STEUN AAN BUSH?

Veel burgers in de wereld zou er veel aan gelegen zijn hun stem uit te brengen bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Die mogelijkheid bestaat echter niet. Anders ligt het voor het bedrijfsleven, dat wel over een middel beschikt om de Amerikaanse verkiezingen te beinvloeden: geld.

Nog nooit is er zoveel geld verzameld om een Amerikaanse president te kiezen. Volgens de Federal Election Committee, de onafhankelijke toezichthouder op de financiering van verkiezingscampagnes in Amerika, hebben grote Nederlandse bedrijven 10 miljoen dollar (7,9 miljoen euro) aan de Republikeinen gedoneerd, en 3 miljoen (2,4 miljoen euro) aan de Democraten.

De Volkskrant concludeerde: 'Nederlandse bedrijven houden meer van Bush.' Dat is een tamelijk onnozele gevolgtrekking, die ervan uitgaat dat bedrijven geld doneren op basis van de politieke voorkeur van de bedrijfsleiding. Maar ik heb niet de indruk dat de leiding van grote ondernemingen echt tevreden is met het beleid van president George W. Bush.

Vanuit economisch perspectief is dit beleid immers even rampzalig geweest als in politieke zin. Bush is de eerste president sinds Herbert Hoover (1928-1932) die aan het eind van zijn ambtsperiode kan bogen op minder arbeidsplaatsen in zijn land dan aan het begin ervan. Bush' roekeloze belastingverlaging voor de zeer rijken en zijn even ondoordachte oorlog tegen Irak hebben het kolossale begrotingsoverschot dat president Bill Clinton bij zijn vertrek achterliet, in een nog groter tekort veranderd. Beide jagen de staatsschuld omhoog.

Het huidige gebrek aan begrotingsdiscipline in Washington dreigt op termijn wereldwijd de economie nadelig te beinvloeden. Het Amerikaanse begrotingstekort is nu ongeveer even groot als het tekort op de betalingsbalans, jaarlijks ruim 400 miljard dollar (316,2 miljard euro). Dit betekent dat de Amerikaanse staatshuishouding afhankelijk is geworden van de bereidheid van Japan, China en Europa om dat bedrag jaarlijks aan de Amerikaanse regering te lenen, in de vorm van de aankoop van staatsobligaties. De bereidheid om dat te blijven te doen, wordt gaandeweg ondermijnd door de onverantwoorde fiscale politiek van Bush. Deze doet immers de vraag rijzen hoe lang een staat die systematisch meer uitgeeft dan ontvangt, zijn buitenlandse financiele verplichtingen kan nakomen. Zeker als de meeruitgaven niet dienen voor productieve investeringen, maar om de superrijken te subsidieren en een mislukte oorlog te voeren.

Voortzetting van dit beleid is dan ook niet in het belang van Nederlandse ondernemingen. Nee, die donaties hebben een heel andere achtergrond. Zij hebben niet zozeer met politieke voorkeur te maken als wel met het kopen van invloed. Dat Nederlandse bedrijven drie keer zoveel aan de Republikeinen geven als aan de Democraten, wijst erop hoe ze de huidige en toekomstige machtsverhoudingen in Washington inschatten.

Het kopen van politieke invloed is niets nieuws in Amerika. Lyndon B. Johnnson bereikte de top van de Amerikaanse politiek dankzij de steun van het Texaanse concern Brown & Root, dat in ruim dertig jaar vele honderden miljoenen aan deze investering verdiende. Brown & Root is nu onderdeel van Halliburton, dat profiteert van zijn voorkeursbehandeling door vice-president Dick Cheney, van 1995 tot zijn 'verkiezing' (benoeming), chief executive officer van dit bedrijf.

In een echte democratie zou de rechtstreekse beinvloeding van de politiek door het bedrijfsleven onmogelijk zijn; in de Verenigde Staten is zij normaal en verzetten president en politici zich in meerderheid fel tegen pogingen om haar wettelijk aan banden te leggen. Geen wonder: zij zijn ervan afhankelijk. Een senator besteedt gemiddeld de helft van zijn tijd aan wat omfloerst 'fondsenwerving' voor zijn herverkiezing heet.

De laatste jaren lijkt er in deze situatie een keer ten kwade op te treden. De machtspositie van de Republikeinen in beide Huizen van de volksvertegenwoordiging ging gepaard met een opstelling waarin de Democratische minderheid geheel buitenspel wordt gezet. Deze opstelling manifesteert zich ook in de relatie van de Repu- blikeinen met het bedrijfsleven. Dat wordt steeds meer onder druk gezet om niet alleen te betalen voor Republikeinse steun, maar ook om giften aan de andere partij na te laten. De leider van de Republikeinen in het Huis van Afgevaardigden, Tom DeLay, heeft uitgelegd waarom: 'Als je wilt meedoen met onze revolutie, dan moet je je gedragen naar onze regels.'

Ik ben benieuwd in hoeverre de 'Nederlandse steun aan Bush' al is beinvloed door zulke afpersingsdreigementen.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Elsevier
Datum verschijning
30-10-2004

« Terug naar het overzicht