NEOLIBERAAL MISVERSTAND

De toespraak die president George W. Bush vorige week hield op Wall Street, moest het vertrouwen in de werking van het kapitalisme herstellen. Dat is niet gelukt. Na zijn verhaal daalden de onverbiddelijke graadmeters van dat vertrouwen, de beurskoersen, verder. Niet verwonderlijk. De boodschap deugde niet en de boodschapper evenmin.

Bush' oproep aan directeuren van ondernemingen om in het vervolg eerlijk met de cijfers om te gaan, ging, afgezien van een verhoogde strafmaat voor betrapte captains of industry, niet vergezeld van doeltreffende maatregelen om het grootschalige, wijdverbreide geknoei met winst- en rendementscijfers aan te pakken, waarmee de grote on- dernemingen - geholpen door 'onafhankelijke' accountants - hun prestaties opdirken en vervalsen. Zijn oproep aan de chief executive officers schriftelijk te verklaren niet meer te knoeien, riep slechts hoon op. Als iedere belastingplichtige zo'n formulier zou ondertekenen, zou je de belastingdienst kunnen opheffen, las ik in een ingezonden stuk.

De boodschapper staat - net als vice-president Dick Cheney - zelf onder verdenking. De mislukte zakenman Bush werd in 1986 van het faillissement gered toen zijn bedrijf voor een onwerkelijk hoge prijs werd opgekocht door Harken Energy, dat het in feite te doen was om de politieke connecties van Bush jr. Ook Harken Energy zelf bleek allesbehalve te floreren. Met behulp van precies dezelfde trucs als Enron, WorldCom en al die andere concerns hanteerden - zelfs de accountant was dezelfde als bij de recente schandalen: Arthur Andersen -, bleef dat van buitenaf onzichtbaar.

Volgens een beproefde truc werd de aandelenkoers omhooggejaagd. Die truc bestaat eruit dat insiders een zogenaamd zelfstandig bedrijf oprichten, met van de oorspronkelijke onderneming geleend geld tegen een exorbitante prijs een deel van het bedrijf opkopen, en aldus de koers van de aandelen opjagen. Tijdelijk weliswaar, maar lang genoeg voor de bedrijfsleiding om de eigen aandelen met forse winst van de hand te doen. Bush jr. is dus niet alleen allang op de hoogte van wantoestanden in het Amerikaanse bedrijfsleven, hij heeft er persoonlijk van geprofiteerd. En als president heeft hij waar ook maar mogelijk big business gesteund, met deregulering van arbeidsvoorwaarden, afschaffing van overheidstoezicht en belastingvoordelen.

Nu wil de president het budget van de SEC, de voornaamste toezichthouder op de beurs, met 100 miljoen dollar (98 miljoen euro) verhogen. Maar vorig jaar nog sprak hij zijn veto uit over een wet van het Congres, waarin de SEC per jaar ruim 300 miljoen dollar (298 miljoen euro) meer zou krijgen.

De deconfiture van Enron was geen incident. De huidige golf van boekhoud- en beursschandalen is het logische en onvermijdelijke gevolg van twee, al jaren geleden begonnen ontwikkelingen in het hedendaagse kapitalisme. De eerste is de dominantie van een neoliberale ideologie, waarin deregulering van economie en kapitaalverkeer als de hoogste wijsheid zijn gaan gelden. De intellectuele onderbouw werd geleverd door economen uit de Chicago-school, die 'bewezen' dat elke vorm van regulering marktverstorend werkt en dat markten zichzelf reguleren. Weg met de keuringsdienst van waren! Volgens de Chicago-leer verliezen producenten van met giftig afval aangelengde olijfolie vanzelf hun martktaandeel als hun klanten het loodje leggen.

De tweede ontwikkeling was de verschuiving in het kapitalisme zelf. De ondernemer, de man die nieuwe producten ontwikkelt en op de markt brengt, deze heroische figuur in de theorieen van Joseph A. Schumpeter en Karl Marx, maakte in de afgelopen jaren plaats voor de financiele goochelaar, de koopjesjager op zoek naar overnames die nauwelijks enig benul heeft van wat er in zijn bedrijven wordt gedaan en gemaakt. De waarde van de wereldhandel is nu vijftig keer zo klein als die van de financiele transacties in de wereld, die voor 95 procent speculatief zijn.

Het resultaat van beide ontwikkelingen is wel aangeduid als 'casino-kapitalisme'. Maar in dit casino zijn geen croupiers en toezichthouders en brengen de spelers hun eigen fabrikaat kaarten mee.

De neoliberalen beroepen zich op Adam Smith, die in 1776 zijn beroemde The Wealth of Nations publiceerde, een lofrede op arbeidsdeling en marktwerking. Maar zij vergeten dat Smith nog een ander, minstens zo belangrijk boek schreef, The Theory of Moral Sentiments. Daarin zet hij de sociologische voorwaarden voor het functioneren van markten uiteen. De voornaamste is dat de deelnemers aan het marktproces van dezelfde normen en waarden uitgaan, zodat ze er in principe op kunnen vertrouwen dat contracten worden nageleefd. De maatschappij gaat vooraf aan de markt.

Het neoliberalisme verschilt van het klassieke liberalisme van Adam Smith nu juist in het feit dat het van die theory of moral sentiments niets wil weten. 'There is no such thing as society,' zei een van de voornaamste protagonisten, Margaret Thatcher, ooit. Voor die misvatting wordt een steeds hogere prijs betaald, niet alleen in de Verenigde Staten.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Elsevier
Datum verschijning
20-07-2002

« Terug naar het overzicht