Paars
MEER DAN vijftien jaar geleden schreef ik een artikel waarin ik constateerde dat in Nederland de confessionelen net zo lang aan de macht waren als de bolsjewieken in Rusland. Dat is daarna een staande uitdrukking in de Nederlandse politiek geworden. Na 1990 kon een nog mooiere variant in omloop komen: in Nederland regeerden de confessionelen nog langer dan de communisten in Rusland hadden gedaan.
Met het inzweren van het kabinet-Kok is daaraan een eind gekomen. Ik zou daar vrolijk en opgewekt door moeten zijn. Maar deze paarse coalitie roept noch inhoudelijk, noch emotioneel warme gevoelens op.
Ik vraag me af hoe dat komt, en al wroetend in de ziel kom ik tot drie zaken die me in het geheel niet bevallen. De eerste is het gebrek aan duidelijkheid. Dat was immers de belofte die 'paars' voor de voorstanders ervan allereerst inhield. Na de 'stroperigheid' die kenmerk bij uitstek van confessionele politiek heet te zijn, zou zo'n paarse combinatie klare wijn schenken.
Maar de formateur verklaart doodleuk dat dit regeerakkoord ook best met het CDA uitgevoerd zou kunnen worden en Bolkestein stelt dat dit een 'zakelijk' in plaats van een paars kabinet is. Alleen Van Mierlo vindt het paars.
Het regeerakkoord is een langdradig stuk ambtelijk proza dat geen duidelijke politieke koers uitzet, behalve als het gaat om overheidsbezuinigingen. Het demonstreert vooral dat Wim Kok niet namens de Partij van de Arbeid, maar namens het ministerie van financien heeft geformeerd.
In de krant lees ik dat Jacques Wallage op het PvdA-congres zaterdag heeft aangekondigd dat zoals Drees de verzorgingsstaat opbouwde, Kok deze zal moderniseren. Ik vind dat een onheilspellende aankondiging.
Het probleem van de PvdA bestaat er immers voor een groot deel uit, dat onder het leiderschap van Kok nooit een duidelijke lijn is uitgezet over de hervorming van de verzorgingsstaat. Over alternatieven voor de bestaande regelingen mocht eigenlijk nooit gediscussieerd worden. Alle keren dat dit onvermijdelijk werd, liep de discussie uit op de conclusie dat aan het stelsel eigenlijk niets principieels veranderd hoefde te worden; er moest gewoon meer werk worden geschapen.
In zo'n situatie is het tot het paniekvoetbal van Kok met de WAO gekomen. Maar die situatie is er eigenlijk nog steeds. Noch in het PvdA-verkiezingsprogramma, noch in het regeerakkoord wordt een enigszins samenhangend beeld gegeven van hoe de herziening van de verzorgingsstaat eruit zal zien en op welke principes die gebaseerd moet zijn.
Maar het regeerakkoord bevat wel een impliciet model voor die verbouwing. Bij tal van regelingen - de kinderbijslag, studiefinanciering, de Algemene Weduwen- en Wezenwet, de AOW, de huursubsidies - wordt de uitkering of toelage wat meer inkomensafhankelijk gemaakt. De richting is duidelijk: de verzorgingsstaat is er straks niet meer voor iedereen, maar alleen nog voor behoeftigen die door de armoedeval ook gedoemd zijn behoeftig te blijven.
Als dat de verbouwing van de verzorgingsstaat moet worden waar de Partij van de Arbeid, waar de paarse coalitie voor wil staan, laten Kok, Bolkestein en Van Mierlo dat dan ook duidelijk zeggen. Want hier hoort de politiek de burgers een duidelijke keuze voor te leggen: of de verzorgingsstaat wordt afgebroken tot een armeluissysteem, of er wordt gestreefd naar de instandhouding van een universeel stelsel waarvan de oorspronkelijke, inkomensonafhankelijke AOW nog steeds het beste voorbeeld biedt.
Het is politiek onzindelijk elk jaar een regeling weer een beetje verder in de richting van een armeluissysteem te veranderen (zoals nu al verschillende keren met de AOW is gebeurd), maar ondertussen te doen alsof 'de AOW als inkomensonafhankelijke regeling volstrekt intact' blijft (regeerakkoord).
Er is nog wel meer dat me niet bevalt aan dit kabinet - de diepe minachting van de politieke partijen voor het onderwijs kon niet pijnlijker worden gedemonstreerd dan door de afgeschreven minister Ritzen weer te benoemen, omdat er niemand anders voor dit beulswerk gevonden kon worden - maar dit is wat mij betreft wel de grootste teleurstelling. Een teleurstelling die met het voorspelde elan van de nieuwe bewindslieden nooit kan worden goedgemaakt.
- Auteur
- Bart Tromp
- Verschenen in
- Het Parool
- Datum verschijning
- 24-08-1994