Statussymbool


Elsevier, 12 november 2005

Kan Nederland zijn Tomahawks wel zonder toestemming van Amerika inzetten?

Op het voorschip van de nieuwe luchtverdedigings- en commando-fregatten (LC) van de Koninklijke Marine staat nog altijd een geschutstoren met een 10 cm Oto Melaro-kanon. Niemand weet waarom. Waarschijnlijk is het er geplaatst uit eerbied voor de traditie. Een oorlogsschip behoort kanonnen te hebben, al is het er maar één.

Naast de brug van de LC-fregatten is overigens ook een 20 mm-kanon te vinden, dat ruim een halve eeuw oud is. Dit is nu echter weer modern: het enige wapen dat overblijft als een zelfmoordspeedboot onder de elektronische verdedigingsgordel van het fregat is doorgevaren.

Achter de geschutstoren bevinden zich de luiken van enkele tientallen lanceerinrichtingen. Ze zijn nu nog leeg, maar in beginsel geschikt om er geleide projectielen van verschillend type in te plaatsen. Maar minister van Defensie Henk Kamp (VVD) heeft bedacht er lanceerbuizen voor kruisvluchtwapens, Tomahawks, van te maken; althans op twee van de vier LC-fregatten.

Dat voorstel wekte veel commotie. Het roept immers herinneringen op aan de periode van de Hoekse en Kabeljauwse twisten over de kruisraketten, in de eerste helft van de jaren tachtig. Het ging toen om de voorgenomen plaatsing van 48 kruisvluchtwapens, als onderdeel van het dubbelbesluit van de NAVO uit 1979. Enerzijds hield dit een aanbod in tot onderhandelen met de Sovjet-Unie over de vermindering van middellange-afstandsraketten in Europa, anderzijds de voorgenomen stationering van 572 van zulke wapens als de Sovjet-Unie doorging met het stationeren van op West-Europa gerichte SS-20 raketten. Nederland besloot aan plaatsing mee te werken, maar uiteindelijk gebeurde dat niet. In 1986 kwam het tot een akkoord over de vernietiging van alle nucleaire wapens voor de middellange afstand, en daarmee was de kwestie hier de deur uit.

Maar het woord 'kruisraket' is voldoende om tot grote opwinding te leiden. Daar is nu geen reden voor. Het gaat hier immers niet om nucleair geladen kruisvluchtwapens.

Als bezwaar tegen de aanschaf van dertig Tomahawks is het argument aangevoerd dat het hier gaat om 'aanvalswapens'. Dat is in zoverre waar, dat kruisvluchtwapens met conventionele lading in de oorlogen tegen Irak en in Kosovo vooral zijn gebruikt in het allereerste stadium van de strijd. Maar dat is niet de enige mogelijkheid. De bijzondere kwaliteit van het wapen is dat het een enorm bereik heeft - 1.500 kilometer - en met grote precisie vaste doelen kan treffen.

In marinekringen is bekend dat de meeste mogelijke politieke brandhaarden minder dan 500 kilometer van de zeekust liggen. Oorlogsschepen met kruisvluchtwapens kunnen deze zone bestrijken zonder risico te lopen of afhankelijk te zijn van lokale steunpunten en bevoorrading (zoals het geval is met vliegtuigen).

Zonder dergelijke wapens zijn de LC-fregatten, dat is een wat plattere overweging, eigenlijk weinig kosteneffectief voor zulke indrukwekkende vaartuigen. Maar dat had beter eerder kunnen worden overwogen.

Met dertig Tomahawks kan Nederland meedoen in het hoogste geweldsspectrum, betoogt minister Kamp trots. Maar in wat voor soort conflict? En vooral: met wie? Ons land zou naast het Verenigd Koninkrijk het enige buiten de Verenigde Staten zijn dat over Tomahawks op schepen beschikt. Over de vraag in hoeverre Nederland zelfstandig over inzet en gebruik van zijn kruisvluchtwapens kan beschikken, deed de bewindsman gemakkelijk. 'Dit wapen kunnen we volkomen zelfstandig afvuren, naar het doel geleiden en tot ontploffing brengen.' 

Dat suggereert meer dan het geval is. De eerste generatie kruisvluchtwapens bereikte haar doel door middel van het zogenoemde tercomsysteem. Een camera in de neus van het toestel vergeleek het voorbijschietende landschap met de kaarten in haar geheugen, waarin de route was opgeslagen. De nieuwe Tomahawks worden door satellietnavigatie geleid, en daarbij zijn geen landschapskaarten maar (Amerikaanse) databases nodig.

Kamp heeft gelijk als hij aan het bovenstaande toevoegt dat zo'n LC-fregat altijd in coalitieverband zal opereren. Maar dan doemt de vraag op of we de Nederlandse kruisvluchtwapens eigenlijk wel kunnen gebruiken zonder toestemming van de Verenigde Staten. Juist de partijen die tegenwoordig zo op de Nederlandse soevereiniteit hameren, zouden op deze kernvraag een ondubbelzinnig antwoord van de regering moeten eisen, voor ze met de aanschaf akkoord gaan.

Bart Tromp

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Elsevier
Datum verschijning
12-11-2005

« Terug naar het overzicht