SPOOKBEELD SARAJEVO

Op 28 juni 1914 werd aartshertog Franz Ferdinand, de troonopvolger van de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie, samen met zijn echtgenote in Sarajevo vermoord. Het bleef niettemin de rustigste zomer sinds mensenheugenis totdat de Oostenrijks-Hongaarse regering een ultimatum stelde aan Servie, dat zij beschouwde als aanstichter van de moord. Ruim een week later waren alle grote Europese staten met elkaar in oorlog. De Eerste Wereldoorlog was begonnen. De vijf weken tussen de moord in Sarajevo en de eerste oorlogsverklaringen op 1 augustus staan bekend als 'de julicrisis' en er zijn bibliotheken over volgeschreven. Hoe was het mogelijk dat een politieke moord in een achterafstad op de Balkan op een algemene oorlog in Europa was uitgelopen?

Een van de beroemdste boeken daarover is The Guns of August van Barbara Tuchman, dat meteen bij verschijning in 1962 een bestseller werd.

President John F. Kennedy, die zich daar meestal op andere wijze ontspande, las het in bed en raakte diep onder de indruk. Een paar maanden later brak de Cubaanse rakettencrisis uit. Het leek erop dat het zou komen tot een nucleaire confrontatie tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. Maar de lessen van juli 1914 indachtig, hield Kennedy vast aan twee uitgangspunten: neem geen stappen waarop niet kan worden teruggekomen, en breng je tegenstander niet in een onmogelijke positie. De gevaarlijkste crisis van de Koude Oorlog werd opgelost dankzij een diplomatie die daarop was gebaseerd.

Oud-diplomaat Richard Holbrooke herinnerde recent aan dit voorbeeld, in een artikel waarin hij het spookbeeld van Sarajevo in de huidige toestand van de wereld herkende. De crises in Libanon en Irak raken met elkaar verbonden. Tussen Cairo en Bombay zijn allerlei kettingreac-ties mogelijk. Turkije speelt met de gedachte Noord-Irak binnen te vallen om met Koerdische terroristen af te rekenen. In Egypte en Saudi-Arabie dringen jihadisten aan op steun aan Hezbollah. Afghanistan beschuldigt Pakistan ervan een vrijhaven aan Taliban en Al-Qa'ida te bieden, terwijl India praat over strafmaatregelen tegen datzelfde Pakistan vanwege de aanslag in Bombay.

Dat tussen al deze crises en conflicten een kettingreactie op gang zou kunnen komen, ligt niet in de laatste plaats aan het feit dat de Amerikaanse politiek 'het onbedoelde, maar volkomen voorspelbare effect heeft onze vijanden bij elkaar te brengen'. Hier verschil ik met Holbrooke van mening. Dit effect is helemaal niet onbedoeld. Bush & Blair doen niets anders dan proclameren dat er sprake is van een wereldwijd conflict tussen goed en kwaad, en dat, om de eerste te citeren, 'wie niet voor ons is, tegen ons is'.

De buitenlandcommentator van een groot ochtendblad, die in 2003 maandenlang zijn lezers had bang gemaakt met de verschrikkelijke massavernietigingswapens van Saddam Hoessein, legde niet zolang geleden uit dat de oorlog tegen Saddam Hoessein nodig was geweest vanwege de stabiliteit in het Midden-Oosten. Niets heeft die toch al betrekkelijke stabiliteit echter zozeer ondermijnd als juist die oorlog. Irak staat zelf steeds erger in brand. Afgelopen maand bracht het hoogste dodental (3.500) sinds het door president Bush geproclameerde einde van de oorlog. Soennieten en sjiieten bekampen elkaar, maar samen vechten ze tegen de Amerikanen. De grootste anti-Amerikaanse en anti-Israelische demonstratie ter wereld ten gunste van Hezbollah had kort geleden plaats in Bagdad. De oorlog heeft de macht en speelruimte van Iran in het Midden-Oosten enorm vergroot, en dus ook die van ermee gelieerde bewegingen als Hezbollah. Door naar Irak te gaan voor de strijd in Afghanistan was beslecht, hebben de Verenigde Staten daar een etterende wond laten ontstaan die alleen maar erger wordt, zeker nu Amerikaanse troepen uit dat land worden teruggetrokken.

Holbrooke concludeert dat dit alles heeft geleid tot een verzwakking zonder precedent van Amerika's positie. Maar ook dat dit de logische consequentie is van de bestaande Amerikaanse politiek. Om het tij te keren dient het te komen tot een nieuwe buitenlandse strategie, die de huidige, door hem getypeerd als 'knoeierig Wilsonianisme', vervangt. Anders wordt de crisis alleen maar erger.

Aangezien president Bush het handelen in strijd met Kennedy's twee uitgangspunten in _de Cuba-crisis voor hoogste staatsmanswijsheid houdt, en het voortsjokken op de verkeerde weg beschouwt als blijk van standvastigheid, is er weinig kans dat Holbrookes waarschuwing wordt gehoord. Het spookbeeld Sarajevo blijft reeel.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Elsevier
Datum verschijning
26-08-2006

« Terug naar het overzicht