Ogenblikkelijk vernietigd

OP HET GARE DU NORD is een Europa van twee snelheden aanschouwelijk gemaakt, hoewel de treinen even hard rijden. De Thalys naar Brussel en Amsterdam is een vermomde Franse TGV-trein en staat rustig in starthouding naast zijn Franse collega's op andere perrons.

Perron 1 en 2 zijn echter met grote glazen wanden ontoegankelijk gemaakt. Hier patrouilleren politieagenten, en militairen met de vinger aan de trekker van hun Famas-geweer. Dit is de plaats waar de Eurostar-TGVs uit en naar Londen arriveren en vertrekken. Omdat het Verenigd Koninkrijk niet meedoet aan het Akkoord van Schengen ligt hier de zwaar bewaakte grens tussen dit land en de lidstaten van de Europese Unie die dat wel doen. Om de peinzer over Europa helemaal in de juiste stemming brengen flitst door de stationshal beurtelings in het Frans en in het Engels de mededeling dat onbeheerd aangetroffen bagage 'ogenblikkelijk vernietigd' zal worden.

Op deze mooie avond in juni ziet het wijdse en glooiende Noord-Franse landschap er groen en vredig uit. Het traject van de TGV is echter zo aangelegd dat regelmatig een klein oorlogskerkhof uit de Eerste Wereldoorlog gepasseerd wordt. Allemaal ommuurd om een te late bescherming te bieden; de grafstenen of kruisen zijn steeds mathematisch geordend alsof de gestorvenen zo in het gelid kunnen aantreden. Op deze wijze wordt de reiziger eraan herinnerd hoe de grote mogendheden van Europa hier nog geen eeuw geleden hun jonge generaties elkaar lieten uitmoorden.

Verderop takt een dubbelspoor naar het Westen af: de Fransen hebben dit TGV-traject vijftig kilometer verlengd om Lille, het Groningen van Frankrijk, aan te sluiten op de route naar Londen. Dat getuigt van een ander denken dan in Nederland, waar men het presteert om de regeringszetel Den Haag terwille van een tijdwinst die kleiner is dan de gemiddelde vertraging uit te sluiten van de Hoge Snelheidslijn.

De Thalys stopt er nog wel en als ik vervolgens naar huis fiets, krijg ik gezelschap van een hoog Europees ambtenaar, die huiswaarts keert na de top van Amsterdam. 'Het gaat door, jij krijgt je zin niet', deelt hij mee, 'Het stabiliteitspact is aangenomen'.

Dit is niet genoeg om een eind te maken aan mijn gepeins, want over euro is het laatse woord nog lang niet gesproken. Wie heeft overigens bedacht om de top van Amsterdam in het gebouw van de Nederlandse Bank te organiseren ? Wil men op deze manier het wantrouwen tegen een 'Europa der bankiers' aanwakkeren ?

Inmiddels is de top voorbij en heeft de berg een muis gebaard. De voortgang van de Europese politiek heeft langzamerhand eenzelfde ritme gekregen als de begrotingspolitiek van het kabinet Lubbers-Kok. Naast de miljoenennota kreeg je toen ook nog de voorjaarsnota en daartussendoor weer de tussenbalans (tuba), totdat de beslissingen over de Rijksbegroting steeds sneller en onoverzichtelijker op elkaar volgden.

De evaluatie van het Verdrag van Maastricht en de voorbereiding van de toetreding van nieuwe leden van de Europese Unie zijn onderwerp geweest van een langdurige intergouvernementele conferentie, die met een Verdrag van Amsterdam moest worden afgesloten. Dat verdrag is er ook gekomen, maar het resultaat is noch een verheldering van het Verdrag van Maastricht, noch een institutionele hervorming die bij uitbreiding van de Europese Unie noodzakelijk is. Er is van alles aangepast en veranderd, maar niets van wezenlijke betekenis. Op deze manier kan er wel elk half jaar zo'n top gehouden worden.

Deze wijze van opereren is echter een geschikt middel om het vertrouwen in 'Europa' bij de Euroburgers aan te tasten en uit te hollen. De kloof tussen de grote woorden en grote banketten enerzijds en datgene wat er werkelijk gebeurt, wordt zo zichtbaar en zichtbaar groter.

Op deze top is door Britse weerstand onder andere niets terecht gekomen van nieuwe plannen om de West-Europese Unie, al jaren communautair comateus, de officiele defensie-aannemer van de Europese Unie te maken. Als het was doorgegaan, zo stellen voorstanders, dan zou eindelijk de weg zijn ingeslagen naar een zelfstandige Europese defensie. Volgens sommigen is die noodzakelijk om van 'Europa' meer te maken dan een muntunie annex vrijhandelszone.

Wie op de feitelijke politiek van de betrokken lidstaten let, ziet echter dat dit een loze pretentie is. Uit Franse hoek werd een paar jaar geleden Nederland het verwijt gemaakt dat het tegen 'Europa' koos, toen het niet de Frans-Duitse Tigre-gevechtshelicopter uitzocht, maar de Amerikaanse Apache. Maar als het gaat om het centrale wapensysteem in een mogelijke Europese defensie, een modern jachtvliegtuig, weigert Frankrijk al heel lang mee te doen aan het Engels-Duits-Spaans-Italiaanse Eurofighter-project. Frankrijk wil met alle geweld zijn eigen vliegtuig, de Rafale, die nu in vijf versies gebouwd gaat worden, vier voor de luchtmacht en een voor de marine, want anders hebben ze niets aan een ander symbool van nationale grandeur, het nieuwe vliegdekschip Charles de Gaulle.

Zo worden er nu in de Europese Unie twee nieuwe jachtvliegtuigen gebouwd tegen een prijs die export onmogelijk maakt, op basis van nationaal-politieke overwegingen.

Dat illustreert de loosheid van al die verklaringen en verdragsteksten die een andere taal spreken; zij zouden ogenblikkelijk vernietigd moeten worden, want het zijn helemaal geen stapjes in de goede richting. Zij markeren slechts de pas op de plaats.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
18-06-1997

« Terug naar het overzicht