Servische stabiliteit

'COMPLEET UIT de duim gezogen' was gisteren het commentaar van het Witte Huis op het openingsartikel in The Sunday Times. Volgens dat artikel bereiden de Verenigde Staten een commando-actie voor om de hoofdman van de Bosnische Serviers, Radovan Karadzic, te arresteren.

Als verzinsel was het wel zeer gedetailleerd. Karadzic' doen en laten werd zowel met behulp van satellieten als van geheime waarnemers op de grond gevolgd. De speciale eenheid Delta Force zou met helikopters naar Pale vliegen, zo laag dat ze niet door radar konden worden waargenomen, en vanuit die helikopters zouden de commando's langs touwen op de verblijfplaats van Karadzic landen, zijn lijfwachten uitschakelen en hem gevangen nemen, waarna hij onmiddellijk naar de speciale afdeling van de Scheveningse strafgevangenis zou worden overgebracht om in Den Haag terecht te staan wegens oorlogsmisdaden.

Het artikel maakte er ook melding van dat Groot-Brittannie niet aan de operatie mee wilde doen en dat officieren van de SAS, het Britse regiment dat in zulke karweitjes expert is, twijfel hadden geuit over de haalbaarheid van de actie; zij waren er niet van overtuigd dat de Amerikanen in staat waren met honderd procent zekerheid de verblijfplaats van Karadzic te bepalen op het moment dat hij gepakt moest worden.

Natuurlijk kan de eerste de beste journalist zo'n verhaal verzinnen, maar dat betwijfel ik in dit geval sterk. Al weken wordt er op het hoogste niveau gesproken over de wenselijkheid en de mogelijkheid van de arrestatie van Karadzic en Mladic. De uitslag is steeds dezelfde: de Verenigde Staten zijn ervoor om iets te ondernemen, Londen is categorisch tegen, meestal gesteund door andere Europese staten. De arrestatie en alles wat eraan vastzit zou 'het vredesproces' in Bosnie-Hercegovina verstoren. Het is een vertrouwd geluid. Met dit argument is op Brits-Franse instigatie vier jaar lang elk optreden tegen de Serviers in Bosnie-Hercegovina afgezwakt of achterwege gebleven.

Het artikel in The Sunday Times maakt duidelijk dat in ieder geval de Britse regering bereid is zeer ver te gaan om de arrestatie van Karadzic te voorkomen. De krant beriep zich op bronnen in Britse en Amerikaanse veiligheidsdiensten. Een Amerikaans lek is echter wel zeer onwaarschijnlijk, tenzij het om verraad gaat. Het uitlekken van deze plannen heeft immers maar een doel: het uitvoeren van deze operatie zo gevaarlijk te maken dat hij moet worden afgelast.

Over Mladic wordt niet eens meer gesproken. Terwijl Karadzic onder zware Amerikaanse druk zijn politieke functies officieel heeft opgegeven, is Mladic, in strijd met de akkoorden van Dayton, nog steeds bevelhebber van het Bosnisch-Servische Leger. Van plannen om hem te arresteren heb ik nog niets vernomen. Het zou ook geen koud kunstje zijn: Mladic verblijft in Han Pijesak, waar het hoofdkwartier van het Bosnisch-Servische leger gevestigd is in een enorm ondergronds complex atoombomvrije bunkers uit Tito's tijd.

Zolang Karadzic en Mladic zich op vrije voeten bevinden, kan er helemaal geen 'vredesproces' bestaan. De verkiezingen van 14 september worden toch al gehouden onder omstandigheden die het onmogelijk maken van werkelijk vrije verkiezingen te spreken. Zij zullen daarom alleen maar de driedeling in drie etnisch-nationalistische partijen verder vastleggen. In plaats vaan een bijdrage te leveren aan de oplossing van de Bosnische problemen, zullen de verkiezingen deze alleen maar vergroten.

De terughoudendheid van Groot-Brittannie om op te treden tegen degenen die de eerste en grootste verantwoordelijkheid dragen voor de oorlog en voor de wijze waarop deze gevoerd werd, is een van de weinige constanten in vier jaar oorlog op de Balkan. De verklaring van deze politiek is nooit hardop te beluisteren, maar in de kern komt deze erop neer dat Londen een sterk Servie beschouwt als een stabiliserende factor op de Balkan - ook al is daarvan tot nu toe precies het omgekeerde gebleken. In dit opzicht staan niet alleen Whitehall nieuwe onaangenaamheden te wachten.

De opheffing van de economische sancties tegen Klein-Joegoslavie heeft helemaal niet tot verbetering van het levenspeil in Servie en Montenegro geleid, dat in termen van inkomen per hoofd van de bevolking is gehalveerd sinds Slobodan Milosevic daar aan de macht kwam. Zolang de sancties bestonden, kon de schuld van de economische neergang op het buitenland worden geworpen. Nu niet meer; de oorzaak van de neergang ligt in een economie gebaseerd op onrendabele staatsondernemingen, die de Joegoslaven al onder het communisme als een molensteen om de hals hing.

Ruim honderdduizend goed opgeleide en jonge Serviers hebben de afgelopen jaren het land verlaten; honderdvijftigduizend vluchtelingen uit het achtergebleven Krajina in Kroatie zijn erbij gekomen. De onrust in Kosovo neemt toe. Dertig procent van de bewoners van Servie zijn geen Serviers; het is onmogelijk hen permanent rechteloos te houden.

Onder deze omstandigheden is het wonderbaarlijk dat Milosevic nog steeds onbedreigd aan de macht is. De overlevingskunstenaar, die tien jaar geleden de mantel van het Servisch nationalisme over zijn communistische kostuum aantrok, is al meer dan een half jaar van dat nationalisme afstand aan het nemen. Fervente nationalisten als Mihailo Markovic en Borisav Jovic, jarenlang zijn trouwe secondanten, zijn aan de kant geschoven. Zijn Servische Socialistische Partij heeft een alliantie gevormd met de kleine marxistische partij Joego-Links, die wordt aangevoerd door mevrouw Milosevic.

Later dit jaar vinden in Servie parlements- en presidentsverkiezingen plaats. Constitutioneel kan Milosevic niet aan een derde periode als president beginnen, terwijl de staat van de Servische politiek wordt gekenmerkt door het feit dat de Servische Socialistische Partij nu gematigder is dan de oppositiepartijen van Vuk Draskovic en Vojislav Seselj.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
07-08-1996

« Terug naar het overzicht