Onaangename feiten
EEN DING IS ZEKER: aan het einde van de WAO-affaire gaat het er in de politiek even dom en ondoordacht aan toe als bij het begin. Het begin had alle kenmerken van wat in de politiekwetenschappelijke literatuur bekend staat als het resultaat van 'group think': een groep politici en bestuurders zet zichzelf onder tijdsdruk en organiseert mede daardoor de besluitvorming zo dat nuttige informatie wordt genegeerd en serieuze alternatieven niet in aanmerking worden genomen.
Dat is nog altijd de enig overtuigende verklaring van het besluit waar het kabinet in de nacht van 13 op 14 juli 1991 mee voor de dag kwam. De dames en heren wilden wel eens even laten zien dat zij tot 'daadkracht' in staat waren. Wat het toen voorgestelde pakket ingrepen in de WAO te maken had met een rechtvaardig stelsel van sociale zekerheid is nooit duidelijk geworden. En dat is evenmin duidelijk geworden bij alle wijzigingsvoorstellen die zijn bedacht, nadat de regeringsfracties in principe met de oorspronkelijke beknotting akkoord waren gegaan.
In de PvdA ging het nog doller toe. Zwartkijkers zijn geneigd een oorzakelijk verband te leggen tussen de ferme voorstellen van staatssecretaris Ter Veld (25 april 1991: " De Vries zal eerst mij moeten afschaffen als hij de WAO wil afschaffen." ) en minister Kok (15 mei 1991: " De PvdA verlaat het kabinet als de WAO wordt afgeschaft." ) en de opiniepeilingen daarna. De PvdA scoorde toen 17,7 procent, de laagste stand in tien jaar - later zou het nog erger worden.
Maar op een extra-partijcongres aanvaardde de PvdA op 28 september 1991 op voorhand, zonder dat van een wetsontwerp of parlementaire meningsvorming zelfs maar sprake was geweest, 'de herziene WAO/Ziektewetvoorstellen als onderhandelingsresultaat'. Voorzover dat toen al niet duidelijk was, werd het bespottelijke van die congresuitspraak in het afgelopen jaar onmiskenbaar. Er bleek helemaal geen onderhandelingsresultaat te zijn. Sterker nog: de onderhandelingen moesten toen nog beginnen.
En zij bereikten pas de afgelopen week hun climax. De commentaren draaien sindsdien om de klapsigaren die de hoge heren elkaar vooral op zaterdag hebben laten roken. De algemene opinie lijkt te zijn dat het allerzwaarste exemplaar is opgestoken door CDA-fractievoorzitter Brinkman, die net tevreden achterover leunde omdat hij zowel Bolkestein als Woltgens er op een uit eigen doos had getrakteerd. De klap kwam nog harder aan, omdat de onervaren roker was gaan inhaleren. Maar ook premier Lubbers dook uit het gekrakeel op met een beroet aangezicht.
Dit verklaart de opgewekte stemming bij oppositie en regeringspartner: sinds de vorming van het kabinet-Den Uyl leden de christendemocraten niet zo'n prestigeverlies. En dat is nog niet afgelopen: na het echec lijkt men er in het CDA werk van te maken de schuld ofwel bij Lubbers, ofwel bij zijn beoogde opvolger te leggen. Het leedvermaak van de niet-CDA-politici is alleszins begrijpelijk. Maar het maskeert wel een vijftal onaangename feiten.
De VVD verlustigt zich nu in haar rol als afgewezen kandidaat voor overspel. Maar eigenlijk is dat geen positie om erg trots op te zijn. Het tekent vooral de uitzichtloze positie van deze partij, zolang deze zich rechts van het CDA opstelt. De VVD heeft dan geen andere mogelijke regeringspartner. Maar het is het CDA dat de keuze maakt en de voorwaarden stelt. Dat was de werkelijke boodschap van het WAO-akkoord waarover CDA- en VVD-woordvoerders overeenstemming bereikten, toen dat later op de zaterdagavond werd afgeschoten door Brinkman.
De PvdA heeft redenen om van meer dan enig - verdiend - leedvermaak te genieten. De coalitie is tenslotte gered door CDA-minister De Vries - in meer opzichten de stille kracht van dit rare kabinet. En als zijn compromis in het voordeel van de PvdA uitvalt, dan is dat bepaald niet dankzij ragfijn politiek opereren van de PvdA-top. Op zijn best valt de onvertaalbare Engelse uitdrukking te bezigen: " They blundered into success."
Voor het kamerdebat over de WAO is het compromis tussen de fractievoorzitters, de premier en enkele bewindslieden al onaantastbaar geworden: de regeringspartijen zullen geen amendementen indienen. Andermaal wordt de rol van het parlement gereduceerd tot stempelautomaat van elders besproken en besloten overeenkomsten.
Het vierde onaangename feit is dat het CDA, bij monde van zijn voorzitter en zijn fractievoorzitter, in een fraai vertoon van christelijke wraakzucht heeft aangekondigd dat over een paar jaar nieuwe ingrepen in de WAO helaas! - nodig zullen zijn.
Tenslotte is er het voorstel dat nu voorligt. Misschien is het wat beter dan het vorige. Maar dan is het nog altijd slecht en vol onrechtvaardigheid. De werkelijke oorzaak van het bovenmatige beroep op arbeidsongeschiktheid in Nederland is de wijze waarop de corporatistisch georganiseerde uitvoeringsorganen de wet toepassen. Die oorzaak wordt niet rechtstreeks aangetast, wel degenen die werkelijk arbeidsongeschikt zijn geworden.
- Auteur
- Bart Tromp
- Verschenen in
- Het Parool
- Datum verschijning
- 27-01-1993