Politieke kleuters
OP 1 FEBRUARI brachten het Franse staatshoofd en dertien regeringsleiders van lidstaten van de Europese Unie een zware klap toe aan de gedachte dat de EU een democratisch en rechtsstatelijk verband gaat worden. Zij kondigden diplomatieke maatregelen af tegen het vijftiende lid, Oostenrijk, in geval de FPO, de Freiheitliche Partei Osterreichs, deel zou gaanuitmaken van de nieuw te vormen regering in Wenen.
De boycot van Oostenrijk is niet voorgelegd aan het Europees Parlement. Dat kon alleen al niet omdat het niet gaat om een actie in het kader van de EU. De veertien hebben die indruk wel proberen te wekken, onder andere door Portugal, op dat moment voorzitter van de EU, de verklaring van de veertien te doen uitvaardigen.
Maar Portugal deed dat niet als voorzitter, want het gaat hier om veertien eenzijdige maatregelen van veertien afzonderlijke staten tegen Oostenrijk. Dat zij allemaal lid van de EU zijn, is eigenlijk toeval.
Een echt Europees Parlement had krachtig stelling genomen tegen het besluit van de dertien regeringsleiders en het Franse staatshoofd. Zo'n parlement had gesteld dat als er al Europese maatregelen tegen de binnenlandse politiek van een lidstaat genomen worden, zulke maatregelen gebaseerd dienen te zijn op Europese wetten en verdragen en dat het Europees Parlement zulke maatregelen goed moet keuren.
Maar Europarlementariers hebben zich slaafs neergelegd, voorzover ze niet gingen klappen, bij de wijze waarop de veertien ook het Europees Parlement buitenspel zetten. Zij hebben aldus aanvaard dat een willekeurig aantal regeringsleiders doodgewoon de Europese verdragen en instituties kan negeren en passeren.
Dit is een fundamentele aantasting van de toch al broze Europese democratie. In hun nationale volksvertenwoordigingen worden deze regeringsleiders ook al niet of nauwelijks aangesproken worden op hun 'Europese' gedrag. Terwijl in de Tweede Kamer voor het reces algemeen de roep klonk iets aan de steeds lachwekkender diplomatieke maatregelen tegen Oostenrijk te doen, blijkt 'Nederland' (dat wil zeggen Wim Kok) nu met Frankrijk en Belgie voorop te lopen in het vasthouden aan die maatregelen.
Zoals ik een halfjaar geleden al heb voorspeld, hebben de veertien zichzelf in de voet geschoten. Hun dreigement heeft niet geholpen. De FPO is tot de regering toegetreden. Er is geen sprake van dat sindsdien de Oostenrijkse politiek ten aanzien van vreemdelingen in de richting gaat van, bijvoorbeeld, de wijze waarop de door sociaal-democraten gedomineerde Deense regering met ongewenste immigranten omgaat, of van de systematische en officiele discriminatie van de Turkse minderheid in Griekenland.
Met hun ondoordachte actie hebben de veertien zich laten kennen als politieke kleuters, die woest om zich heen zwaaien met scheermessen. Kleuters en politici en hebben gemeen dat ze hun ongelijk niet kunnen bekennen.
Om het gezicht van de veertien te redden is de oplossing gezocht in een commissie van drie 'wijze mannen'. Deze moet - op basis van onduidelijke criteria - aan de veertien verslag uitbrengen of er iets mis is in Oostenrijk.
Op die manier proberen Chirac, Kok en de anderen verlost te worden van een vraagstuk dat ze door hun onbezonnenheid zelf geschapen hebben. Hun middel is even erg als de kwaal. In Oostenrijk is met verbijsterd gereageerd op het bliksembezoek van de commissie, die in drie dagen antwoorden heeft gezocht op vragen die niemand kent.
Deze bizarre gang van zaken herinnert niet alleen aan Kafka's Het Proces, waarin iemand vervolgd, veroordeeld en gevonnist wordt zonder dat hij weet waarom en op grond waarvan, maar ook aan het feit dat Kafka het immense paleis van justitie dat het centrum van Brussel domineert, met zijn ondoorgrondelijke doolhof aan gangen en kamers, tot model koos.
De bevindingen van de commissie kunnen niet anders luiden dan dat er geen reden is om de diplomatieke maatregelen tegen Oostenrijk voort te zetten. Zo niet, dan wordt het probleem alleen maar groter. Niet alleen zouden dan de dubieuze status en werkwijze van de commissie van 'wijze mannen' ter discussie komen te staan, ook komt dan de vraag aan de orde waarom de veertien de institutionele orde van Europa hebben gepasseerd, in plaats van hun echte of vermeende bezwaren tegen de politiek van de Oostenrijkse regering aan de orde te stellen in de Raad van Europa of bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
- Auteur
- Bart Tromp
- Verschenen in
- Het Parool
- Datum verschijning
- 17-08-2000