Navo-generaal
TOEN RUUD LUBBERS vorig jaar niet voorzitter van de Europese Commissie werd, schreven commentatoren en columnisten in de Nederlandse pers wekenlang over de tekortkomingen van onze diplomatie en fouten van de Nederlandse politiek bij het lobbyen voor belangrijke internationale posities. Daar hielden ze pas mee op toen onomstotelijk was komen vast te staan dat de mislukking van Lubbers' kandidatuur maar een oorzaak had: bondskanselier Kohl wilde hem niet.
Misschien hebben Nederlandse diplomaten en bewindslieden in die tijd inderdaad fouten gemaakt. Maar die zijn dan toch van nul en gener waarde geweest als het gaat om de verklaring van de afgang van Lubbers. Van al die columnisten en commentatoren heeft niet een dat toen erkend.
De afgang van Lubbers heeft zich nu herhaald op een wijze die je je ergste vijand niet zou gunnen. Er is een verschil met vorig jaar: ditmaal is het volgens de Nederlandse pers niet 'onze' schuld. De Rotterdamse lobby-expert Van Schendelen berichtte dat er nu juist heel goed was gelobbied en ook verder schijnt het niet aan de inspanningen van onze diplomaten en bewindslieden te hebben gelegen dat Lubbers geen secretaris-generaal van de Navo is geworden.
Waaraan lag het dan wel?
Dat weten wij niet, want daarover heeft de Amerikaanse regering geen uitsluitsel gegeven. De verklaringen die tot nu toe zijn geopperd, vind ik niet overtuigend.
De eerste is dat Washington niet uit de voeten kon met een kandidaat die zo nadrukkelijk door 'Europa' en dan ook nog allereerst Frankrijk - dat niet deel uitmaakt van de militaire organisatie van de Navo - naar voren was geschoven.
Dat is zeker een factor geweest die heeft geteld. Maar het was wel gemakzuchtig om die in rekening te brengen. Aan de ene kant wil Washington immers graag dat de Europese bondgenoten niet met elkaar overhoop liggen. Vinden die elkaar echter, zoals bij Lubbers, dan voelt men zich aan de Potomac voor het blok gezet en komt het tot verklaringen over de dominante rol van Verenigde Staten in het bondgenootschap, die alleen maar ergernis kunnen opwekken bij de andere lidstaten, vooral omdat ze waar zijn.
Een tweede verklaring is dat Lubbers 'gezakt' zou zijn voor het examen dat hem door de Amerikanen is afgenomen. Met name bij het 'sollicitatiegesprek' dat Lubbers op 3 november in Washington met Warren Christopher en anderen voerde, zou hij te vaag zijn geweest en te weinig duidelijk over het Bosnische dossier (dat hij, naar ik aanneem, nooit heeft kunnen inzien).
Ik vind deze verklaring raar. Lubbers is geen onbekende voor Amerikaanse regeringen. Zijn sterke en zwakke punten voor de functie van secretaris-generaal van de Navo hoefden niet aan het licht te komen bij dat eigenaardige en eigenlijk onmogelijke sollicitatiegesprek. Van zijn echte of vermeende kwaliteiten en tekorten was men in de VS allang op de hoogte. Anders deugt er niks van hun diplomatieke dienst en hun departement van buitenlandse zaken.
Met andere woorden: als de Amerikaanse regering vond dat Lubbers niet de juiste man op de juiste plaats was als secretaris-generaal van de Navo, dan had ze dat al veel eerder kunnen weten. En dan had ze dat ook veel eerder kunnen laten weten, zonder Lubbers te beschadigen en zonder rotzooi in de Navo te maken op een moment dat daaraan allerminst behoefte bestaat.
Mijn verklaring van het Amerikaanse veto op Lubbers is daarom: paniekvoetbal. In Washington drong pas de afgelopen weken door wat een riskante operatie de Navo te wachten staat als het inderdaad tot een vergelijk komt tussen de strijdende partijen in het voormalige Joegoslavie. Zelfs onder politiek gunstige voorwaarden is de stationering van een internationale krijgsmacht onder auspicien van de Navo in een winters Bosnie-Hercegovina een organisatorische en logistieke nachtmerrie.
De voorwaarden zijn echter politiek ongunstig. Elk vredesakkoord berust op een overeenkomst met de Servische leider Milosevic, die nu bereid schijnt de Bosnisch-Servische 'president' Karadzic en de door hem betaalde generaal Mladic op te offeren, als ze maar niet voor het Haagse tribunaal voor oorlogsmisdaden in voormalig Joegoslavie terecht hoeven te staan. Maar ondertussen wijzen de onderzoekingen van dat tribunaal steeds meer in de richting van Milosevic zelf als de voornaamste oorlogsmisdadiger daar.
Vervolgens is het nog bij lange na niet duidelijk wat de Navo-troepen nu precies in Bosnie gaan doen en hoe dat zich verhoudt met de activiteiten die nu door de Verenigde Naties worden verricht. Het heeft er alles van dat dit 'werkende weg' zal moeten worden geregeld.
Voor de Amerikaanse regering geldt tenslotte ook nog dat de stationering van twintig- tot vijfentwintigduizend man eigen troepen in het Congres allerminst onomstreden is. Geen wonder dat de regering plotseling ontdekt dat ze bij de Navo minder behoefte heeft aan een secretaris-generaal dan aan een generaal.
Dat ze Lubbers voor die functie niet geschikt acht, is tot daar aan toe. Het moet haar echter kwalijk genomen worden dat ze dat niet heeft duidelijk gemaakt zonder een transatlantische rel te veroorzaken.
Terwijl het paniekvoetbal hierin tot uiting komt: enkele weken voor de grootste en meest riskante operatie in de geschiedenis van de Navo begint, wraken de Verenigde Staten publiekelijk een serieuze kandidaat voor het hoogste ambt in het bondgenootschap, zonder over een alternatief te beschikken. Je hoeft geen 'fan' van Lubbers te zijn om dit als een politieke blunder van formaat te kwalificeren.
- Auteur
- Bart Tromp
- Verschenen in
- Het Parool
- Datum verschijning
- 15-11-1995