Openbaar vervoer
bart tromp
Openbaar vervoer
DE taxiwet is een volkomen mislukking geworden. Dat is geen punt van discussie meer. Iedereen geeft het toe, ook de VVD, indertijd de meest geestdriftige voorstander van de ‘ liberalisering’ en ‘ deregulering’ van wat ze ‘ de taximarkt’ noemden. Deze geestdrift was niet gebaseerd op enige serieuze analyse, want nadenken wordt bij de liberalen, die zichzelf als ‘ gezond verstand’-partij beschouwen, altijd als verdacht beschouwd.De plannen voor de ‘ liberalisering’ van het taxivervoer kwamen dan ook niet uit de koker van een politieke partij. Ze zijn ontsproten aan de marktwerkingsfanatici in het ministerie van Economische Zaken, maar werden braaf uitgevoerd door de toenmalige ‘ paarse’ regeringspartijen, die net deden alsof ze het zelf hadden bedacht. Tenslotte is er zoiets als ‘ het primaat van de politiek’. Het is toch niet denkbaar dat politieke zwaargewichten als Annemarie Jorritsma en Tineke Netelenbos alleen maar loopmeiden van hun departementale ambtenarij zijn geweest?
De paarse Taxiwet bepaalde dat de tarieven vrijgegeven moesten worden en dat de klant voortaan koning was. Deze kon op zijn gemak bij een standplaats uitzoeken welke taxi het meest voordelige tarief bood. De taxi’s stonden daartoe overzichtelijk naast elkaar opgesteld en hadden op grote, gemakkelijk leesbare borden hun tarieven aangegeven, en wel allemaal volgens hetzelfde systeem (bijvoorbeeld: ritprijs per kilometer), zodat de prospectieve klant binnen vijf minuten een marktconforme keus kon maken. Zo hadden ze dat bij Economische Zaken bedacht en zo werd het door de verantwoordelijke bewindslieden nagepapegaaid, in de Tweede Kamer niet tegengesproken door de woordvoerders van de toenmalige regeringspartijen en evenmin door die van de grootste oppositiepartij, het CDA.
Van dit malle schema is niets terechtgekomen, zoals iedereen die niet een neoliberale econoom is kon voorspellen. Wie een taxi nodig heeft, wil geen tijdrovende onderhandelingen over de prijs, als dit al mogelijk is. De aanbieders zullen – als er inderdaad marktwerking is – hun tarieven op elkaar afstemmen. Maar zover is het nergens gekomen. Het beroerdste voorbeeld is Amsterdam, waar een semi-criminele monopolist met intimidatie en geweld een concurrerend taxibedrijf kapot heeft gemaakt, zonder dat de gemeentelijke overheid daar een stokje voor stak. Maar elders is het niet veel beter. De verhoopte voordelen van liberalisering en deregulering zijn niet alleen uitgebleven. Ze zijn verkeerd in nadelen. De afgedwongen concurrentie heeft tot hogere prijzen geleid en tot beunhazerij op grote schaal, allemaal ten koste van de consument. De taxibranche blijkt gecorrumpeerd te zijn door geknoei met kilometertellers en gesjoemel van chauffeurs die welbewust omrijden of gewoon de weg niet weten. Een paar weken geleden vroeg ik mij af hoe het mogelijk is geweest dat regering en parlement (in meerderheid – de SP bijvoorbeeld was op goede gronden tegen) met een zo onnozele regeling hadden ingestemd. Ik verwees toen naar het initiatief van de grootste taxionderneming in Utrecht, die een maximumtarief van 9,50 euro per stadsrit had ingevoerd en daardoor een stijging van het aantal ritten met dertig procent had bewerkstelligd. Toen dacht ik er nog over om bij wijze van satire de NMA ( Nederlandse Mededingings Autoriteit) op te voeren, die nu wel zou optreden tegen wat technisch gezien toch niet anders dan als kruissubsidie en concurrentievervalsing moest worden gezien. Maar dat liet ik maar achterwege, om het er niet te dik op te leggen.
Maar alweer onderschatte ik de werkelijkheidsvreemdheid van officiële instanties in Nederland. Deze week werd bekend dat de NMA een onderzoek heeft ingesteld naar de vaste tarieven die taxibedrijven in Utrecht en Rotterdam hanteren. Buitengewone diligentie! De NMA heeft geen vinger uitgestoken tegen de wijze waarop de liberalisering en deregulering van de taxibranche zijn misbruikt en onwerkbaar gemaakt ten koste van de gebruiker. Ze maakt zich echter wel druk over een voor de consument tamelijk succesvolle reactie om aan de naargeestige gevolgen van een domme wet te ontkomen.
Dit alles getuigt van aanhoudende kortzichtigheid. Een voor gebruikers betrouwbaar en wat betreft prijzen doorzichtig taxisysteem zou in een zo dicht bevolkt land als Nederland een buitengewoon belangrijk element van het openbaar vervoer moeten zijn. Zo’n systeem komt niet op basis van marktwerking tot stand, maar vraagt om overheidsregulering.
Minister Karla Peijs heeft nu een eerste stap in die richting gezet. Taxichauffeurs dienen in het vervolg een examen af te leggen in rijvaardigheid, klantgerichtheid en autokennis. Dit in afwachting van de officiële evaluatie van de Taxiwet, die voorzien is voor 2004. Volgens marktwerkingsextremisten moet zo’n examen echter worden beschouwd als een inbreuk op een vrij vestigingsbeleid, net zoals zij een Keuringsdienst voor Waren beschouwen als een rem op vrije concurrentie. Ik ben benieuwd wat de NMA hiertegen gaat doen.
- Auteur
- Bart Tromp
- Verschenen in
- Het Parool
- Datum verschijning
- 25-07-2003