Onderwijsramp in aantocht

HONDERDVIJFTIG jaar geleden zou de minister van onderwijs, als hij Ritzen had geheten, een fantastisch plan voor het lager onderwijs - zo heette toen om onverklaarbare redenen het basisonderwijs - hebben gelanceerd. Alle scholen moesten worden voorzien van stoommachines ! Liefst een per leerling ! Op die manier zou dit kikkerland aansluiting krijgen bij de moderne wereld !

Zo'n minister was er destijds gelukkig niet. Maar nu wel. De stoommachine bestaat niet meer. Alleen kerncentrales werken nog met stoom. Nu moet echter de lagere jeugd op school met personal computers vertrouwd worden gemaakt. Over vier jaar, zo heeft de minister met zijn collega Wijers van economische zaken besloten, moeten op ruim tienduizend scholen 275.000 computers zijn geinstalleerd, die met elkaar zijn verbonden in een landelijk netwerk en via Internet. Hiervoor is achthonderd miljoen gulden uitgetrokken.

Ik vind dit om meer dan een reden een onzinnig plan. Een computer heeft op zichzelf geen bijzondere educatieve betekenis, evenmin als een radio of een tv. Zulke gebruiksvoorwerpen kunnen nuttig zijn in het onderwijs, maar zijn niet als zodanig interessant. Het is mogelijk op een computer kleurtekeningen te maken, maar dat kan ook met kleurpotloden.

Wie de basisscholen voor honderden miljoenen wil volstoppen met computers, moet eerst een helder en duidelijk antwoord geven op de vraag wat men ermee moet en hoe de kwaliteit van het onderwijs ermee wordt verbeterd. Die vraag heeft Ritzen niet eens gesteld, laat staan beantwoord. Een tweede vraag luidt of het geld niet beter kan worden besteed. Veel scholen zijn slecht onderhouden en zijn financieel niet in staat daar wat aan te doen.

Vorige week waren het nota bene Nederlandse computerbedrijven die scherpe kritiek hadden op de plannen van de minister. Volgens hen onderschatten Ritzen en Wijers de kosten schromelijk. De aanleg van het grootste automatiseringsproject dat ooit in Nederland is gepland, zou ten minste twee keer zoveel en volgens sommigen zelf vier keer zoveel (vier miljard) vergen.

Maar dat is nog maar het begin. Als die computers er eenmaal staan moeten ze, net als schoolgebouwen, worden onderhouden. Er moet personeel komen om dat te doen, om storingen te verhelpen, programma's te installeren en aan te passen. Wie moet dat betalen ? De scholen zelf, zegt het ministerie. Met andere woorden: het grootse plan van Ritzen en Wijers komt neer op een forse bezuiniging in het basisonderwijs.

De kritiek gaat echter verder. Computers zijn, zoals gezegd, slechts instrumenten. Als zij in het onderwijs moeten worden gebruikt, moeten er ook programma's zijn waarvan de kinderen wat kunnen leren. Die zijn er op dit moment niet of nauwelijks. Het ontwikkelen van geschikte programma's is tijdrovend en kostbaar. Alleen grote en rijke uitgeverijen kunnen zulke kosten dragen, maar alleen als ze weten dat hun product inderdaad in het onderwijs wordt geaccepteerd.

Dit vereist op zijn minst dat er een landelijke standaard komt, zodat niet ook hier een bekende automatiseringsramp optreedt: een gelijktijdige invoering van systemen die niet bij elkaar passen. Omdat de politieregio's daarvoor niet allemaal dezelfde computerprogramma's hebben aangeschaft, is er bijvoorbeeld niks terechtgekomen van de voorgenomen standaardisatie van processen-verbaal. Een tijdje geleden heb ik een hele morgen op een politiebureau doorgebracht, terwijl steeds andere agenten erbij werden gehaald om mijn eenvoudige aangifte van een diefstal correct op het digitale formulier te krijgen.

Op dit terrein ontbreekt het volledig aan regie door de overheid. Toch kan zij als enige een algemene technische standaard voor programmatuur en kwaliteitseisen voor de inhoud van de programma's opstellen.

Wat mogelijk is bij ontstentenis daarvan, laat een Amerikaans voorbeeld zien. Daar brengt mediagigant EMI met het bedrijf IDG een reeks Classics for dummies op cd uit: per cd wordt een klassieke componist op zo plat mogelijke manier belicht, schreef Norman Lebrecht daarover in Entr'acte van juni. Zulke cd's zijn in de VS aan zeventigduizend leraren uitgedeeld. In veel gevallen, schrijft hij, zal dit de enige weg zijn waarlangs Amerikaanse kinderen met klassieke muziek te maken krijgen.

Wat is nu het antwoord van minister Ritzen op deze kritiek, die komt nadat een paar jaar geleden een soortgelijk, maar kleiner project (Comenius) volledig is mislukt ? Volgens hem proberen de computerbedrijven op deze manier alleen maar de prijs op te drijven. Dat kan men moeilijk als een inhoudelijke weerlegging beschouwen. Het is ook verder onzinnig, omdat Ritzen in diezelfde reactie meedeelt dat het computerplan voor aanbesteding uit heel Europa openstaat. Van prijsopdrijving door Nederlandse bedrijven kan dus geen sprake zijn.

Al bijna dertig jaar wordt het Nederlandse onderwijs geteisterd door ingrijpende organisatorische veranderingen, opgelegd door een ministerie dat in mentaliteit en werkwijze in de voormalige Sovjet-Unie thuishoort, die alle gemeen hebben dat ze de druk op de mensen in het onderwijs vergroten zonder het onderwijs zelf te verbeteren. Het ziet ernaar uit dat het computerplan van Ritzen en Wijers de laatste en duurste van deze rampen zal worden.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
17-09-1997

« Terug naar het overzicht