Nog meer politieke vernieuwing?
Nog meer politieke vernieuwing?
Wouter Bos kwam weer eens met zijn ‘ persoonlijke voorkeur’ in plaats van met het standpunt van zijn partij.
bart tromp
De nieuwe minister van bestuurlijke vernieuwing, Alexander Pechtold, D66, is een rondgang langs de fractieleiders in de Tweede Kamer begonnen om erachter te komen wat hij moet doen. De twee grote vernieuwingen uit het regeerakkoord zijn immers drie weken geleden gesneuveld, met de voorganger van Pechtold, Thom de Graaf. Er komt geen nieuw kiesstelsel voor de volgende verkiezingen en er komt ook geen rechtstreeks gekozen burgemeester voor de volgende verkiezingen. Vanuit democratisch oogpunt is dit een verheugende ontwikkeling, want de plannen van De Graaf rammelden niet alleen aan alle kanten, hun realisering zou ook tot een verzwakking van de democratie in Nederland hebben geleid. Gistermorgen viel op de radio al te beluisteren wat de verse bewindsman te horen zal krijgen, al hadden CDA en VVD geweigerd aan deze rondgang mee te werken. Partijen als SP en GroenLinks brachten naar voren dat het voornaamste institutionele probleem van de Nederlandse politiek eruit bestaat dat niet vóór de verkiezingen duidelijk is wat voor regering daarna kan worden gevormd. Jan Marijnissen en Femke Halsema zagen de oplossing in het maken van een duidelijke keuze door politieke partijen vóór de verkiezingen, en het daar na de verkiezingen ook aan vasthouden. Als voorbeeld van hoe het niet moet, noemden ze uiteraard het gedrag van D66 bij de laatste verkiezingen. De partij verklaarde eerst onder geen beding mee te doen aan een kabinet met CDA en VVD, maar deed dat na de verkiezingen toch. D66 is 39 jaar geleden nog wel opgericht om zulk gedraai onmogelijk te maken! Bovendien maakte de partij het Jan Peter Balkenende zo wel erg gemakkelijk aan een coalitie met de PvdA te ontkomen, een coalitie die na de overwinning van de PvdA en het verdere verlies van de VVD voor de hand had gelegen.
D66-fractieleider Boris Dittrich had daar het antwoord op dat de confessionelen vroeger altijd D66 voorhielden: de omstandigheden konden veranderen en dan moest je als partij wat anders kunnen doen dan je vóór de verkiezingen onvoorwaardelijk had beloofd. Wijlen Hans Gruijters, oprichter van de partij, telde op grond van zulke smoesjes altijd zijn vingers na als hij confessionele handen had geschud. Mij herinnerden de woorden van de voorman van D66 aan een soortgelijke uitdrukking van Jaap Burger, formateur van het kabinet-Den Uyl in 1973: “Afspraken met confessionelen zijn scheten in een netje. ”
PvdA-fractieleider Wouter Bos kwam weer eens met zijn ‘ persoonlijke voorkeur’ op de proppen, in plaats van met het standpunt van de partij die hij aanvoert. Die voorkeur hield een terugkeer in naar het negentiende-eeuwse kiesstelsel. Nederland was toen opgedeeld in voor het merendeel enkelvoudige kiesdistricten, waarin in desnoods twee ronden werd gestemd totdat iemand een absolute meerderheid van de kiezers achter zich had gekregen. Zo’n tweede ronde dwong tot een tweedeling, waarbij niet zelden de grootste verliezer de winnaar bepaalde. Het beroemdste voorbeeld is de stemming in het Friese district Schoterland in 1888. Het ging toen tussen een antirevolutionaire kandidaat, de liberaal Bernardus Hermanus Heldt, en Ferdinand Domela Nieuwenhuis, socialist en kandidaat voor de Friesche Volkspartij, In de eerste ronde kreeg de laatste 31,6 procent van de stemmen. Minder dan Heldt, maar meer dan de antirevolutionaire kandidaat, die afviel. In de tweede ronde ging het dus tussen Heldt en Domela, maar de uitslag was afhankelijk van de antirevolutionaire kiezers. Het antirevolutionaire orgaan De Standaard bezwoer hen vooral niet op de liberaal te stemmen. Zo belandde Domela Nieuwenhuis in de Tweede Kamer, hoewel hij van nog geen derde van de Schoterlandse kiezers de eerste keus was geweest. Deze vreemde vorm van democratie had alles te maken met het uitgangspunt van dit districtenstelsel, dat tot doel had politieke verscheidenheid buiten te sluiten en de invloed van de kiezers op het landsbestuur zo klein mogelijk te houden. ‘ Onafhankelijke’ (dat wilde toen zeggen: liberale) volksvertegenwoordigers moesten los van de kiezerswil het nationale belang (dat in de praktijk samenviel met het liberale) nastreven. Desnoods werden de grenzen van de kiesdistricten verlegd om zo’n uitslag zeker te stellen.
Voor Bos is herinvoering van zo’n stelsel ‘ politieke vernieuwing’, maar de PvdA heeft dat uitgesloten door in haar nieuwe beginselprogramma de evenredige vertegenwoordiging als uitgangspunt van democratie vast te leggen.
- Auteur
- Bart Tromp
- Verschenen in
- Het Parool
- Datum verschijning
- 21-04-2005