POLITIEK PROJECT

Voor zover er al kon worden gesproken van een verkiezingscampagne staat in elk geval buiten kijf dat de buitenlandse politiek daarin geen enkele aandacht heeft gekregen. Geen enkele partij heeft bijvoorbeeld de aanstaande uitbreiding van de Europese Unie naar voren gebracht als politiek strijdpunt. Toch zal daarover in de komende jaren door de Nederlandse regering een beslissing moeten worden genomen. Alleen VVD-lijsttrekker Hans Dijkstal verklaarde dat zijn partij tegen die uitbreiding zou stemmen als de kandidaat-leden niet voldoen aan de criteria voor toetreding. Dit standpunt had hij al veel eerder publiekelijk ingenomen. Nu kwam het hem op een bits verwijt van PvdA-staatssecretaris Dick Benschop te staan: over zulke dingen mag in de politiek niet worden gepraat, zeker niet vlak voor de verkiezingen. Stel je voor dat de burgers iets te zeggen zouden krijgen over zo'n onderwerp. Dan was de euro er evenmin gekomen als de Europese Unie!

De depolitisering van zulke, voor de toekomst van Nederland bepalende kwesties geeft tijdelijk rust. Maar op den duur brengt het buitenspel zetten van de burgers een hoge prijs mee. Die is voor een deel al af te lezen aan de verkiezingsuitslag van vorige week.

Iets soortgelijks geldt voor de Joint Strike Fighter (JSF). Het regeringsvoorstel om de deelname van Nederlandse bedrijven aan de ontwikkelingsfase van dit Amerikaanse gevechtsvliegtuig voor 800 miljoen euro te subsidieren, vond in de Tweede Kamer geen meerderheid. In plaats van het terug te nemen, heeft het toen al demissionaire kabinet de beslissing doorgeschoven tot na de verkiezingen.

Door het kabinet en een merendeels onnozel opererende journalistiek is dit industriepolitieke pakket voorgesteld als een buitenkansje voor de Nederlandse defensie-industrie (of wat daarvoor doorgaat). De PvdA, die als enige partij het regeringsvoorstel in alle ernst bestudeerde en uiteindelijk afwees, werd dit kwalijk genomen. Veelal door commentatoren die anders klagen over de afwezigheid van dualisme, die ertoe leidt dat regeringsfracties blindelings instemmen met wat het kabinet wil.

Nergens in het parlementaire debat is echter de vraag gesteld waarom een voor de Nederlandse defensie-industrie zo winstgevend project moet worden voorgefinancierd door de overheid, in plaats van door private kapitaalverschaffers. Die zouden toch in de rij moeten staan als het hier werkelijk om rendement zonder veel risico gaat!

Evenmin gesteld werd de vraag waarom de Verenigde Staten en Lockheed Martin zich zo enorm inspannen om Nederland tot deelname aan het JSF-project over te halen. De 'keiharde' deadline waarmee de president-directeur van Lockheed Martin een paar maanden geleden - in Elsevier - Nederland dreigde, blijkt ineens gemakkelijk te kunnen worden verschoven.

Een van de laatste gesprekken die Pim Fortuyn voerde, was met de naar Rotterdam afgereisde Amerikaanse ambassadeur, vergezeld door twee hoge officieren van de Nederlandse Luchtmacht. De Lijst Pim Fortuyn beschikt niet over een programma op het gebied van defensie en buitenlandse politiek. Voor dit bezoek had 'de grote leider' (zoals, mijnheer Spong, Fortuyn heette bij de kandidaten op zijn lijst) zich uitgesproken tegen deelname aan het JSF-project.

In Nederland is geen enkele discussie gevoerd over de internationaal-politieke dimensie van deze kwestie. Waarom is Amerika er zo op gebrand om Nederland bij dit project hoe dan ook het Europese voortouw te laten nemen? Het antwoord is dat buitenlandse participatie doorslaggevend is voor het JSF-project in Amerika zelf. Dat staat daar onder druk. Enerzijds vanwege budgettaire problemen. Ondanks de enorme verhoging van de defensiebegroting na 11 september vorig jaar is er niet genoeg geld om de drie grote vliegtuigprogramma's door te zetten. Het aantal te bouwen F-22's van de luchtmacht is al aanzienlijk teruggebracht.

De Amerikaanse marine is niet echt gecharmeerd van de JSF, die in drie versies zal worden gefabriceerd: voor luchtmacht, marine en mariniers. De marine vindt dat zij wordt afgescheept met een enigszins aangepast luchtmachttoestel. Daarom is de marine van plan veel minder JSF-toestellen aan te schaffen dan is afgesproken. Feitelijk is al gekozen voor meer F-18 Super Hornets. Dat betekent dat de prijs van de JSF enorm gaat stijgen. Maar de oorspronkelijke kostprijs vormt wel het fundament van het voorstel waarover de Tweede Kamer zich binnenkort moet uitspreken. Daarnaast is het voorstel gebaseerd op de stelling dat er geen kostenoverschrijdingen zullen plaatsvinden - wat nog nooit het geval is geweest met een programma van deze schaal.

Alleen al daarom is een industriepolitieke beslissing over de JSF onverantwoordelijk. Degenen die deze willen nemen, zijn allang dood en begraven als over veertig jaar de balans moet worden opgemaakt. Dan laat ik de politieke dimensie nog buiten beschouwing. VVD en CDA maakten al voor de verkiezingen kenbaar dat zij in deze kwestie schoothondjes van Washington wilden zijn. Ben benieuwd of de Lijst Pim Fortuyn zich meldt bij de kennel.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Elsevier
Datum verschijning
25-05-2002

« Terug naar het overzicht