Slechte verliezers


De strijd is gestreden. Niet de 'neefjes van Rottenberg' maar het 'nichtje van Tromp' is voorzitter van het partijbestuur van de PvdA geworden. Felix Rottenberg gebruikte deze laatste uitdrukking in "Het Parool" van vrijdag jongstleden in een wanhopige poging om de verkiezing van Marijke van Hees te voorkomen. Toen al tekende zich de nederlaag af van zijn protégées Booy en Van Bruggen af.

Ondanks alle steun die deze kandidaten van het partijapparaat genoten, van reiskostenvergoedingen (kregen de andere kandidaten die ook?) tot en met het via het partijbureau verzenden van oproepen op Booy en Van Bruggen te stemmen van kamerleden en de onvermijdelijke arts Dunning, die naast kandidaten voor Eerste en Tweede Kamer nu ook wel die voor het partijbestuur meent te kunnen selecteren. Via het email-adressenbestand van de partij werd ook zo'n oproep verzonden, al werd die later, als 'vergissing' ingetrokken. En wie heeft al die rozen betaald waarmee zij congresafgevaardigden bewerkten? Als deze verkiezingen in marsupilamiland hadden plaatsgevonden, hadden VN-waarnemers zonder twijfel gerapporteerd dat ze niet eerlijk waren geweest.

Het hielp uiteindelijk niet genoeg. Zij verloren. Zelden heb ik zulke slechte verliezers gezien. Te beginnen met de kandidaten zelf, die, zoals Hans Ree in /NRC/Handelsblad/ schreef 'met overgave hun rol van verwend kind speelden'. De toon die zij aansloegen was verongelijkt: zij hadden toch recht op het voorzitterschap? Zij waren toch "jong"? Ja toch? Inhoudsloos? Ouderwets bezwaar! Als zij ideeën zouden krijgen, dan zou je nog eens wat zien!

Slechte verliezers ook, omdat één van hen na de verloren stemming over het voorzitterschap zijn kandidatuur voor het eerste vice-voorzitterschap van het bestuur introk, hoewel hij van verkiezing zeker was. Maar ja, als eerste vice-voorzitter zou hij voor het eerst een niet betaalde functie in de partij op zich nemen.

Wat mij bij het duo van 'Niet Nix' steeds geërgerd heeft is dat zij zich afzetten tegen de PvdA en suggereerden dat zij een authentieke jongerenbeweging van de grond hadden gekregen, terwijl zij altijd betaalde functionarissen van de partij waren, die zakken vol geld kregen om 'festivals' en 'manifestaties' en wat al niet te organiseren. Zo kon op de contributie-afdracht van gewone leden mooi weer worden gespeeld. In deze zin is 'Niet Nix' een reliek uit de subsidiecultuur van de jaren zeventig.

De voormalig coördinator van 'Niet Nix', Maartje Prins, waarschuwde in deze krant (4 januari 1999) voor de verkiezing van Booy en Van Bruggen, omdat zij had ervaren dat die geen boodschap aan democratie hadden, 'links' als een gevaar beschouwden en vooral uit waren op contacten met gelijkgezinde politici en journalisten. Als zij voorzitter zouden worden 'toont dat de totale wanhoop aan waarin de partij verkeert'.

Slecht verliezer toonde zich ook op ongehoorde wijze het establishment van de partij, van Wim Kok en Ad Melkert tot Max van den Berg en Job Cohen, die allemaal in verschillende toonaarden verklaarden dat zij het zo erg vonden dat het duo geen voorzitter was geworden.

Het waren toch zulke aardige kereltjes, altijd vierkant achter de partijleider en de door hem naar het schijnt uitgezette partijlijn. De kritiek van deze frisse jongeren was gelukkig nooit op machthebbers gericht, zelfs de afschaffing van de universitaire democratie door minister Ritzen lieten zij passeren. Verontwaardigd werden zij pas als buitenstaanders als Wöltgens en ondergetekende hun mond opendeden. Ook dan was hun kritiek gelukkig nooit inhoudelijk. Het ging altijd om leeftijd en uiterlijk.

Twintig jaar geleden beleefde de PvdA eveneens een strijd om het voorzitterschap, tussen Wim Meijer en Max van den Berg. Toen was Meijer de kampioen van de partijleiding en Van den Berg de Marijke van Hees (neefje van Tromp!). Ook toen verloor de kandidaat van het establishment. Maar terwijl Van den Berg een campagne had gevoerd die hem bij de toenmalige partijleiding wel gehaat moest maken, bleven reacties die lieten weten dat hij geen voorzitter had mogen worden achterwege.

Wellicht mogen wij ons gelukkig prijzen dat het niet nog erger werd en premier Kok (60) zijn wekelijkse woede-aanval niet richtte op een partij die een oud wijf van 37 de voorkeur gaf boven frisse jongeren van 28 en 30 jaar.

Twee opmerkingen tot slot.

Een partij waarin 'leeftijd' en 'generaties' serieus worden genomen als politieke categorieën, is aan het eind van zijn latijn.

De reacties van Kok c.s. op de verkiezing van Marijke van Hees en hun ijveren om Booy en Van Bruggen tot voorzitter te maken, tonen aan wat hun opvatting is over de PvdA. Deze beroepspolitici hebben de partij afgeschreven als domein waar zij hun opvolgers moeten trainen en selecteren. De partij is ook afgeschreven als mijn van deskundigheid en al helemaal als een arena waarin serieuze politieke discussie plaats vindt. Het enige waar partijleden goed voor zijn is contributie betalen en op gezette tijden functioneren als klapvee.

Bart Tromp

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
24-02-1999

« Terug naar het overzicht