Nieuws over niks

MEESTAL DOET kiezersonderzoeker Maurice de Hond de Partij van de Arbeid de dampen aan door te 'voorspellen' dat de sociaal-democraten op verlies staan. In oktober 1976 begon hij te peilen voor het Vara-programma In de Rooie Haan van vriend Jan Nagel. Volgens zijn onderzoek lag de PvdA 28 zetels achter op het pas gevormde CDA. Dagen stond de Nederlandse politiek op haar kop. Alleen partijleider en premier Joop den Uyl (zelf een van de eerste kiezersonderzoekers in Nederland) hield het hoofd koel.

Op Schiphol, teruggekeerd uit een ver land en geconfronteerd met dit resultaat, deelde hij mee het onder zijn hoofdkussen te stoppen. Ruim een half jaar later won de PvdA de verkiezingen met tien zetels winst en werd zij veruit de grootste partij.

In de jaren tachtig voorspelde De Hond groot verlies voor de PvdA als Den Uyl lijsttrekker zou blijven, waarna de PvdA in 1986 - met als lijsttrekker Joop den Uyl - zeven zetels won.

Maar nu heeft De Hond door winst voor de PvdA te voorspellen die partij in problemen gebracht. Zijn peilingen wijzen sinds vorige week de PvdA als grootste partij aan. Daarop proclameerde een zorgelijke de Volkskrant een niet bestaand vraagstuk: wie wordt de nieuwe minister-president namens de PvdA? Sindsdien overheerst dit thema het verkiezingsdebat.

Dat komt doordat PvdA-lijsttrekker Wouter Bos de stelling heeft ingenomen dat hij geen zitting neemt in een regering waarvan de PvdA deel uitmaakt. Toen hij dat zei, stond de PvdA in de peilingen nog op een historisch dieptepunt. Van enig uitzicht op regeringsdeelname was geen sprake, laat staan van een positie als grootste partij. CDA en VVD wilden 'doorgaan' en zouden volgens diezelfde peilingen over een meerderheid beschikken en dus in de Kamer niet meer afhankelijk zijn van LPF-stemvee.

Deze stellingname van Bos was zijn verstandigste uitspraak in de campagne, maar juist daarom had hij hem beter voor zich kunnen houden.

Onder lijsttrekker en later minister-president Wim Kok is de PvdA electoraal steeds verder teruggezakt. Pas bij de Kamerverkiezingen van 1998 boekte de partij voor het eerst sinds 1986 (toen Kok als fractievoorzitter aantrad) winst. Maar die maakte de voorgaande verliezen allerminst goed. Erger was dat de PvdA zich politiek volledig afhankelijk had gemaakt van Kok als minister-president, zonder dat deze zijn onmiskenbare successen en prestige zelfs maar probeerde af te laten stralen op zijn partij.

In 1977 won de PvdA tien zetels, op basis van het minister-presidentschap van Joop den Uyl. Maar de relatie tussen partij en partijleider lag toen geheel anders. De PvdA vond het kabinet-Den Uyl eigenlijk veel te rechts, en er was sprake van een grote spanning tussen kabinet en partij. Dat had even absurde als morbide kanten, maar het was partijpolitiek gezonder dan de transformatie tijdens 'Paars' van de PvdA in een dociele lijst-Kok.

Een revitalisering van de PvdA is niet gebaat bij oppositie (dat heeft de periode tussen 1977-1989 gedemonstreerd), noch bij een regeringsdeelname waarin de partij alleen maar een applausmachine voor eigen bewindslieden is. Door de transformatie van de PvdA in de lijst-Kok verloor de partij haar politieke identiteit. In het boek De achterkamer. Het drama van de PvdA 1998-2002 van de Parool-redacteuren Addie Schulte en Bas Soetenhorst is het gevolg, de tragische teloorgang van Koks opvolger Ad Melkert, als een huiveringwekkend proces geboekstaafd. Voor de PvdA is het daarom goed dat Bos fractievoorzitter blijft, ook als de partij toetreedt tot een nieuwe regering.

Maar Wouter Bos heeft zich niet durven onttrekken aan de mallotige manier waarop deze verkiezingscampagne voortschrijdt, en heeft aangekondigd, als de peilingen allemaal de PvdA tot grootste partij maken, zijn keuze voor een PvdA-premier bekend te maken.

Peilingen zijn geen voorspellingen. De verkiezingen gaan over de samenstelling van het parlement, niet over welke partijen deel zullen uitmaken van een nieuwe regering en al helemaal niet over wie dan minister worden. Dat is de klassieke zwakte van de Nederlandse politiek. Wie had op 15 mei verwacht dat de nieuwe minister-president Jan Peter Balkenende zou heten en dat Eduard Bomhoff en Herman Heinsbroek minister zouden worden?

De PvdA is echter bij lange na niet meer de grootste partij van Nederland en Wouter Bos heeft ongelijk door zich op grond van dubieuze peilingen tot een onzinnige uitspraak over een kandidaat minister-president te laten dwingen.

Zijn belofte dat mogelijke bewindslieden namens de PvdA geen deel uitgemaakt mogen hebben van de voorgaande paarse kabinetten, kan alleen maar als huichelachtig en dom worden gekwalificeerd, alleen al omdat hijzelf een prominent (en rechts) lid van Paars II is geweest.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
16-01-2003

« Terug naar het overzicht