Troefkaart Milosevic

LANGZAAM BEGINT het laatste rookgordijn over Bosnie-Hercegovina op te trekken: de 'strategie' van de geallieerden is duidelijk aan het worden. Unprofor zal alle provocaties en schendingen van afspraken en overeenkomsten door de Serviers beantwoorden door de andere wang toe te keren.

Geen dreiging met luchtaanvallen meer, als de Serviers de burgerbevolking in de 'beveiligde gebieden' weer beschieten. Zich lankmoedig neerleggen bij het uithongeren van diezelfde bevolking. Afspraken maken dat een hulpkonvooi naar het beveiligde gebied Zepa mag rijden, en als de Serviers halverwege die afspraak breken, alle voorraden en voedsel gevankelijk overgeven aan diezelfde Serviers.

Zelfs het neerschieten van een Amerikaanse F-16 bij een patrouillevlucht onder mandaat van de Veiligheidsraad wordt door de vingers gezien. Het liefst hadden de VN dit uit de publiciteit gehouden of voorgesteld als een door technische factoren veroorzaakt ongeluk. De 'snelle interventiemacht' zal niet intervenieren en is maar al te duidelijk een eerste reserve om op termijn de aftocht van Unprofor - althans van de Britten, Fransen en hopelijk Nederlanders - te dekken.

Zover gaat de appeasement van de VN, dat de net bevrijde gijzelaars, ingesloten bij de Servische wapendepots die ze zouden moeten bewaken, na hun vrijlating worden vervangen door eenheden van Unprofor, die net zo gemakkelijk weer gegijzeld kunnen worden, terwijl zij opdracht hebben zich niet te verzetten als de Serviers de wapendepots leeghalen. Zelfs de anti-sluipschuttersteams van Unprofor hebben hun werk moeten staken, op bevel van VN-baas Akashi; dit alles 'om de situatie in Bosnie te stabiliseren'.

De wanhoopsstrategie achter al deze bewegingen is de gedachte dat de oorlog in Bosnie voor de winter kan worden beeindigd door Slobodan Milosevic, de sterke man van Klein-Joegoslavie, ertoe te brengen de Bosnische Serviers zo onder druk te zetten dat zij althans ogenschijnlijk met het verdelingsplan van de Contactgroep akkoord gaan.

Deze 'strategie' is gebaseerd op de gedachte dat er sinds augustus vorig jaar een breuk bestaat tussen Milosevic en Karadzic, tussen Klein-Joegoslavie en de Bosnische Serviers. Toen heeft Milosevic ook een blokkade afgekondigd tegen de laatsten. Op die blokkade mocht toezicht worden uitgeoefend door de VN, zolang er maar niet genoeg waarnemers waren en op voorwaarde dat die de inhoud van de vrachtauto's die de grens passeerden niet mochten controleerden. Al helemaal niet mocht worden gepraat over de vijftig tot zestig tankauto's die wekelijks de grens passeren, zogenaamd op weg naar de Servische gebieden in Kroatie. De VN-waarnemers rapporteerden dat het Servische embargo prima werkte.

Sindsdien wordt het voorgesteld alsof Milosevic een geheel andere politiek voorstaat dan Karadzic. Lezers van deze rubriek weten dat ik daarin nooit heb geloofd. Daarvoor was de evidentie voor de 'breuk' te mager en waren er te veel aanwijzingen van het tegendeel.

Ik stond dan ook niet verbaasd over de onthulling in de New York Times dat Milosevic al die tijd is blijven doorgaan met het steunen van de Bosnische Serviers. Het Klein-Joegoslavische leger betaalt de salarissen van Bosnisch-Servische officieren (die dus in feite nog steeds deel uitmaken van dat leger). De Bosnische Serviers worden met brandstof, ammunitie, reserve-onderdelen door Belgrado bevoorraad. Zonder deze zouden de Bosnisch-Servische troepen hun tanks en geschut niet operationeel kunnen houden. Militaire operaties in Bosnie worden in nauw overleg met de Klein-Joegoslavische generale staf voorbereid en uitgevoerd. Gewonde soldaten worden met helikopters van het Klein-Joegoslavische leger uit Bosnie geevacueerd. Indertijd berichtte ik hier al dat de 'Bosnisch-Servische' piloten die werden neergeschoten, in Belgrado werden begraven als officieren van de Klein-Joegoslavische luchtmacht. Het luchtverdedigingsstelsel in Bosnisch-Servie is integraal onderdeel van het Klein-Joegoslavische, en de SAM 6-raket die vorige week een Amerikaanse F 16 neerschoot, was uitgerust met een Russische modificatie die kort tevoren door Belgrado was geleverd.

Aan de berichtgeving in de New York Times liggen kennelijk vooral uitgelekte rapporten van westerse inlichtingendiensten ten grondslag. Hieruit kan men opmaken dat regeringen in Washington, London en Parijs al lang op de hoogte zijn van het dubbele spel van Milosevic, maar hun uiterste best doen dit geheim te houden of te veronachtzamen.

Maar ook in de media wordt de ernst van deze onthullingen niet onder ogen gezien, misschien wel omdat het merendeel van de commentatoren al bijna een jaar zijn analyse baseert op de vermeende breuk tussen Milosevic en Karadzic. Gisteren nog verscheen de als 'Balkan-specialist' aangekondigde Brit Jonathan Eyal in de tv-rubriek Nova om uit te leggen dat er een diepe kloof gaapt tussen Belgrado en Pale.

Het sluiten van de ogen voor het onmiskenbare feit dat dit nu juist niet geval is, verzekert het verdere failliet van de westerse politiek in voormalig Joegoslavie. Dit is des te treuriger, omdat er veel tekenen zijn dat het met de bereidheid en capaciteit van de Serviers om de oorlog voort te zetten, slechter gesteld is dan ooit. De westerse appeasement-politiek garandeert echter dat de oorlog doorgaat en erger wordt.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
14-06-1995

« Terug naar het overzicht