Nachtmerrie-praktijken
STROM THURMOND (98) heeft nu langer zitting in de Senaat dan wie ook in de Amerikaanse geschiedenis: 46 jaar. Vorig jaar heeft hij aangekondigd in 2003 niet naar herverkiezing te streven.
Tegenwoordig is Thurmond Republikein, hij begon echter als Democraat. Zoals zoveel Democraten uit het zuiden veranderde hij van politieke kleur nadat dankzij de civil rights-wetgeving van president Johnson aan de politieke achterstelling van de zwarte bevolking in het Zuiden een einde was gekomen.
De senator voor South-Carolina is de laatste van de Southern Bourbons, die lang de Senaat beheersten omdat de zuidelijke staten altijd Democratisch stemden en de senatoren van deze staten op basis van de ancienniteitsregels alle belangrijke commissies presideerden. In 1948 leidde Thurmond de opstand van de Zuidelijke Democraten tegen de kandidatuur van Harry Truman voor het presidentschap, nadat deze aan de rassenscheiding in het leger een eind had gemaakt. Als kandidaat van de 'Dixiecrats' deed Thurmond een vergeefse gooi naar het presidentschap.
Nu is hij vanwege zijn ancienniteit voorzitter pro tempore van de Senaat, maar al een tijdje is hij niet meer in staat die functie uit te oefenen. Bij stemmingen moet hij door twee assistenten bij het lopen worden geholpen. Zijn bijdrage aan hoorzittingen bestaan uit het voorlezen van vragen die zijn staf heeft opgesteld.
Dit alles zou men kunnen beschouwen als een staaltje folklore in de Amerikaanse politiek, ware het niet dat de verslechterende lichamelijke - en volgens sommigen ook geestelijke - toestand van de senator nu een politieke factor van belang dreigt te worden. De Senaat telt na de verkiezingen van vorig jaar november vijftig Democraten en vijftig Republikeinen. Wanneer de senatoren precies langs partijlijnen stemmen, wordt de beslissende stem uitgebracht door de voorzitter van de Senaat, vice-president Dick Cheney. Daarmee verkeren de Republikeinen in een uitzonderlijk gunstige positie: zij beschikken zo over het presidentschap, een meerderheid in het Huis van Afgevaardigden en een meerderheid in de Senaat.
Maar als Strom Thurmond zijn laatste termijn niet uitdient, verandert deze constellatie. De gouverneur van South-Carolina moet dan een opvolger aanwijzen en aangezien deze gouverneur Democraat is, zal hij hoogstwaarschijnlijk een Democraat naar de Senaat sturen.
Niemand in de Verenigde Staten stelt een staatsrechtelijke vernieuwing voor die aan deze vreemde praktijk een eind kan maken. Wij zullen nog wel meemaken hoe senator Thurmond half in coma de vergaderzaal worden binnengedragen waarna hij met behulp van een buikspreker zijn onmisbare stem uitbrengt.
In Israel is een eind gemaakt aan een heel andere vreemde praktijk. Twee weken geleden maakte de Knesseth met grote meerderheid (72-37) een eind aan de vijf jaar geleden ingevoerde rechtstreekse verkiezing van de minister-president. Bij de volgende verkiezingen wordt het oude stelsel weer van kracht.
Dat verschilt in wezen niet van het Nederlandse: bij nationale verkiezingen worden de leden van de volksvertegenwoordiging gekozen op basis van evenredige vertegenwoordiging. De keus gaat daarbij tussen partijen die lijsten met aspirant-volksvertegenwoordigers hebben voorgelegd aan de kiezer.
De Israelische politiek wordt de laatste twintig jaar gekenmerkt door een vermenigvuldiging van kleinere partijen. De twee grote partijblokken van eertijds, Labour en Likoed, haalden bijvoorbeeld bij de verkiezingen van 1999 samen nog slechts 44 van de 120 zetels. Om de versplintering van het partijstelsel te compenseren werd in 1996 een ander kiesstelsel ingevoerd. De Israelische kiezer mocht voortaan twee stemmen uitbrengen. Een op een kandidaat-premier en een andere op een politieke partij.
Voordeel van dit systeem was, zo meenden voorstanders, dat de gekozen minister-president over een eigen mandaat van de kiezers beschikte en zo niet afhankelijk was van wisselende combinaties tussen de vele partijen in de Knesseth. De kiezer kon daarnaast aan zijn trekken komen door zowel voor de eigen religieuze of etnische splinterpartij te kiezen als voor een minister-president die vanzelfsprekend uit een van de twee grote partijen voort zou komen.
Het heeft anders gewerkt. Dit leidde vooral tot groei van splinterpartijen in het parlement en tot verdere afname van de politieke stabiliteit. Israel kreeg er drie regeringen binnen 4,5 jaar door. Dat de minister-president niet op een parlementaire meerderheid kon steunen, maar ook niet door de Knesseth tot aftreden kon worden gedwongen, maakte het land nagenoeg onbestuurbaar, zowel in het geval van Benjamin Netanyahu (Likoed) als in dat van Ehud Barak (Labour).
De volledige mislukking van dit experiment heeft tot nu toe niet tot bezinning geleid bij D66, sinds jaar en dag voorstander van deze vreemde praktijk in Nederland. Ik ben benieuwd wanneer deze partij eindelijk zo pragmatisch wordt dat zij afziet van deze staatsrechtelijke nachtmerrie.
- Auteur
- Bart Tromp
- Verschenen in
- Het Parool
- Datum verschijning
- 15-04-2001