Persoon of program
HET VERLIES van D66 straks bij de Kamerverkiezingen is nagenoeg even voorspelbaar als de winst dat vier jaar geleden was. Toen won D66 fenomenaal, omdat CDA en PvdA zo dom waren geweest de partij die ideologisch tussen hen in lag buiten te sluiten. Lubbers en Kok negeerden in 1989 een politieke vuistregel die ooit door president Lyndon Johnson in onnavolgbare stijl werd verwoord: 'It is better to have them inside the tent pissing out, than to have them outside the tent pissing in.'
Het kabinet-Lubbers/Kok leed vervolgens de grootste nederlaag uit de Nederlandse parlementaire geschiedenis: 32 Kamerzetels. Bij de formatie van het 'paarse' kabinet kwam D66 als onmisbare schakel tussen VVD en PvdA in de regeringstent. Wie in het centrum zit, kan daarvan gebruik maken om het initiatief aan zich te trekken en de partners ter linker- en rechterzijde tegen elkaar uit te spelen. Maar men kan tussen die twee ook platgedrukt worden.
Dit is D66 overkomen, maar onvermijdelijk was het niet. Bij de formatie was het niet onmogelijk geweest dat Hans van Mierlo premier werd. Ook Drees en Biesheuvel waren geen aanvoerder van de grootste regeringspartij toen zij minister-president werden. Deze kans werd verkeken.
Voor D66 was het daarna volgens sommigen zaak geweest het ministerie van binnenlandse zaken op te eisen, sleutelpositie als het gaat om staatkundige hervormingen, het centrale thema van de partij, waaraan zij zich andermaal had gecommitteerd. Op die post had Van Mierlo bovendien, anders dan als minister van buitenlandse zaken, zijn gewicht als vice-premier kunnen doen gevoelen.
Dit is geen slecht argument. De zwakheid ervan is de zwakheid van het staatkundige program van D66 die zich in dat geval nog sterker had geopenbaard dan nu al het geval is geweest. De partij heeft in haar hele levensloop nooit aannemelijk kunnen maken voor welke problemen een ander kiesstelsel, een gekozen burgemeester en een referendum zo niet een oplossing zijn, dan toch een verbetering bieden.
Dat er in deze regeringsperiode dan ook niets van terecht is gekomen, valt daarom niet te betreuren. Het is twijfelachtig of dit mislukken kiezers D66 de rug heeft doen toekeren. D66 boft er nog bij dat het maar tot weinigen doordringt dat het publieke domein onder de energieke leiding van minister Wijers (economische zaken) door middel van deregulering en privatisering wordt ingekrompen, met als gevolg dat de politieke democratie steeds meer buitenspel wordt gezet.
D66 heeft zichzelf in een onmogelijke positie gemanoeuvreerd: het heeft willens en wetens geen program. Maar dat is geen voordeel, nu de voornaamste concurrent dat ook niet heeft. Juist daarom is het verlies van D66 ditmaal niet de winst van de PvdA. Als je maar diep genoeg zinkt, komt onvermijdelijk het moment dat het even iets beter gaat.
Zo komt de PvdA volgens eigen berekening bij de gemeenteraadsverkiezingen van vorige week op winst. Vergeleken met de raadsverkiezingen ging de partij van ongeveer vijftienhonderd raadszetels omhoog naar zeventienhonderd. 'De eerste verkiezingsoverwinning van Kok' kon men lezen. Maar in 1986, toen Kok voor het eerst lijsttrekker was, had de PvdA er nog zo'n 2600.
De PvdA bevindt zich nu in een lastige positie. Zij heeft zich met huid en haar uitgeleverd aan lijsttrekker Kok en de continuering van het 'paarse' kabinet. Daaraan is het verkiezingsprogramma opgeofferd. De zo hartstochtelijk verlangde 'premierbonus' moet alles goed maken. Aan de vooravond van de Kamerverkiezingen zijn de opiniepeilingen voor de PvdA nog net zo slecht als gedurende de hele regeerperiode van het kabinet-Kok. Dat de PvdA de twaalf zetels die ze in 1994 verloor terugwint, is nagenoeg uitgesloten.
Bij gebrek aan programmatische inhoud heeft de PvdA maar een argument: premier Kok. Veel vroeger dan door de campagne-experts bedacht, moest Kok al uit het Catshuis afdalen om de kiezers te waarschuwen. De aanhang van Marijnissen en Rosenmoller werd op een niet mis te verstane boodschap getrakteerd: als jullie niet op mij stemmen, wordt het beleid van het paarse kabinet voortgezet!
Deze boodschap wordt gelardeerd met allerlei geluiden dat een volgend paars kabinet veel 'socialer' zal zijn dan zijn voorganger, wat geen compliment is aan het huidige en zijn voorzitter.
Dit buigen naar (extreem-)klein-links, dat nooit eerder zo groot was in de peilingen, levert de PvdA twee andere problemen op. Het verlies van D66 wordt er niet door goedgemaakt.
De kans dat PvdA en VVD bij de verkiezingen een meerderheid verwerven is reeel, maar de regeringscoalitie die dan mogelijk wordt, is buitengewoon kwetsbaar voor een oppositie van CDA en D66. Voortzetting van de paarse coalitie vereist een niet al te groot verlies van D66 - maar zo'n herstel gaat onherroepelijk ten koste van de PvdA.
Ten slotte kan de PvdA het zich niet permitteren te veel afstand te nemen van de VVD als ze door wil gaan met 'paars'.
Volgens de oprichters van D66 (toen nog D'66) gaat het in de politiek niet om beginselen en programma's, maar om personen. Van die misvatting dreigt nu niet alleen die partij het slachtoffer te worden.
- Auteur
- Bart Tromp
- Verschenen in
- Het Parool
- Datum verschijning
- 11-03-1998