Reizen en nog eens reizen
SINDS 1 JANUARI 1990 mogen alle studenten vrij reizen met het openbaar vervoer. Zij kregen toen een OV-jaarkaart van het ministerie van onderwijs en wetenschappen. Daar hoefden zij niets voor te doen, maar zij konden er ook niets tegen doen.
De OV-jaarkaart was bedacht om te bezuinigen op de studiefinanciering. Door alle studenten een OV-jaarkaart te geven, kon de dure en fraudegevoelige regeling voor reiskostenvergoeding voor uitwonende studenten vervallen. Zo stimuleert het ministerie studenten om gezellig thuis te blijven. Dat is nog eens wat anders dan die 'individualisering' waar je tegenwoordig zoveel over hoort. Sinds Marcel van Dam als staatssecretaris het 'woonrecht vanaf achttien jaar' proclameerde, blijken steeds meer kinderen tot ver voorbij hun twintigste bij hun ouders te blijven wonen!
Gratis is de OV-jaarkaart natuurlijk niet. Het ministerie houdt ongeveer zeventig gulden per maand in op de basisbeurs van de ruim achthonderdduizend studenten die ons land kent, en betaalt daarvan het collectief contract met de Nederlandse Spoorwegen en de openbaar-vervoersbedrijven. Maar dat is goedkoper dan uitwonende studenten de reiskostenvergoeding te geven waarop ze volgens de wet studiefinanciering recht hadden. Omgekeerd betalen studenten bij deze gedwongen winkelnering zes keer zo weinig als echte aarkaarthouders.
Verstandige mensen als schrijver dezes voorspelden bij de invoering dat de OV-jaarkaart een ramp voor het openbaar vervoer zou worden." Een toch al overbelast stelsel van openbaar vervoer wordt extra onder druk gezet om een idioot en onbeheersbaar gat in het budget van een ministerie te verkleinen." (Het Parool van 9 mei 1990).
Volgens de verwachtingen van de NS zouden de studenten jaarlijks 2,8 miljard kilometer met de trein rijden. Het waren er vorig jaar 5,4 miljard, een derde van het totaal aantal reizigerskilometers bij de NS. De NS heeft in 1988 het financieel onaantrekkelijke contract met het ministerie gesloten, omdat het aantal treinreizigers dat jaar tegenviel. Maar als de studenten niet worden meegeteld, vervoert de NS nu minder reizigers dan in 1990. En dat vervoer is voor iedereen onaangenamer dan voor de invoering van de OV-jaarkaart. Overvolle treinen, gebrek aan zitplaatsen, vertragingen en ander ongemak - het was allemaal voorspelbaar en het s allemaal ook voorspeld.
Het is zo merkwaardig dat degenen die voor de invoering van de kaart verantwoordelijk zijn dat toen niet hebben willen zien en het eigenlijk nog steeds niet zien. In de eerste plaats natuurlijk de minister, die al laat onderhandelen over een vernieuwd contract met ingang van 1994 zonder dat hij zich ook maar iets gelegen laat liggen aan de feitelijke bezwaren tegen de kaart. Niet het minste daarvan is vanzelfsprekend dat de OV-jaarkaart voor studenten rechtstreeks ingaat tegen het beleid van de regering om het autorijden terug te dringen.
In 1991 zaten de treinen voller dan ooit tevoren en werd het niet drukker op de weg. Maar na een jaar met achthonderdduizend nieuwe treinreizigers was de trein er niet populairder op geworden bij automobilisten en werd het weer drukker op de weg. Minister Ritzen van onderwijs steekt hiervoor zijn kop in het zand. Hij heeft zelfs een voor hem karakteristiek nattevinger-verhaal verzonnen: studenten gaan later vast minder autorijden, nu zij zo van het openbaar vervoer genieten. Voorlopig staat alleen maar vast dat hij ze van de fiets in de bus heeft gedreven.
Ook de onderwijs-'specialisten' in de Kamer vinden de OV-jaarkaart nog steeds prachtig. Ze zijn natuurlijk wel verstoord, en ook verbaasd, over de ongekende reislust van de studenten. Wie had dat kunnen denken? Je dringt achthonderdduizend mensen een OV-jaarkaart op en dan gaan ze er nog op los reizen ook! Men moet inderdaad wel onderwijs-'specialist', minister van onderwijs of bestuurskundige zijn om daarvan versteld te staan.
De meest hartstochtelijke verdediger van de OV-jaarkaart is Pim Fortuyn, die zich tegenwoordig 'Wilhelmus Fortuyn' noemt en directeur was van het bedrijf dat de OV-jaarkaart distribueerde, tot zijn schampere publieke uitlatingen over de NS en het ministerie niet in een verlenging van zijn contract resulteerden." Reizen verruimt de blik," zo houdt hij ons voor en verder herhaalt hij wat de uitvinder van de jaarkaart voor studenten, de bestuurskundige Roel in 't Veld (toen directeur-generaal op het ministerie) al bij de invoering van de kaart riep: " Een grote mobiliteit is een uiting van grote rijkdom."
De OV-jaarkaart geeft volgens Fortuyn 'een gevoel van vrijheid' en reizen is 'de belangrijkste bijdrage geweest aan de emancipatie, de individualisering en de mondialisering van onze wereld; zelfs belangrijker dan televisie', meent de ex-directeur. De studenten moet 'reizen en nog eens reizen' om wereldburger te worden, of 'op zijn minst Europeaan'. Het zijn verfrissende geluiden van iemand die tot nog toe ijverig oefende om kampioen marktdenken van Nederland te worden: openbaar vervoer als collectieve voorziening.
- Auteur
- Bart Tromp
- Verschenen in
- Het Parool
- Datum verschijning
- 17-03-1993