Terreur is misdaad
Elsevier 12-03-05
Een tijdlang heb ik rondgelopen met het voornemen hedendaags terrorisme te vergelijken met het anarchistisch terrorisme van het eind van de negentiende eeuw. Die moeite kan ik me echter besparen. Mijn Gentse collega Rik Coolsaet heeft over precies dit thema een boek geschreven, waarvan zojuist een bijgewerkte, Engelstalige, editie is verschenen, Al-Qaeda: The Myth. The Root Causes of International Terrorism And How To Tackle Them, (Academia Press, Gent).
Al-Qaeda is volgens hem een mythe geworden en doet in dit opzicht denken aan het eind van de negentiende eeuw, toen de publieke opinie geloofde in het bestaan van een “Terroristische Internationale’. Ooit was Al-Qaeda inderdaad een gecentraliseerde en wereldwijde organisatie. Mede dankzij de bestrijding ervan is deze uiteengevallen in vele zelfstandig opererende groepjes. Coolsaet gebruikt het beeld van een gebroken thermometer, waarvan het kwik is uiteengespat in vele druppels, elk op zich giftig, maar zonder relatie tot elkaar.
Het anarchistisch terrorisme van het laatste kwart van de negentiende eeuw was daarentegen altijd een ongeorganiseerd geheel geweest. Een ‘Terroristische Internationale’ heeft nooit bestaan. Doelwitten waren gekroonde hoofden, als keizerin Elizabeth (‘Sissi’) in 1898 en koning Umberto van Italië (1900), of politici, zoals de Franse president Sadi Carnot in 1894, de Amerikaanse president William McKinley in 1901 en de Russische premier Peter Stolypin in 1911. Maar de aanslagen richtten zich ook op willekeurige burgers. Tijdens zijn proces antwoordde een dader van zo’n tweede type aanslag op de vraag waarom hij onschuldige burgers tot slachtoffer had gemaakt: ‘Er ‘bestaan geen onschuldige burgers’. Dit klinkt bekend na ‘9/11’.
Het huidige islamitisch terrorisme is niet te verklaren in termen van religie of armoede. Het is symptoom van een verkeerd gegroeide samenleving, waarin snelle en onbeheersbare veranderingen maken dat grote groepen mensen zich buitengesloten voelen. Dit geeft extremistische splintergroepen de kans zich op te werpen als kampioen van marginaal geworden groepen (en landen).
Zo is het ook in de negentiende eeuw gegaan, toen anarchistische terroristen hun basis vonden in een arbeidende klasse die economisch en politiek buitengesloten was. Amerika is vandaag voor de islamitische terrorist wat de burgerlijke staat was voor diens negentiende-eeuwse anarchistische voorloper, een symbool van arrogantie en macht.
Saoedi-Arabië is de broedplaats van het terrorisme zoals Italië dat was aan het eind van negentiende eeuw. De meeste vermaarde van de anarchistische terroristen, de Fransman Ravachol, symboliseerde het toenmalige terrorisme zoals Osama bin Laden nu niet zozeer leider als wel symbool van het hedendaagse islamitisch terrorisme is. Ravachol werd overigens wél gevangen genomen en veroordeeld tot de guillotine. Eén van de grote verschillen tussen toen en nu is dat het anarchistisch terrorisme werd opgevat als een misdaad, die met strafrechtelijke middelen werd bestreden, niet als iets waartegen oorlog moest worden gevoerd.
In Amerika en het grootste deel van Europa doofde zonder duidelijke en concrete oorzaak het anarchistisch terrorisme in het eerste decennium van de twintigste eeuw uit. Coolsaet argumenteert dat het groeiend succes van de georganiseerde arbeidersbeweging ervoor zorgde dat maatschappelijk uitgeslotenen eerst een gevoel van eigenwaarde konden krijgen en vervolgens wel degelijk in de ‘burgerlijke maatschappij’ integreerden. Waar dit perspectief ontbrak bleef het smeulen – totdat nog één zo’n aanslag, die op de Oostenrijks-Hongaarse troonopvolger Franz Ferdinand, tot de Eerste Wereldoorlog leidde.
De vergelijking van hedendaags met negentiende-eeuws terrorisme is inderdaad verhelderend. Neem alleen het voorbeeld van de socioloog Anthony Giddens, uitvinder van de ‘Derde Weg’, en als dank daarvoor door Tony Blair naar het Hogerhuis gestuurd. Vorige week betoogde hij daar dat het huidige islamitisch terrorisme uniek is vanwege zijn internationaal karakter. Daarom achtte hij de normale middelen van de rechtsstaat onvoldoende voor de bestrijding ervan en steunde hij de regering bij haar, door de hoogste rechters in Engeland verworpen, voorstellen van terrorisme verdachten zonder vorm van proces op te sluiten.
Niet alleen zondigde de nieuwbakken Lord van de Labour Party tegen de logica: zijn conclusie volgt geenszins uit zijn constatering. Met enig historisch besef had hij ook geweten dat het hedendaags terrorisme helemaal niet zo uniek is en dat er geen reden bestaat om aan te nemen dat het niet net zo aangepakt kan worden als het anarchistisch terrorisme van een eeuw geleden.
Bart Tromp
- Auteur
- Bart Tromp
- Verschenen in
- Elsevier
- Datum verschijning
- 12-03-2005