NAVO a la carte


Elsevier 13-12-2003

Toen de NAVO in 1989 zijn veertigjarig bestaan vierde, hadden de feestelijkheden iets schrils, omdat gelijk met de viering van het jubileum het oorspronkelijke bestaansrecht van het bondgenootschap verviel. Opgericht is de NAVO immers om de Sovjet-Unie en zijn vazallen af te houden van een massale aanval op West-Europa. In 1989 waren de meeste vazallen in Oost-Europa bezig vreedzaam vrij te worden. Het was een kwestie van tijd voor de Sovjet-Unie als communistische grote mogendheid zou desintegreren. Wat voor zin zou de NAVO daarna nog hebben? 

De aanzeggingen van een spoedig overlijden die toen de feestvreugde temperden lieten echter een belangrijk inzicht uit de sociologie buiten beschouwing. Het werd in 1911 voor het eerst onder woorden gebracht door Robert Michels, uitvinder van de ‘ijzeren wet van de oligarchie’: een organisatie waarvan het oorspronkelijke doel is bereikt of niet meer ter zake is, heft zichzelf niet op, maar zoekt een andere bestaansreden om zichzelf in stand te houden.

Zo is het inderdaad met de NAVO gegaan. Een tijdlang werd nog tegen beter weten in door sommigen (je vindt ze nu in de huidige Amerikaanse regering) beweerd dat de ineenstorting van het communisme maar schijn was en dat de dreiging van Moskou onveranderd aanwezig bleef. Toen dat niet meer viel vol te houden, moest het bondgenootschap naarstig op zoek naar een nieuwe reden van bestaan. Het is de vraag of deze zoektocht was ondernomen, als de NAVO in de voorgaande jaren niet een andere, instrumentele, bestaansreden had gekregen. Het is het enige internationale verband waarvan de strijdkrachten hebben geleerd met elkaar samen te werken en dezelfde commando- en bevelsprocedures hanteren, ondanks de grote verscheidenheid in gebruikte wapensystemen. ( Zo zijn de oorspronkelijk leden uitgerust met vier verschillende typen tanks en rupsvoertuigen. Daar komen nu de Russische uit de nieuwe leden in Oost-Europa bij.)

Dit feit heeft de NAVO in eerste instantie gered, terwijl in de jaren negentig de zoektocht naar een nieuwe missie moeizaam voortging. De oorlog in voormalig Joegoslavië hielp het bondgenootschap uiteindelijk enorm, toen NAVO-luchtstrijdkrachten in september 1995 hielpen het Bosnisch-Servische leger terug te dringen en vanaf december onder auspiciën van de Verenigde Naties als stabilisatiemacht toezicht gingen houden op de Akkoorden van Dayton, die een eind aan de oorlog in Bosnië-Hercegovina hadden gemaakt. Later, bij de strijd om Kosovo, bewees de NAVO opnieuw zijn nut. Maar bij die gelegenheid bleek ook dat oorlogvoering in bondgenootschappelijk verband vele politieke complicaties kent. Hoe NAVO-lid Griekenland, dat eigenlijk pro-Servisch was, binnenboord te houden, hoe de uiteenlopende opvattingen in Washington, Londen, Bonn en Parijs over wat wel en wat niet mocht worden gebombardeerd te verenigen, etc..

De oorlog in Kosovo wordt sindsdien door de Amerikaanse regering aangevoerd als het voornaamste argument om de NAVO als politiek besluitvormingsorgaan zoveel mogelijk te passeren, vanwege de moeite die het kost om de lidstaten in voorkomende gevallen op één lijn te krijgen Het is een tamelijk ongeloofwaardig argument. Het grote probleem toen waren niet de meningsverschillen over hoe de oorlog te voeren binnen het bondgenootschap, maar die tussen de NAVO-opperbevelhebber Wesley Clark en het Pentagon, lees er zijn terugblik Waging Modern Wars maar op na. 
Niettemin voeren de Verenigde Staten nu ten opzichte van de NAVO een à la carte beleid: als het ze uitkomt, pikken ze wat uit de gereedschapskist van de NAVO, en anders negeren ze de verdragsorganisatie.

Even leek het erop dat het weer anders zou gaan, toen de Noord-Atlantische Raad, het hoogste politieke orgaan van de NAVO, na de aanslagen van 11 september 2001 voor het eerst in de geschiedenis artikel 5 van het NAVO-verdrag van toepassing verklaarde, het artikel dat bepaalt dat een aanval op één lidstaat zal worden beschouwd als een aanval op alle andere. 

De implicatie van deze verklaring had logischerwijs moeten zijn dat de ‘oorlog tegen terrorisme’ daarna in NAVO-verband zou worden gevoerd. Maar daar voelde Washington niets voor, en dat is maar goed ook. Want de bestrijding van terrorisme als dat Al Qaeda is geen oorlog, maar een kwestie van inlichtingendiensten en politie. Aan de misleidende oorlogsmetafoor hebben wij een oorlogen in Afghanistan en Irak te danken, die ten koste zijn gegaan van de strijd tegen het terrorisme. 

Met dat al bevindt de NAVO zich in een moeilijke positie op het moment dat voor de derde keer een Nederlander als Secretaris-Generaal aantreedt. 

Bart Tromp

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Elsevier
Datum verschijning
13-12-2003

« Terug naar het overzicht