Nederland stampt mee


Elsevier 01-03-2003      

Van de botte politiek die de regering Bush kost wat kost (en dat is heel veel) ten aanzien van Irak doorzet, zijn de transatlantische betrekkingen alvast slachtoffer geworden. Aan beide kanten van de Atlantische Oceaan grossieren commentatoren in anti-Amerikaanse en anti-Europese cliché’s. In dit perspectief is enerzijds  Tony Blair Amerikaan honoris causa en geldt anderzijds elke kritiek op de huidige regering in Washington als anti-Amerikanisme.

            Deze voorstelling van zaken vloeit zeker voor een deel voor uit het ontbreken van elke discussie over de Irak-politiek in de Amerikaanse volksvertegenwoordiging. ‘Er is geen debat, geen discussie, geen poging om het volk de voor en tegens van deze oorlog voor te leggen. Niets van dat alles.’ Met deze worden doorbrak senator Robert Byrd op 12 februari de grote stilte in het Congres. Het is niet onwaarschijnlijk dat hij zijn rede hield in een lege Senaat, maar via de Congressional Record werden zijn woorden ver daarbuiten verbreid. Een aantal treffende passages:

            ‘De komende strijd zal, als hij plaatsvindt, een keerpunt in de Amerikaanse politiek betekenen, en misschien ook wel een keerpunt in de jongste wereldgeschiedenis.

            Voor het eerst zullen de VS een revolutionaire doctrine beproeven. De doctrine van het preventieve optreden – de gedachte dat Amerika of elk ander land rechtmatig een land kan aanvallen dat geen directe bedreiging vormt maar misschien in de toekomst een bedreiging zal vormen – geeft een radicale nieuwe draai aan het traditionele idee  van zelfverdediging. De doctrine lijkt in strijd met het volkenrecht en het handvest van de Verenigde Naties.

            Anti-Amerikanisme als gevolg van wantrouwen, desinformatie, verdenking en onrustbarende retoriek van Amerikaanse leiders versplintert de eens zo stevige alliantie tegen het wereldterrorisme

            De huidige regering, nu twee jaar aan de macht, moet op haar staat van dienst worden beoordeeld. Die is bedroevend. In twee jaar heeft deze regering het begrotingsoverschot van 5,6 biljoen dollar dat voor de komende tien jaar was voorzien, over de balk gesmeten en ons met onafzienbare tekorten opgezadeld.

            Op buitenlands terrein is deze regering er niet in geslaagd Osama bin Laden te vinden. Zij heeft traditionele bondgenootschappen verdeeld, en misschien wel voor goed internationale ordehandhavers als de VN en de NAVO verlamd. Deze regering heeft afbreuk gedaan aan de traditionele kijk op de VS als welmenende internationale vredestichter. Zij heeft de kunst van de geduldige diplomatie vervangen door bedreigingen, beschuldigingen en scheldpartijen van het soort dat een armzalig licht werpt op de intelligentie en de gevoeligheid van onze leiders. Staatshoofden voor pygmeeën uitmaken, hele landen als kwaad bestempelen, machtige Europese bondgenoten als onbelangrijk afdoen – dergelijke botte ongevoeligheden kunnen ons grote land geen goed doen.

            Ik zet vraagtekens bij het oordeel van een president die durft te zeggen dat een grootscheepse onuitgelokte militaire aanval op een volk dat voor dan vijftig procent uit kinderen bestaat “in de hoogste morele traditie van ons land” is.

            Onze uitdaging is om nu een elegante uitweg te vinden uit de nesten waarin wij ons zelf hebben gewerkt.’

            Robert Carlyle Byrd (83) is nu een halve eeuw volksvertegenwoordiger en sinds 1958 senator voor West-Virginia. In 2000 werd hij voor een achtste termijn herkozen in de Senaat, een record in de Amerikaanse politieke geschiedenis. Tien jaar lang was hij fractieleider van de Democraten in de Senaat. Hij behoort zeker niet tot hun linkervleugel. In 1964 maakte hij nog naam met een filibuster-rede van veertien uur tegen president Johnsons burgerrechtwetgeving. Maar Byrd geldt ook als de kenner en verdediger bij uitstek van de Amerikaanse grondwet, waarvan hij altijd een exemplaar bij zich draagt. Het is vandaag de dag moeilijk je een authentieker Amerikaans politicus voor te stellen.

             Zijn snijdende kritiek op het beleid van president Bush is tegelijk ook een ernstige waarschuwing tegen de domme en oppervlakkige voorstelling van zaken waarin kritiek op het beleid van ‘deze roekeloze en arrogante regering’ (Byrd) als anti-Amerikaans wordt afgedaan.

             De inhoud van zijn kritiek treft indirect voor een deel ook de demissionaire Nederlandse regering die al vanaf september in woord gedwee achter de Amerikaanse regering aansjokt. Dat geldt in het bijzonder de instemming met de stelling van Washington dat de VS een oorlog tegen Irak ook wel buiten de Verenigde Naties om kunnen voeren. Daarmee heeft deze Nederlandse regering in feite het Handvest van de Verenigde Naties tot een vodje papier verklaard, want dat bepaalt uitdrukkelijk dat ‘gewapend optreden’ (de term ‘oorlog’ komt in het Handvest niet voor) alleen in geval van zelfverdediging geoorloofd is, of in geval de Veiligheidsraad besluit dat er sprake is van een duidelijke bedreiging van de wereldvrede. Balkenende moet nog maar eens zijn oor te luisteren leggen bij zijn vriend Berlusconi, die na de miljoenendemonstraties in Italië vorige week verklaarde dat militaire acties tegen Irak op een mandaat van de Veiligheidsraad moeten berusten.

 

Bart Tromp

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Elsevier
Datum verschijning
01-03-2003

« Terug naar het overzicht