Probleem voor de NAVO
Het bondgenootschap dat het Nazi-regime 54 jaar geleden tot onvoorwaardelijke capitulatie dwong, was een coalitie van de gebruikelijke soort. Het bestond uit leden die niets deelden dan het doel dat regime te liquideren. In die zin verschilde het niet van de verbanden van staten die tegen Napoleon ten strijde trokken. Dat waren ook allemaal gelegenheidscoalities die hun succes niet overleefden.
Tien jaar geleden vierde de NAVO even uitbundig als benauwd zijn veertigjarig bestaan. Veertig jaar! Zonder krijg! Ongekend in de moderne geschiedenis. En zelfs in de oude: het Delisch-Attisch vlootverbond, tot stand gekomen na de Perzische Oorlogen, (479 v. chr.), kende een overeenkomstige levensduur, maar was al vóór zijn veertigste verworden tot een machtsinstrument van Athene.
Het Noord-Atlantisch Bondgenootschap had in 1989 niettemin zijn bestaansreden nagenoeg overleefd. De dreiging van een massale aanval op West-Europa door de Sovjet-Unie was al vóór de val van de Muur verdwenen. Ik herinner mij nog goed hoe toen op een feestelijk bedoelde herdenkingsbijeenkomst in Den Haag één geleerde - tot groot genoegen van de toen nog linkse Volkskrant - de NAVO tot een levend lijk verklaarde,
Als elke organisatie zocht de NAVO naar een nieuwe bestaansreden toen de oorspronkelijke met de ondergang van de Sovjet-Unie was verdwenen. Die nieuwe bestaansreden is in 1991 vastgelegd in een 'Strategisch Concept', een typisch diplomatiek document, in de zin dat het vooral bestaat uit geheimtaal waarin alleen degenen wegwijs weten die ervan op de hoogte zijn hoe de tekst tot stand is gekomen. Karakteristiek voor zo'n diplomatiek document is dat de strekking ervan niet in korte en duidelijke bewoordingen samengevat kan worden.
Voor leken leverde ontcijfering de interpretatie op dat de NAVO naast zijn primaire taak van collectieve verdediging allerlei andere nuttige dingen zou kunnen doen, eventueel ook buiten het verdragsgebied. 'Out of area or out of business' luidde de strijdkreet toen. De Joegoslavische kwestie vulde ongewild en ongepland het vacuüm waarin de NAVO na zijn grootste succes, de ondergang van de Sovjet-Unie, dreigde te belanden. Onder auspiciën van het Bondgenootschap wordt nu met harde hand de vrede in Bosnië-Hercegovina gehandhaafd.
Bij de ingetogen viering van het vijftigjarig bestaan van de NAVO, vorige week in Washington, is een nieuw Strategisch Concept vastgesteld. Ook dit is weer een document bestemd voor fijnproevers die weten dat over sommige woorden wel vijftien uur vergaderd is. Niettemin bevat het onmiskenbaar een aantal nieuwe uitgangspunten.
De NAVO behoudt zich de mogelijkheid van een voorwaartse verdediging voor: militaire bedreiging van de NAVO-lidstaten hoeft niet te worden afgewacht tot een daadwerkelijke aanval op het territorium van de lidstaten, maar kan daarvóór, in de niet nader omschreven 'Euro-Atlantische regio' weerstaan worden. Dat houdt echter niet in dat de NAVO een politie-agent voor de hele wereld wordt, zoals wel is beweerd.
In de tweede plaats is de teneur van het Strategisch Concept dat er geen onderscheid gemaakt wordt tussen strijdkrachten bestemd voor de verdediging van het verdragsgebied en strijdkrachten die in moeten kunnen grijpen bij internationale crises (als Kosovo). Dit is de les van Bosnië: troepen die de vrede moeten bewaren zijn troepen die ook vrede moeten kunnen afdwingen: nooit meer Srebrenica.
In de derde plaats maakt dit Strategisch Concept nadrukkelijk melding van 'Crisis Management' als nieuwe taak van het Bondgenootschap, naast de traditionele verdragstaak van collectieve defensie. Dat vind ik begrijpelijk zowel als verstandig.
Maar toch maskeert ook dit nieuwe document de spanning die er eigenlijk al vanaf de oprichting van de NAVO bestaat binnen het Bondgenootschap.
De kern van de NAVO is artikel vijf van het Verdrag van Washington, dat alle lidstaten verplicht een aanval op één van hen te beschouwen als een aanval op iedereen. Dat is een even minimale als ondubbelzinnige doelstelling.
Ingrijpen bij politieke crises buiten verdragsgebied is echter een heel andere kwestie. Het begint er al mee dat wat de ene lidstaat beschouwt als een bedreiging van het vrije Westen, door een andere opgevat kan worden als iets dat weliswaar vervelend is, maar toch niet werkelijk van levensbelang. Mogen de 19 lidstaten het niettemin eens zijn geworden over de diagnose van de veiligheidssituatie, dan volgt daar nog niet uit dat er ook overeenstemming ontstaat over de daarna te volgen politiek.
Dit laat onverlet dat de NAVO een uniek bondgenootschap is, omdat het operationele internationale strijdkrachten in het geweer kan brengen. De NAVO-lidstaten beschikken als enige instantie in de wereld over een hoogwaardig en beschikbaar militair instrument.
Aan de andere kant zijn de doelstellingen van de NAVO, afgezien van het minimumdoel van artikel vijf, collectieve verdediging, ook in het nieuwe 'Strategisch Concept' (overigens een rare naam: een concept veronderstelt dat er een definitieve versie op volgt) even algemeen als vaag.
De discrepantie tussen een beschikbaar militair apparaat en onduidelijke politieke doelstellingen wreekt zicht nu al in Kosovo, maar vormt een structureel probleem voor het langst bestaande bondgenootschap ter wereld.
- Auteur
- Bart Tromp
- Verschenen in
- Het Parool
- Datum verschijning
- 04-05-1999