het om een gebied veel groter dan de eigenlijke stad. Sindsdien is deze safe haven onophoudelijk gebombardeerd en is een groot deel van het oorspronkelijke territorium ervan met geweld door Bosnische Serviers veroverd zonder dat de VN daar tegen optraden. Waarom nu dan wel?
Dat de Bosnische Serviers de stad zouden willen innemen, is onwaarschijnlijk. In deze oorlog is geen enkele stad door hen veroverd, want de straatgevechten die daarvoor meestal nodig zijn, vergen manmoedige en gedisciplineerde infanterie. Daaraan ontbreekt het hun. Hun doel is de beheersing van het gebied en de wegen erdoorheen, en dat in zulke enclaves tienduizenden, soms honderdduizenden Bosniers onder toezicht van de VN een geterroriseerd leven leiden, vinden zij prachtig.
Zo wordt de sfeer geschapen waarin het gebied te zijner tijd, in het kader van een 'vredesregeling', zonder probleem ontvolkt kan worden. Volgens een ander scenario mogen ze blijven, maar dan zonder politieke rechten, binnen de Bosnisch-Servische Republiek, waarin apartheid het meest menselijke is waarop niet-Serviers mogen rekenen.
Na de ontploffing in Sarajevo leek het erop dat zich in de Bosnische oorlog een ontwikkeling ten goede aftekende. Maar de VN en het Westen deden er al gauw veel aan om een goede afloop weer ongewis te maken.
Eerst door de aanvoer van nieuwe VN-eenheden te traineren of zelfs onmogelijk te maken. Een klein jaar nadat het aantal VN-troepen dat minimaal noodzakelijk is om de door de VN geproclameerde safe havens te beschermen, op 8500 is gesteld, zijn die er nog altijd niet. Sterker nog: in plaats van de ruim tienduizend man die generaal Rose vroeg na het ingaan van het bestand rond Sarajevo, besloot de Veiligheidsraad twee weken geleden dat het er niet meer dan 3500 mogen zijn. Wanneer die er komen, is weer een heel ander verhaal.
Een bijzonder schadelijke bijdrage leverden vervolgens de Verenigde Staten door andermaal te verklaren dat zij alleen troepen zouden leveren nadat er een vredesakkoord tot stand was gekomen.
En tenslotte kon het niemand in Belgrado ontgaan hoe traag en halfslachtig de Europese Unie reageerde op de Griekse poging de voormalige Joegoslavische deelrepubliek Macedonie te destabiliseren door een algemeen handelsembargo. Het waren allemaal 'signalen' met de boodschap: echt menens is het ons niet.
Zulke signalen heeft Belgrado de hele oorlog door al ontvangen, en daarnaar handelt het nog steeds. Zij hebben de Servische en Bosnisch-Servische leiders weer hoop gegeven dat men tenslotte toch wel zal berusten in de realiteit die op het slagveld wordt geschapen.
Vandaar het oplaaien van de etnische zuiveringen rond Banja Luka, vandaar de voortgaande offensieven tegen safe havens, vandaar het hinderen van transporten, vandaar de inzet van dat hele arsenaal aan treiterijen dat in de loop van de oorlog met zorg is opgebouwd. Verblind door de veronderstelde 'voortgang' in het 'vredesproces' werd dit alles door pers en politiek beschreven als bijna onschuldige stuiptrekkingen van een oorlog in zijn laatste fase.
Dat was de misrekening die met deze luchtbombardementen haar bekroning vond. Net als het ultimatum bij Sarajevo maken deze immers geen deel uit van een duidelijke politiek om een eind aan de oorlog te maken, maar komen zij voort uit de noodzaak de geloofwaardigheid van Navo en VN niet volledig te laten uitvlakken.
- Auteur
- Bart Tromp
- Verschenen in
- Het Parool
- Datum verschijning
- 13-04-1994