Opdracht uit Peking
WAT TE DOEN met twintig zetels verlies ? Dat is drie jaar na de grootste verkiezingsnederlaag uit de geschiedenis van Nederland voor het CDA een onbeantwoorde vraag. Inmiddels is de partij twee partijleiders verder. Maar ze weet nog steeds niet hoe ze oppositie tegen het kabinet moet voeren, laat staan wat voor: rechtse, om stemmen bij de VVD weg te halen; of linkse, om de weggelopen kiezers van de PvdA aan te spreken. Het is ook niet gemakkelijk, met een kabinet dat zich 'paars' noemt, maar een beleid voert dat ternauwernood verschilt van dat van zijn door het CDA aangevoerde voorganger.
In deze omstandigheden wordt elke beweging van de nieuwe partijleider De Hoop Scheffer nauwlettend gevolgd en krijgt elk woord dat hij loslaat een strategische betekenis. Vorige week was het raak en berichtten de media dat hij de PvdA links inhaalde. Hij deed dat met steun van PvdA-fractieleider Wallage, die het 'een historische uitspraak' noemde, toen De Hoop Scheffer zich in Hilversum uitsprak voor een terugkeer naar het oude, inkomensafhankelijke studiefinancieringssysteem. 'Ik zou willen dat ik daar in mijn eigen kring ook steun voor krijg', verzuchtte Wallage volgens de krant.
Geheel in overeenstemming met de moderne eisen van mondialisering meldde minister Ritzen drie dagen later vanuit Peking dat hij dit pleidooi steunde, en de commissie-Hermans, die al enige tijd studeert op een ander studiefinancieringsstelsel, opdracht zou geven deze variant nader te onderzoeken. De minister is in de Chinese hoofdstad 'op werkbezoek'. Om nieuwe inspiratie op te doen voor staatsplanning van het Nederlandse onderwijs of om de Chinese autoriteiten een (vertaalde) lijst van de onderwijsdoelstellingen van de basisvorming te geven ? Of om over de OV-jaarkaart te praten ? In ons land gaat deze door voor een vondst van Roel in 't Veld, toentertijd een van de 23 directeuren-generaal van het ministerie, maar wij, old Chinahands, weten wel beter: de OV-jaarkaart werd op 6 augustus 1966 door de voorzitter van de Chinese Communistische Partij, Mao Zedong, uitgevonden, toen alle studenten en scholieren vrij reizen kregen ten dienste van de Grote Proletarische Culturele Revolutie. Werkbezoek of niet, de bewindsman houdt aan de andere kant van de wereld de vinger aan de pols van de Nederlandse politiek, en De Hoop Scheffer hoeft in Hilversum maar een CDA-afdeling toe te spreken of de minister stelt zijn beleid bij. Het begrip 'besturen op afstand' krijgt zo een eigenaardige, maar wel letterlijke betekenis.
Terug naar Hilversum. Het huidige stelsel van studiefinanciering loopt op zijn laatste benen. Het heeft vrijwel niets meer te maken met het studiefinancieringssysteem dat in 1986 onder CDA-minister Deetman werd ingevoerd. In de afgelopen tien jaar heeft het zo'n dertig ingrijpende wijzigingen ondergaan, wat er onder andere toe heeft geleid dat de uitvoering van het stelsel steeds ingewikkelder en bureaucratischer is geworden. Het oorspronkelijke uitgangspunt is allang verlaten, namelijk dat studerenden een studietoelage kregen ongeacht het inkomen van hun ouders. Deze basisbeurs is echter steeds verder verminderd en is langzamerhand niet meer dan een ruim zakgeld. Daarnaast kunnen studenten rentedragende leningen afsluiten als hun ouders geen geld voor hun studie over hebben en tenslotte is er de aanvullende beurs, die wel inkomensafhankelijk is.
De linkse ideeen van De Hoop Scheffer en Wallage kunnen dus heel eenvoudig worden gerealiseerd: door afschaffing van de basisbeurs. Maar wat is er links aan ? In Nederland telt iedereen vanaf zijn achttiende als volwassen, en houdt de zorgplicht van ouders op als iemand 21 is geworden. Waarom zou men voor studenten en hun ouders een uitzondering maken ? Moeten we terug naar een situatie dat studenten voor levensonderhoud en studiekosten zijn aangewezen op hun ouders, terwijl leeftijdsgenoten een bijstandsuitkering krijgen als ze maar niet stiekem studeren ?
Toen in 1986 de studiefinanciering eindelijk een wettelijke grondslag kreeg, onderschreven alle grote partijen het uitgangspunt dat de basisbeurs los zou staan van het inkomen van de ouders. Oppositiepartij PvdA (woordvoerder Wallage) vond dat de basisbeurs te laag was en studenten uit lagere inkomensgroepen benadeelde. In het verkiezingsprogramma van de PvdA kwam later dan ook te staan dat de partij wilde dat de studiefinanciering verder inkomensonafhankelijk zou worden gemaakt.
In feite is, met steun van de PvdA-fractie, het beleid van minister Ritzen steeds gericht geweest op vergroting van de inkomensafhankelijkheid van studietoelagen.
De wet van 1986 was idioot in een ander opzicht: iedereen tussen de 18 en 30 die volledig dagonderwijs volgde, kreeg een basisbeurs, later inclusief een OV-jaarkaart. En dat ook nog ongeacht studieprestaties. Zo werden thuiswonende VWO-leerlingen uit gegoede milieus getrakteerd zonder dat de parlementariers daar indertijd enig oog voor hadden.
Door geen voorwaarden aan de toekenning van de basisbeurs te stellen (een hele verandering ten opzichte van het oude systeem) en het mogelijk te maken dat universitaire studenten twee jaar over hun eerste jaar doen, heeft dit stelsel het onderwijsklimaat op universiteiten desastreus aangetast. Maar daarover heb ik de 'onderwijsspecialisten' in de Kamer nooit gehoord.
Tegenwoordig wordt er veel geklaagd over de zwevende kiezer. Als men in dit geval ziet hoe politici zonder discussie en argumentatie honderdtachtig graden van positie veranderen en het programma waarop ze zijn gekozen negeren, dan is het probleem eerder dat van zwevende politici en zwevende partijen.
- Auteur
- Bart Tromp
- Verschenen in
- Het Parool
- Datum verschijning
- 11-06-1997